Samen kunnen we het verschil maken.

Sigrid Kaag - Partijleider Sigrid Kaag tijdens een event in Amsterdam. Beeld: Jeroen Mooijman

In een wereld waarin ieder mens op kwaliteiten wordt geschat, waarin een ieder gelijk wordt behandeld, waarin ieders inbreng dezelfde waarde wordt toegedicht, zou Internationale Vrouwendag niet nodig zijn.

En zou ik mij, als vrouw, als politica, niet wéér genoodzaakt voelen om me mezelf uit te spreken voor de vrouwenzaak. Maar ik voel de behoefte om hier vandaag te staan. Vrouwen kunnen nog altijd niet rekenen op gelijke behandeling en dit zal niet veranderen door erover te zwijgen.

Gesproken woord geldt

Ontmoedigen,
demotiveren,
bang maken

Het blijkt uit de cijfers. Eén op de drie jonge vrouwen krijgt te maken met online (seksueel) geweld. 82% van vrouwelijke journalisten heeft wel eens te maken gehad met een vorm van agressie, intimidatie en bedreiging.

Zo’n 55 procent van de vrouwelijke ambtsdragers zoals ministers en wethouders heeft te maken met, vooral verbale, agressie en geweld.
En uit onderzoek blijkt dat 10 procent van alle tweets tussen 1 oktober 2020 en 26 februari 2021, gericht op vrouwen op Nederlandse kieslijsten, haatdragend of zelfs bedreigend waren.
Vrouwen die het lef hebben om naar voren te stappen, worden als stukken rood vlees in de online-arena gegooid. Met een duidelijk doel: ontmoedigen, demotiveren, bang maken.

Het overkwam Dilia Leitner, die zich als raadslid inzette voor haar stad. Met een suggestief bericht zette Wilders zijn honderdduizenden volgers aan het werk. Vanuit gure zolderkamertjes werd Dilia bestookt met seksistische drek en haat.

Het overkwam ook journalist Natascha van Weezel. Een slordigheid in een column leverde haar een woedende tweet van FvD-Kamerlid Van Houwelingen op. Met daaropvolgend duizenden berichten van het haatleger van Forum.

We kunnen het
ons niet veroorloven

Vrouwen zouden nooit een aarzeling mogen voelen om een stap naar voren te zetten. Dat die aarzeling er steeds vaker wél is, dát is het probleem. Dat is niet alleen slecht voor vrouwen zelf, het is ook schadelijk voor ons land. Onze democratie werkt niet goed als niet iedereen mee kan doen.

Het betekent dat belangrijke stemmen niet worden gehoord en goede ideeën niet altijd serieus worden genomen. We kunnen het ons simpelweg niet veroorloven om een giftig klimaat van seksisme te laten bestaan. Omdat het onze democratie verlamt en de vooruitgang van Nederland in gevaar brengt.

Het nieuwe extreemrechts als aanjager van
online haat

Nederland is niet immuun voor de wapens van conservatieve krachten. We kennen het klassieke conservatisme waarbij vrouwen enkel goed zijn voor een rol op de achtergrond, maar het is de misogyne inborst van het nieuwe extreemrechts waar ik me meer zorgen over maak.

Conservatieve en extreemrechtse politici spelen een belangrijke rol in het aanjagen van online vrouwhaat en intimidatie. In een vingerknip zwengelen ze hun legers toetsenbordridders aan om vrouwen monddood te maken en te kleineren.
Deze online kruistochten zijn niet alleen een aanval op individuen, het zijn ook aanvallen op onze democratie.

Ik kan er wel tegen. Maar ik zie het als mijn plicht, als vrouw in de politiek, als leider van de tweede partij van Nederland, als vicepremier, om mij hierover uit te spreken.

Verandering
is mogelijk

De situatie is niet hopeloos. Dat spreekt alleen al uit het feit dat we hier vandaag samen zijn.

Big tech
In de zoektocht naar een weg vooruit kijk ik nadrukkelijk naar big tech. Op hun platforms zijn vrouwen en minderheden aangeschoten wild. Denk aan de perverse algoritmes die opruiende, haatzaaiende of illegale berichten een megafoon geven. De winsten zijn voor de techreuzen, de kosten voor de maatschappij. Wat mij betreft gaan we zulke algoritmes verbieden, want deze online sentimenten vinden altijd hun weg naar het echte leven. Daarmee vormen ze een bedreiging voor onze samenleving.

Samenleving
Maar er is meer wat we kunnen doen. Wat de samenleving kan doen. We moeten ons blijven uitspreken. Het gesprek blijven voeren. De confrontatie aan blijven gaan. En als we straks in het stemhokje staan, kunnen we ons rode potlood gebruiken om op een vrouw te stemmen. Of op een man met een warm hart voor de vrouwenzaak.
We kunnen met datzelfde potlood extreemrechtse en conservatieve politici uit de provinciebesturen houden. En als we dan het stemhokje uitlopen, kunnen we de moed vinden om onszelf uit te spreken. Want de stilte van omstanders is vaak pijnlijker dan de opmerking zelf.

Tot slot

Er zijn genoeg redenen om hoopvol te zijn. Verandering wordt mogelijk gemaakt door mensen. Een blik op het verleden laat dat zien. Mijn oma kreeg in 1919 voor het eerst de mogelijkheid om te gaan stemmen. Mijn moeder maakte het mee dat Marga Klompé in 1956 de eerste vrouwelijke minister werd.

En ik was zelf een twintiger toen abortus in 1984 werd gelegaliseerd. Laten wij de generatie zijn die nieuwe doorbraken forceert. Die het recht van vrouwen om aan tafel te zitten zo normaal maakt dat iedereen het respecteert.

We kunnen alleen die doorbraak forceren als mannen zij aan zij staan met vrouwen. Samen kunnen we het verschil maken.