Verordening Jeugdhulp

D66 ziet de nieuwe verordening jeugdhulp als een belangrijk instrument om jongeren en ouders te ondersteunen bij het zelfstandig vormgeven van hun leven. Ons raadslid Lizet benadrukt hierbij drie kernpunten: duidelijke verantwoordelijkheden, ruimte voor uitzonderingen en inspraak van ouders én jongeren.

Hieronder leest u haar bijdrage aan het debat.

Het leven zelf vorm geven in vrijheid en zelfstandigheid

Na drie jaar in de Zwolse raad besefte ik vorige week tijdens gesprekken met leerlingen van het praktijkonderwijs dat ik ook het meeste leer van de praktijk (en doen!). Ik leerde van hun dromen om binnenvaartschipper of verpleegkundige te worden. Zij weten dat het zal gaan met vallen, leren en weer opstaan. En de docenten ondersteunen dat met liefde en aandacht. En voorzitter, dat is ook wat Sharon Stellaard betoogt: met liefde en aandacht vanuit ouder(s), mensen om je heen en de maatschappij kom je samen verder. 
 
En vanavond ligt er dan het technische voor ons klaar. Natuurlijk ook met liefde en aandacht geschreven, maar de verordening gaat over de verantwoordelijkheden van de gemeente ten opzichte van ouder(s), zorgaanbieders, huisartsen. Wie draagt er verantwoordelijkheid voor de hulp van jongeren? En dat is een moeilijk te beantwoorden vraag, omdat het wat D66 betreft gaat om de balans voor jongeren en ouder(s), zorgaanbieders en professionals uit de wijkteams. En de verordening moet dit proberen te regelen.  
 
Voor D66 is het doel van de verordening dat we jongeren en ouder(s) in staat stellen om het leven, zoveel als het kan, zelf vorm te geven in vrijheid en zelfstandigheid. Vanavond benadruk ik drie punten: verantwoordelijkheid, uitzondering op de regel en inspraak.

Verantwoordelijkheid nemen

D66 onderschrijft het belang van het afbakenen van verantwoordelijkheden, zeker omdat het een wens uit de praktijk is – met name voor passend onderwijs en de jeugdhulp. En daar heb ik  mijn eerste vraag aan het college: in hoeverre helpt deze afbakening de onenigheid over wie waar verantwoordelijk voor is, m.n. passend onderwijs en jeugdhulp? En wat is het mandaat van het Sociaal Wijkteam hier?   

D66 pleit liever voor samenhangende hulpverlening dan het naar elkaar (ver)wijzen in verantwoordelijkheden. En dat telt net zo goed ook voor de gemeente Zwolle: laten we ook duidelijk maken aan jongeren, ouders en professionals wat wél de mogelijkheden zijn. Ik ben dan ook wel benieuwd wat de overwegingen van de wethouder zijn om de informele hulp niet toe te lichten in een artikel.

Uitzondering op de regel

Het is altijd fijn als het binnen de regels past, maar soms is er niets fijner dan de uitzondering op de regel te kunnen zijn. Vanuit D66 zijn we positief over de extra toevoeging van de hardheidsclausule in de verordening. Niet per se een prachtig begrijpelijk woord, maar cruciaal. Zwolle is of moet in ieder geval een stad zijn die verantwoordelijkheid neemt, ook als er uitzonderingen op de regel zijn. Dat geeft een mens lucht. Dat geeft de stad lucht.

Inspraak

En ook het feit dat inwoners worden betrokken bij het beleid is voor D66 belangrijk. Dat zal geen verrassing zijn. We zien dat inwoners mogen voorstellen doen, advies mogen uitbrengen en dat inwoners daar ook ondersteuning vanuit de gemeente bij krijgen. Het lijkt erop dat in het proces van deze nieuwe verordening met name vanuit de Participatieraad inspraak is meegewogen of overgenomen.

Belangrijk en tegelijkertijd is dat, naast het meenemen van professionals, wel een beetje mager. Ik ben benieuwd of de wethouder het met ons eens is dat we vanuit de gemeente Zwolle ook over ‘kille’ verordeningen wel meer liefde en aandacht mogen besteden aan inspraak? Voor D66 is het belangrijk dat  ook de volgende generaties mogen meebeslissen. Jongeren moeten zich vertegenwoordigd voelen. Onze oproep is wel dat er a) een evaluatie zou moeten zijn van de werking van de verordening en dat dan b) zeker een evaluatie moet zijn met jongeren en/of ouders.

Ouders

En voorzitter, dan mijn laatste punt over ouder(s) – waar het in de verordening in veelvoud over gaat. En vanuit juridisch perspectief is dat logisch, maar ook pijnlijk. Juist jongeren die een beroep doen op hulp hebben het vaak thuis lastig of moeizaam. Het liefst zou ik samen met college kijken of er nog iets in mogelijk is.

En tot slot, een technische verordening – maar ook een belangrijke verordening. Ik hoop dat we dat in de praktijk ook gaan toepassen met vallen, leren en weer opstaan. Met liefde en aandacht voor elkaar, want alleen dan kom je samen verder.