“Willens en wetens de gezondheid van mens en natuur in gevaar brengen is verbijsterend en schandalig”
Omwonenden bij Chemours hebben hun verhaal gedaan tijdens een hoorzitting bij de Provinciale Staten. Hun verhalen over de impact die de vervuiling van Chemours heeft gehad zijn indringend en urgent.
“Willens en wetens de gezondheid van mens en natuur in gevaar brengen is verbijsterend en schandalig”
Wanneer de acties van bedrijven mens en natuur in gevaar brengen, moet de overheid ingrijpen en naast de inwoner gaan staan. Dat is dan ook mijn inzet gisteren bij het debat bij de commissie Klimaat, Natuur en Milieu waar we over Chemours hebben gesproken. Het chemiebedrijf Chemours heeft jarenlang schadelijke forever chemicaliën (PFAS) geloosd. Daardoor is de gezondheid en veiligheid van de omwonenden in gevaar gekomen en is de natuur zwaar beschadigd.
De verhalen die ik tijdens de hoorzitting heb gehoord gaan mij aan het hart. Insprekers hadden het over kankergevallen in de familie, lichamen die kapot zijn gemaakt door het gif van Chemours, en vrouwen die er spijt van hebben dat zij hun kinderen borstvoeding hebben gegeven. Deze verhalen zijn zwaar om te horen, maar ze zijn ook ontzettend urgent. Voor veel mensen komt actie nu te laat, de vervuiling van Chemours is veel te lang doorgegaan. Decennialang willens en wetens de gezondheid van mens en natuur in gevaar brengen; informatie achterhouden; de verantwoordelijkheid proberen af te kopen; en consequent PFAS blijven lozen in het grond- en oppervlaktewater is verbijsterend en schandalig.
Als volksvertegenwoordiger voel ik de verantwoordelijkheid om in actie te komen. Wanneer mensen in Zuid-Holland klem komen te zitten tussen de winst van bedrijven en instanties die naar elkaar wijzen, moeten de Provinciale Staten de omwonenden beschermen. Voor mij is er een duidelijke bottom line: de PFAS uitstoot moet stoppen en de vervuiling moet worden opgeruimd op kosten van het bedrijf.
Om dat te bereiken is er actie van de GS nodig. Ik heb ten eerste gevraagd wat de GS noodzakelijk acht om PFAS uitstoot te kunnen verbieden en wat er gedaan kan worden bij het Rijk om zo’n verbod te organiseren. Ten tweede heb ik om een overzicht gevraagd van alle bedrijven met een vergunning om PFAS te lozen, zodat we de volgende ramp kunnen voorkomen. Ook heb ik gevraagd om een gezondheidsonderzoek onder de inwoners van Zuid-Holland en de omwonenden van Chemours om de negatieve effecten van PFAS-uitstoot van bedrijven, zoals Chemours, aan te tonen om de vergunning van het bedrijf te laten intrekken. Tot slot moet de bodem, het grond- en oppervlakte water bij Chemours worden opgeruimd. Ik heb de GS gevraagd welke stappen daarvoor worden gezet.
Gelukkig sta ik hierin niet alleen. Samen met andere Statenleden zal ik me blijven inzetten voor de omwonenden bij Chemours, en een gezonde leefomgeving voor heel Zuid-Holland.