Voorkom een containerramp en bescherm de natuur
Op de stormachtige nacht van 1 op 2 januari 2019 verloor een van de grootste containerschepen ter wereld, de MSC Zoë, 342 containers. Enorme hoeveelheden plastic, sandalen, lithium-ion batterijen, krukjes en talloze andere chemische stoffen en schadelijke voorwerpen kwamen terecht in het water, net ten noorden van de Waddenzee. Een regelrechte ramp voor het kwetsbare Waddengebied. De ramp heeft tot op de dag van vandaag een enorme impact op de natuur.
Ruim anderhalf jaar later zijn nog steeds 41 containers en 800 ton lading onvindbaar. Dat zijn ruim 80 vuilniswagens vol afval die in zee liggen en waarschijnlijk nooit meer teruggevonden worden.
Het Waddengebied kent bij bepaalde stormachtige weersomstandigheden verhoogde risico’s op het overboord slaan van containers. Doordat in zeecontainers tegenwoordig veel verschillende goederen worden vervoerd, zijn containerrampen bijzonder lastig te beheersen. De ramp met de MSC Zoë laat zien dat in zo’n geval over een groot gebied vervuiling plaats kan vinden die niet of nauwelijks is op te ruimen.
D66 springt op de bres voor onze natuur. Om onze Waddengebieden te beschermen. Om te voorkomen dat er nog zo’n ramp als met de MSC Zoë plaatsvindt.
We stellen het volgende voor:
1. Nederland gaat zo snel mogelijk met Duitsland en Denemarken naar de International Maritime Organisation (IMO) om de Zuidelijke vaarroute door de Waddenzee helemaal te sluiten wanneer het stormt.
2. De Kustwacht mag bindende adviezen te geven over welke vaarroute genomen wordt. Schepen worden begeleid mocht er een storm zijn.
3. Nederland gaat strengere eisen invoeren met betrekking tot wie containers mag vastmaken aan de schepen en hoe dit gebeurt. Technische eisen voor schepen moeten ook strenger.
4. Indien een containerramp toch gebeurt, moet het plan van aanpak goed duidelijk zijn. Er moet een apart draaiboek komen waarbij het verplicht aanleveren van ladinglijsten deel uitmaakt.