Sigrid Kaag in debat over formatie: “De problemen zijn té groot om nog langer te dralen.”

D66-fractievoorzitter Sigrid Kaag sprak in het debat over het eindverslag van informateur Herman Tjeenk Willink over de volgende stappen in het formatieproces: “We hebben het veel over onszelf gehad de afgelopen weken. Over onze bestuurscultuur en bestuursstijl. Over de antwoorden op de grote vragen mogen we acht weken na de verkiezingen wel eens écht gaan praten.” Haar hele bijdrage aan het debat lees je hieronder.

12.05.2021

Ik zou graag de heer Tjeenk Willink enorm bedanken voor zijn werk. Zijn opdracht was geen eenvoudige, na de mislukte verkenning. De conclusie van de heer Tjeenk Willink is dat de inhoudelijke informatie nu van start kan gaan.

Het vervolgproces dat hij voorstelt, verloopt langs de lijn van de inhoud. Dat spreekt mij zeer aan, niet alleen mij, mijn partij en vele anderen, want uiteindelijk gaat het om het resultaat. Wat gaat een volgende kabinet doen om het land weer vooruit te helpen?

We hebben het veel over onszelf gehad de afgelopen weken. Over onze bestuurscultuur en bestuursstijl. Daar moeten we de komende weken, dat blijkt wel, nog steeds hard aan werken. De komende weken en jaren. Maar wat we nooit uit het oog mogen verliezen is dat besturen uiteindelijk een middel is om maatschappelijke, economische problemen problemen op te lossen. En de situatie in ons land te verbeteren voor eenieder die hier woont.

Wat doen we aan het economisch en maatschappelijk herstel? Aan de toenemende en geconstateerde kansenongelijkheid? Pre-corona maar ook door corona. De klimaatcrisis en voldoen we wel tijdig aan de Urgenda-uitspraak? De stikstofproblematiek, het woningtekort?

Over de antwoorden op die vragen mogen we acht weken na de verkiezingen wel eens écht gaan praten. Dát is waar Nederland iets aan heeft, waar mensen iets aan hebben. En wat ze ook mogen verwachten na de verkiezingen. De problemen zijn té groot om nog langer te dralen.

Andere landen lukt het wel om op dit moeilijke moment in de geschiedenis, in een corona-crisis, in een pandemie, stappen vooruit te zetten. In de Verenigde Staten trekt president Biden 2.000 miljard dollar uit voor economische steun. Duitsland verhoogt de klimaatdoelstelling naar 65% CO2-reductie in 2030. En in tegenstelling tot Nederland heeft België wél een plan ingediend voor het Europese coronafonds waarmee het land groen, digitaal en sociaal uit de crisis komt.

Voorzitter, alle reden om snel door te gaan met de volgende fase van de informatie. Ik heb daarover nog wel een vraag aan de informateur. Hij stelt voor dat de volgende informateur overeenstemming gaat zoeken voor een herstel-en transitiebeleid en daarnaast een inventarisatie maakt van andere urgente, grote problemen. 

Tegelijkertijd schrijft hij dat het herstelbeleid niet kan worden losgezien van de kansenongelijkheid in het onderwijs, de arbeidsmarkt, de stikstofcrisis en het tempo waarin we huizen moeten bouwen. Het is eigenlijk al per eergisteren om het zo maar te noemen. 

Ik wil hem vragen die fasering te verhelderen. Is er niet zo veel samenhang tussen het herstelbeleid en andere grote problemen, dat de scheiding tussen deze twee in de praktijk heel moeilijk is en te complex zal blijken?

Voorzitter, informateur Tjeenk Willink heeft een scherpe analyse gemaakt van de problemen in onze democratische rechtsstaat. Versterking van de democratische rechtsorde is een belangrijke opdracht voor het kabinet en voor de Kamer. Daarbij is het mijn stellige overtuiging dat vertrouwen in de overheid alleen kan bestaan als de overheid ook echt weer de burgers gaat vertrouwen. Dit gaat niet alleen over bestuursstijl, of macht en tegenmacht. De manier van besturen is een middel, dat uiteindelijk ten dienste staat van een doel: een sterker, rechtvaardiger en inclusiever Nederland.

Daarbij gaat het niet alleen om regels en wetten, maar ook over houding en politiek cultuur. Een grondhouding van vertrouwen en matiging, in plaats van wantrouwen en escalatie. Misschien is die hartenkreet, wat mij betreft, van informateur Tjeenk Willink nog wel de belangrijkste boodschap aan ons allen, of wij nu in de oppositie of in de coalitie zitten.

Uiteindelijk dragen wij met alle 150 Kamerleden ook de verantwoordelijkheid voor het bestuur van ons land. In die zin geeft het vertrouwen dat een groot deel van deze Kamer mogelijkheden ziet voor de vorming van een kabinet. Ik hoop dat wij daar voortvarend, zonder enige draling, mee verder kunnen gaan. Daartoe zal ik een motie indienen in het eerste termijn.