Rob Jetten over gebeurtenissen Amsterdam: ‘Deze tijd vraagt om verantwoordelijk leiderschap’

Bekijk hier de inbreng van Rob Jetten

Rob Jetten - Beeld: Martijn Beekman

De recente gebeurtenissen in Amsterdam maken veel mensen boos en verdrietig. Partijleider Rob Jetten spreekt zich in het Kamerdebat uit over de gebeurtenissen en roept politici op om het vuur niet verder op te stoken, maar de rust terug te brengen. Lees hieronder zijn inbreng in het debat.

Voorzitter, De gebeurtenissen van afgelopen week, maken mij en vele Nederlanders, boos en verdrietig. En hoewel diepe verontwaardiging op zijn plaats is, helpt het niet om alleen verontwaardigd te zijn.

Juist nu moeten we de rust terugbrengen. Het vuur niet verder opstoken. Om chaos te voorkomen. Om onze samenleving bij elkaar te houden. 

Dát is wat alle Nederlanders van ons als politici mogen verwachten.

Gisteravond sprak ik mensen uit de Joodse gemeenschap. Incident na incident maakt hen moedeloos. Een generatie die hoopte de gordijnen weer te openen, voelt dat ze hun Joods zijn weer moeten verbergen. De joodse gemeenschap die al zwaar onder druk staat, is door dit geweld in haar ziel geraakt.

De golf aan antisemitisch geweld van donderdagnacht is huiveringwekkend. Ik heb geen goed woord over voor de criminelen die hebben huisgehouden. Wie dit antisemitisch geweld op zijn geweten heeft, dient te worden opgespoord, berecht en bestraft.

Voorzitter, ook een deel van de Maccabi-supporters heeft zich buitensporig misdragen. Hooligans die scanderen ‘dat er geen ziekenhuizen meer zijn in Gaza omdat er geen kinderen meer zijn’. Die vlaggen roven, terwijl die voor velen symbool staan voor het hartverscheurende leed dat de Palestijnen wordt aangedaan door Netanyahu. Het is misselijkmakend.

Het schofterige gedrag van de één is geen enkel excuus voor het gedrag van de ander. In dit land veroordelen we aso-gedrag en geweld. Altijd. Ongeacht wie het pleegt. Ongeacht wie het raakt. En politici, leiders van dit land, horen daarin niet met twee maten te meten.

Terwijl er honderden politieagenten op de been waren om de rust te herstellen, gooiden Haagse politici extra olie op het vuur. Wilders en Yesilgöz buitelden over elkaar heen om de schuld in de schoenen te schuiven van de gehele Marokkaans-Nederlandse gemeenschap.
Wanneer zijn we gestopt mensen te beoordelen als individu, op hun daden, en niet op hun identiteit?

Zelfs als een deel of alle daders van Marokkaanse komaf zijn, is het niet zo dat alle Marokkaanse Nederlanders schuldig zijn. In tegendeel. Veruit de meesten van hen gruwen net als iedereen van dit geweld en worden nu de dupe van deze groep geweldplegers en de over-één-kam-scheerders.

Voorzitter, laten we oppassen Nederland verder te verdelen. Laten we oppassen met groepen tegen elkaar opzetten. Dat werkt polarisatie, antisemitisme, moslimhaat en geweld alleen maar in de hand.

We hebben serieuze maatregelen nodig die bijdragen aan een betere samenleving die vrij en veilig is – voor iedereen.
Daarom vraag ik de minister-president:
– Is het kabinet bereid de kosten van beveiliging van Joodse objecten en scholen voor haar rekening te nemen?
– Overweegt het kabinet bufferzones waar niet gedemonstreerd mag worden rondom Joodse instellingen?
– Draait het kabinet de bizarre bezuiniging op Joods Maatschappelijk Werk terug?
– Gaat het kabinet nu eindelijk werk maken van politieteams die gespecialiseerd zijn in racisme en discriminatie?
– De Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding adviseerde in 2022 daders van antisemitisme niet alleen een gewone straf te geven, maar óók een educatieve. Zoals een bezoek aan het Nationaal Holocaust Museum of een concentratiekamp. Zodat zij leren welke verschrikkingen de Joodse gemeenschap heeft doorgemaakt. D66 heeft eerder gevraagd dit vaker in te zetten. Gaat het kabinet dit nu eindelijk doen?
– En om de invloed van de radicale islam op jongeren aan banden te leggen is toezicht op weekendscholen nodig en moet financiering uit onvrije landen stoppen. Allemaal voorstellen die ook D66 gedaan heeft: dus maak daar werk van.

De afgelopen dagen zijn grote woorden gebruikt over integratie. Als het ons menens is met integratie, moeten we mensen die hier nieuw komen direct de taal leren en hen toestaan meteen aan het werk te gaan. Tot nu toe wordt dat door rechtse partijen geblokkeerd. Gaat het kabinet dit eindelijk regelen?

Als het ons menens is met integratie, dan zetten we niet honderdduizenden tweede, derde, vierde generatie Nederlanders weg, maar bestrijden we met wortel en tak het racisme en de discriminatie die hen uitsluit van onze samenleving.
Welke actie kunnen we van het kabinet verwachten op dit punt?

Voorzitter, dit gaat uiteindelijk om de vraag hoe wij samen leven. Alles begint met het bijbrengen van normen en waarden aan onze jeugd. Als kinderen het van huis uit niet meekrijgen, het respect voor en de kennis over anderen, dan moet dat op een andere manier.
Op school, bijvoorbeeld tijdens de geschiedenisles, of bij een bezoek aan een voormalig concentratiekamp.

En wat ook tot normen en waarden behoort, is terechtwijzing als je over de schreef gaat. Door ouders, door een leraar, door de wijkagent. Of als je de wet overtreedt, door de rechter.

Voorzitter, ik kom terug op wat ik in het begin zei.
Wij politici geven het voorbeeld, ons gedrag wordt op een schaaltje gewogen. Als wij niet normaal kunnen doen, waarom zouden mensen in het land dat dan wel doen?

Dit vraagt om verantwoordelijk leiderschap: geen politiek gewin als de samenleving op drift raakt. Mensen zien als mens, hen beoordelen als individu, groepen niet tegen elkaar opzetten. Laten we vandaag dat goede voorbeeld geven.