De juiste vraag: bijdrage debat Vervolgprocedure eventvoorziening

De juiste vraag voorzitter, dat is de rode draad in de bijdrage van D66 vandaag. Het realiseren van een eventvoorziening in Zwolle was een roerig proces zonder gewenste uitkomst. Dat hebben we recent als raad uitgebreid besproken. Daarnaast hebben we door een uitgebreide informatiesessie ook gewisseld welke alternatieven er zijn, hoe die ingezet kunnen worden en wat dat betekent voor de rol van de gemeente. De indruk van mijn fractie na het lezen van het voorstel, is dat er goed is geluisterd naar experts en dat opmerkingen en zorgen uit de raad een plek hebben gekregen.

De grootste verandering zit in het sturen vanuit sterke grip op concrete onderdelen naar een open houding; zelfs de locatie mag een andere worden. Dat vinden wij een goede insteek. Want hoe natuurlijk het denken in oplossingen ook voelt, daarmee wordt vaak voorbij gegaan aan het ‘waarom’ dat erachter zit. In het vorige debat benoemde ik ook dat een goed resultaat begint bij het stellen van de juiste vraag.

Daar zit nog ruimte voor verbetering. We hadden de IJsselhallen met een bepaalde omvang en die bracht ook de mogelijkheid voor bepaalde functies met zich mee. We kunnen lezen dat het de bedoeling is dat de eventvoorziening economische en culturele meerwaarde voor de stad heeft. Is de eventvoorziening dan een middel of een doel? En moet een eventvoorziening dan een equivalent zijn van wat we hadden, dus met veel aaneengesloten m2 vloeroppervlak? Of moeten we wellicht toch nog doorvragen, een beetje zoals een peuter eindeloos het ‘waarom’ herhalen?
 
Dat ga ik kort doen voorzitter; als we de economische en culturele ontwikkeling van Zwolle verder willen versterken, waarom is een eventvoorziening dan de beste oplossing? En als we dan toch een eventvoorziening doen, waarom moet het dan van een bepaald formaat zijn? En hoe ziet een voorziening van dat formaat er dan uit? Vinden we een simpele hal voldoende of is het beeld dat we hebben toch één van een multifunctioneel gebouw? Het college geeft aan dat het van belang is een scherpe en realistische vraag aan de markt te stellen als basis voor de marktconsultatie; is ‘grootschalige indoor eventvoorziening’ dan voldoende of moet daar meer scherpte in? Die vraag stel ik aan alle fracties en aan het college.

De marktconsultatie zelf vinden we een heel goede stap. Zoals de nota ook zegt, dat is het middel om kaders scherper te stellen of juist te verruimen, om kansen te signaleren en belemmeringen te duiden. Zodat wij straks als gemeente het besef krijgen: ‘ah, dus als we het echt goed willen doen, dan is dít wat we het best in de markt kunnen zetten.’ Deze vraag moet de juiste vraag zijn, dit moment is ook cruciaal omdat het de laatste fase is waarin we nog kunnen sturen.
 
Dat kan spannend zijn, voorzitter, want het brengt onzekerheid met zich mee. Een vraag is immers geen oplossing, hooguit het begin ervan. Bij dit traject gericht op partnerschap en samenwerking komt het dan aan op vertrouwen. Vertrouwen in de expertise van de partners, bijvoorbeeld over opzet en haalbaarheid; vertrouwen in hun creativiteit om de complexe vraagstukken die er liggen van een antwoord te voorzien en vertrouwen in de eigen rol van de gemeente om een goed kader te kunnen meegeven, om de juiste vraag te stellen.

En daarmee rond ik af. De strategie en de processtappen die worden voorgesteld geven ruimte aan expertise, bieden kans op goede sturing aan de voorkant en leggen de verantwoordelijkheid over het borgen daarvan in de samenwerking. Daar zijn we positief over, maar we blijven het zeggen… het staat of valt met de juiste vraag. En daar is misschien nog iets meer voor nodig.