Lees voor

Gelijke kansen voor mbo’ers

Bij D66 geloven we dat goed onderwijs de motor is van vooruitgang. Iedereen moet de kans krijgen om zijn talent te ontdekken en te ontwikkelen. Of je nu advocaat, elektricien, verpleegkundige of softwareontwikkelaar wilt worden. Voor ons zijn mbo-studenten net zo belangrijk als universiteitsstudenten. Want zonder vakmensen komt Nederland tot stilstand. Zij bouwen onze huizen, zorgen voor onze ouderen, houden onze techniek draaiend en verduurzamen onze toekomst. D66 wil dat het mbo dezelfde waardering, kansen en mogelijkheden krijgt als het hbo en de universiteit.

Vakmensen

Nog te vaak worden mbo-studenten niet gezien als volwaardige studenten. Dat begint al bij de naam: het “middelbaar” beroepsonderwijs is allesbehalve middelbaar in betekenis. Terwijl mbo’ers onze samenleving draaiende houden, kampen ze met achterstelling. De ov-kaart kwam er laat, studentenvoorzieningen zijn beperkt en stages blijven soms onbetaald of moeilijk te vinden. Bovendien worden mbo-scholen vaak buiten gesprekken gehouden over innovatie en duurzaamheid, terwijl juist daar de praktische kennis zit die we hard nodig hebben.

De huidige arbeidsmarkt laat zien hoe groot hun waarde is. Nederland heeft duizenden technici, zorgmedewerkers, bouwvakkers, koks en installateurs te kort. Dat tekort remt niet alleen de economie, maar ook bijvoorbeeld de woningbouw en de verduurzaming van woningen. Zonder goed opgeleide vakmensen kunnen we geen huizen isoleren, geen warmtepompen installeren en geen zorg leveren aan wie dat nodig heeft. Daarom is het nú tijd om het mbo de waardering en de middelen te geven die het verdient.

Erkenning mbo-studenten

D66 wil dat elke mbo-student gelijke kansen krijgt om zich te ontwikkelen. Dat begint met erkenning: studenten in het mbo verdienen dezelfde status en voordelen als studenten in het hbo en wo. Daarom maakt D66 zich sterk voor een echte studentenstatus voor mbo’ers. Dat betekent gelijke rechten, toegang tot studentenvoorzieningen, betere huisvesting en eerlijk betaalde stages.

Ook investeren we in de kwaliteit van het onderwijs. D66 wil kleinere klassen, meer persoonlijke begeleiding en meer ruimte voor docenten om hun vak uit te oefenen. We stimuleren samenwerking tussen scholen en bedrijven, zodat opleidingen beter aansluiten op de arbeidsmarkt en studenten sneller werk vinden. Daarnaast investeren we in leven lang leren, zodat vakmensen zich kunnen blijven ontwikkelen in een snel veranderende economie.

Groene transitie

D66 ziet het mbo bovendien als sleutel tot de groene en technologische transitie. We willen dat meer jongeren kiezen voor opleidingen in duurzaamheid, techniek en zorg. Dat doen we door opleidingen aantrekkelijker te maken, stages goed te belonen en te zorgen dat nieuwe technologieën snel hun weg vinden naar het klaslokaal. Want de innovaties van morgen beginnen in de werkplaatsen en labs van vandaag.

Daarnaast reserveren we geld om de aanvullende beurs gelijk te trekken tussen MBO, HBO en WO en draaien we bezuinigingen op het stagefonds in de zorg terug.

Trotse mbo’er

D66 kiest voor een Nederland waarin alle studenten gelijke kansen krijgen, ongeacht de route die ze kiezen. We willen dat mbo’ers met trots over hun opleiding kunnen praten, omdat ze weten dat hun bijdrage onmisbaar is. Als we echt geloven in vrijheid en vooruitgang, moeten we investeren in ieder talent, zowel praktisch, creatief en technisch.

Voor D66 is dat geen belofte, maar een opdracht: het mbo verdient de plek in de schijnwerpers die het allang hoort te hebben. Want zonder vakmensen geen toekomst.