D66 Zuid-Holland wil zwemlessen toegankelijker maken

D66 Zuid-Holland maakt zich zorgen over het toenemende aantal verdrinkingen in zee en stelt daarom vragen in de Provinciale Staten. Afgelopen zomer verloren meerdere mensen hun leven in de zee, waaronder een 8-jarige jongen bij de Maasvlakte. Dit incident onderstreept volgens ons hoe belangrijk het is om de zwemvaardigheid te verbeteren en de kennis over stromingen en getijden te vergroten. Daarom stelden wij schriftelijke vragen.

Evita Rozenberg, woordvoerder recreatie, benadrukt het belang van onderwijs in het terugdringen van verdrinkingen. “Sinds het schoolzwemmen is afgeschaft, zien we dat steeds meer kinderen onvoorbereid de zee in gaan”. Om dit probleem aan te pakken, vragen wij om te onderzoeken of zwemlessen in zee onderdeel kunnen worden van het onderwijs in Zuid-Holland.
 
Momenteel zijn zeezwemlessen vaak te duur voor veel gezinnen. Hier speelt de provincie een belangrijke rol: “Iedereen moet de kans krijgen om veilig van onze prachtige kust te genieten. Door zwemlessen toegankelijk te maken, vergroten we de vrijheid voor iedereen om zorgeloos te recreëren en deze tragedies te voorkomen.”

Kijk hier terug: Evita Rozenberg bij DenHaag FM over zwemlessen.

Beeld: DenHaag FM

Lees hier de schriftelijke vragen:

Toelichting:
Jaarlijks wijst de provincie Zuid-Holland als het bevoegd gezag de zwemlocaties in natuurwater aan. 
De aangewezen locaties liggen zowel langs de kust als in binnenwateren. De locaties worden gedurende het zwemseizoen gecontroleerd op veiligheid en waterkwaliteit. De aangewezen locaties zijn te herkennen aan de landelijke informatieborden en zijn te vinden op de kaart op de landelijke website www.zwemwater.nl
Bron: Lijst Zwemlocatie 2024 PZH-2024-850647091 1
 
Afgelopen zomer vonden er wederom meerdere verdrinkingen plaats op deze aangewezen zwemlocaties, waaronder een 8-jarige jongen bij het strand aan de Maasvlakte. Haags Weekblad Den Haag Centraal schrijft dat jaarlijks het grootste deel van verdrinkingen in zee plaatsvindt en dat dit voornamelijk veroorzaakt wordt door een gebrek aan ervaring met stroming en wisselende getijden en het afschaffen van schoolzwemmen (bron: https://www.denhaagcentraal.net/nieuws/waarschuwing-na-zoveelste-verdrinking-onderschat-de-zee-nooit/).  
 
 
Vragen:
 
1. Hoeveel verdrinkingen en reddingen hebben er in het afgelopen badseizoen in Zuid-Holland plaatsgevonden? Is dit aantal toegenomen of afgenomen in vergelijking met andere jaren? Wat waren de voornaamste oorzaken van de verdrinkingen?
2. Deelt het college de conclusie van het artikel dat het grote aantal verdrinkingen in zee mogelijk veroorzaakt wordt door een gebrek aan ervaring met het zwemmen in de zee en het afschaffen van schoolzwemmen? 
3. Welke rol ziet het college voor de Provincie om er de komende jaren voor te zorgen dat er minder verdrinkingen met zwemmen in natuurlocaties zullen plaatsvinden? 
 
In het artikel geeft Joeri Fredriks van zeezwemschool ABZee in Scheveningen aan, volgend jaar twaalfhonderd mensen les te kunnen geven. Hij pleit voor een subsidie voor mensen die de cursus 
van € 45,- niet kunnen betalen. 
 
4. Staat het college ervoor open om een pilot op te starten en zeezwemmen onderdeel te maken van het onderwijs? Te denken valt dan bijvoorbeeld aan een dagje strand met de groep na het behalen van het schoolzwemdiploma om meer te leren over stromingen en wisselende getijden.
5. Welke mogelijkheden ziet het college om de veiligheid van zwemmers te vergroten? Is het college van mening dat er daarbij niet alleen naar de omgeving moet worden gekeken maar ook naar de zwemmers zelf?
 
Internationaal is er een beweging gaande om steden zwembaar te maken. De Verenigde Naties heeft in 2023 een handboek Swimmable Cities uitgebracht en bij de Olympische Spelen in Parijs kon er in de Seine gezwommen worden.

6. Heeft de provincie een rol gehad bij het mogelijk maken van zwemmen in de Rotterdamse Rijnhaven?Zo ja, welke was dat?
7. Op welke locaties is er nu sprake van overlast door zwemmers en is het college bereid te onderzoeken of hier alternatieven geboden kunnen worden voor zwemmers? Bijvoorbeeld met een ‘afgebakend zwembad’?
8. Welke mogelijkheden ziet het college om in Zuid-Hollandse gemeenten de deelname aan het schoolzwemmen te vergroten?