Soms is het maar net door welke bril ik de stad bekijk. Vaak als moeder van twee jonge kinderen, of als – voorheen – opbouwwerker, als buurvrouw wanneer we samen een extra glijbaan regelen voor de speeltuin of als ik een rondje door de stad ren.
Maar sinds het rondetafelgesprek bekijk ik de stad door de bril van ouders van kinderen met een handicap, van ouders met een handicap, van talentvolle volwassene in een rolstoel. Dat emotionele gesprek heeft mijn ogen geopend, want mooie woorden over inclusiviteit ten spijt: we zijn er nog lang niet.
Dus u kunt vast raden door welke bril ik het Bewegen, Ontmoeten, Spelen en Sport-plan heb gelezen. Waarbij ik wel wil delen dat het een worsteling was om te lezen: a) doelen, uitgangspunten, ontwikkelingscriteria, inrichtingsprincipes, scenario’s én ontwerpprincipes, b) het gaat vooral over spelen en minder over bewegen, ontmoeten en sporten. Vanuit D66 brengen we, voor ons, vanavond drie belangrijke punten in:
- We vinden dat de norm moet veranderen.
- We willen, zeker bij leegstaande plekken, dat de buurt van de mensen is.
- We willen dat er wordt gekeken naar klimaat, biodiversiteit en verduurzamen.