Waar je vandaan komt bepaalt in het onderwijs nog te vaak je toekomst. Of je ouders rijk of arm zijn, bijvoorbeeld, of waar je geboren bent. We hebben veel te weinig leraren, vooral op scholen waar leerlingen het al moeilijk hebben. Kinderen leren zo niet hoe ze mee moeten komen. Dat moet anders.
Kinderen moeten goed leren lezen, schrijven en rekenen. Maar ook weten hoe ze inwoner van ons land moeten zijn. De rijke schooldag wordt de norm. Dan krijgen kinderen ook bijles, sport en cultuur. We hebben geduld met kinderen en jongeren. Niet iedereen hoeft even snel te gaan. We moeten leraren waarderen en ruimte geven om te ontwikkelen.
Iedereen moet ruimte krijgen voor zijn eigen talent. Je krijgt daarbij extra hulp als je met meer hindernissen te maken hebt gehad. Bijvoorbeeld als je de taal nog niet goed kende als kind.
Onderwijs is geen ladder, maar een waaier. Alle talenten en opleidingen zijn waardevol. Studenten kunnen meerdere opleidingen doen en naar het buitenland gaan. Leren en ontwikkelen houdt nooit op. Daarom krijgt iedereen geld om meer te leren.
We vinden dat kinderopvang tot 12 jaar door de overheid geregeld moet worden. We beginnen binnenkort met opvang die bijna gratis is.
We breiden het ouderschapsverlof uit. Straks kunnen ouders die werken het eerste levensjaar van hun kind thuis zijn.
Leraren krijgen een beter salaris en een fijnere werkomgeving. Bijvoorbeeld met minder administratie. We geven leraren het vertrouwen om hun werk goed te doen.
Studenten in het hoger onderwijs moeten allemaal een even hoge aanvullende beurs krijgen. Of je nu naar het mbo, hbo of de universiteit gaat.
Studenten die niet meer thuis wonen, kregen tijdelijk een hogere beurs. Dat houden we zo. Voor wie er geen basisbeurs was, zorgen we dat de rente over hun studielening niet te hoog wordt.
We zorgen ervoor dat iedereen kan blijven leren met een leerbudget. Dat is geld dat je mag uitgeven aan een opleiding of cursus.