D66 dient aangepaste wet ‘Voltooid Leven’ in bij Tweede Kamer

Tweede Kamerlid Anne-Marijke Podt (D66) dient vandaag het aangepaste initiatiefwetsvoorstel ‘Voltooid Leven’ in bij de Tweede Kamer. Wanneer het wetsvoorstel wordt aangenomen krijgen ouderen op hoge leeftijd die hun leven voltooid achten de mogelijkheid om met hulp hun leven op een zelfgekozen moment te beëindigen.

Anne-Marijke Podt - Beeld: Phil Nijhuis

Anne-Marijke Podt:

‘D66 vindt het belangrijk dat mensen zelf beslissingen mogen maken over hun leven. Ook fundamentele beslissingen over het levenseinde horen daarbij. Met dat uitgangspunt heeft Pia Dijkstra gewerkt aan een wetsvoorstel dat ouderen meer zelfbeschikking geeft ten aanzien van het levenseinde. Vanuit diezelfde overtuiging heb ik eind vorig jaar volmondig ‘ja’ gezegd op de vraag of ik verder wilde gaan werken aan het wetsvoorstel. Bij waardig leven hoort wat mij betreft ook waardig en op eigen voorwaarden kunnen sterven.’

Een waardig
levenseinde

Het wetsvoorstel geeft mensen van 75 jaar en ouder die hun leven als voltooid zien de mogelijkheid om het leven op een zelfgekozen moment op een waardige manier te kunnen beëindigen. Hiervoor wordt een nieuw beroep gecreëerd, de levenseindebegeleider. Deze levenseindebegeleider voert samen met de oudere intensieve gesprekken over de wens om te sterven. Ook toetst de levenseindebegeleider of het verzoek een weloverwogen, vrijwillig en duurzaam karakter heeft en daarmee voldoet aan de zorgvuldigheidseisen.

Het traject met de levenseindebegeleider duurt minimaal zes maanden, waarin minimaal drie gesprekken worden gevoerd. Als de oudere en de levenseindebegeleider tot de conclusie komen dat er meer tijd nodig is, dan is dat altijd mogelijk.

Aanpassingen aan het wetsvoorstel

In 2020 heeft de Raad van State advies uitgebracht over het initiatiefwetsvoorstel. ‘Dat advies hebben we zorgvuldig en uitgebreid bestudeerd. Het gaat om een complex thema, we wilden weloverwogen en goed geïnformeerd een volgende stap zetten’, aldus Podt over haar werk aan de wet.  ‘Op basis van het advies van de Raad van State en vele waardevolle gesprekken met belanghebbenden, experts en ouderen hebben we het wetsvoorstel op een aantal punten aangepast. We zijn nu klaar voor behandeling in de Tweede Kamer.’

Het advies van de Raad van State ging onder meer over de betrokkenheid van een arts en de duur en intensiteit van het traject. In het aanvankelijke wetsvoorstel hadden artsen geen betrokkenheid, dat passen we nu aan. De arts wordt in het aangepaste voorstel betrokken in het voortraject en informeert de levenseindebegeleider over de medische situatie van de oudere. Zo kan de levenseindebegeleider het verzoek beter wegen. Ook kan worden bezien of de oudere wellicht (ook) terecht zou kunnen bij de euthanasiewet.

Ook passen we de duur en intensiteit van het traject met de levenseindebegeleider aan. In het aanvankelijke voorstel liep het traject minimaal twee maanden met daarin minimaal twee gesprekken. We breiden het traject uit naar minimaal zes maanden met daarin minimaal drie gesprekken. Deze periode biedt de levenseindebegeleider genoeg tijd om de coherentie en duurzaamheid van de wens om het leven te beëindigen vast te stellen.

Maatschappelijke
debat

Het gesprek over ‘Voltooid Leven’ wordt al langer breed in de maatschappij gevoerd. Al in 2010 werd een burgerinitiatief met ruim 110.000 handtekeningen aangeboden aan de Tweede Kamer waarin werd gepleit voor een regeling rond voltooid leven. Podt werkt sinds eind 2022 aan de aanpassing van het wetsvoorstel, dat in 2020 werd ingediend door voormalig D66-Kamerlid Pia Dijkstra.

‘Het onderwerp raakt mensen. Daarom ben ik, vaak in samenwerking met de NVVE, met iedereen die daarvoor openstond in gesprek gegaan toen ik aan het initiatiefvoorstel begon te werken. Met artsen, ouderen, mensen die heel erg tegen zijn, mensen die heel erg voor zijn, maar ook mensen die liever een verdergaand voorstel hadden gezien. De gesprekken waren soms moeilijk, maar werden altijd met respect voor elkaar gevoerd. Daar ben ik iedereen dankbaar voor’, zegt het Kamerlid van D66 over haar werk aan het aangepaste voorstel.

Ze besluit: ‘Ik hoop dat we het debat over dit fundamentele thema met respect en waardigheid kunnen blijven voeren. De komende tijd ga ik met het nieuwe wetsvoorstel in de hand graag het gesprek aan met iedereen die dat wil. Met als doel dat we uiteindelijk samen een stap vooruit kunnen zetten.’