Maidenspeech Hanneke van der Werf: “Schijnveiligheid mag echte veiligheid nooit verdringen.”

Vandaag gaf Tweede Kamerlid Hanneke van der Werf haar maidenspeech. De spreektekst lees je hier.

01.07.2021

Waar wordt Nederland veiliger van? Dat is de vraag die vandaag voorligt.

In 2014 stapte ik als raadslid de politieke arena binnen als woordvoerder Veiligheid. Hier zo’n honderd meter verderop, in het Haagse stadhuis. Voor de kenners: het IJspaleis. Die zomer zag je hier in de stad de gevolgen van de oorlog die zich in Syrië en Irak afspeelde.

Op het Hobbemaplein verzamelden zich voorstanders van het IS-regime, die luid en duidelijk hun steun betuigden aan de jihadi’s die naar het Midden-Oosten trokken.

Vrouwen, ook uit deze stad, reisden hen achterna. Met een mengeling van boosheid, walging en verwondering sloeg ik het gade.
En ik was niet de enige. 

Het conflict, de aanslagen en de vluchtelingenstroom die het veroorzaakte, werkten door in de politieke gemoederen en verhoudingen. De premier van Nederland zette toen de toon: Jihadisten kunnen beter creperen in de woestijn, dan hier in Nederland voor de rechter verschijnen. Daarmee was de toon gezet: You’re either with us, or you’re against us. De werkelijkheid werd gereduceerd tot identiteitspolitiek. Welkom in de wereld van de nieuwe verzuiling.

En de loopgraven zijn inmiddels overzichtelijk geworden. Wie voor het klimaat redden is, is tegen zwarte piet. Wie tegen immigratie is, is voor de Brexit. En zo gaat het in het veiligheidsdebat maar al te vaak. Er wordt een positie ingenomen en met man en macht verdedigd, voordat de vraag is gesteld: waar wordt Nederland nou echt veiliger van? 

Die vraag wil ik tijdens mijn Kamerlidmaatschap wel stellen. Omdat politici meer zijn dan een spreekbuis van de onderbuik. Omdat politici de verantwoordelijkheid hebben om moeilijke keuzes te maken, ook als dat electoraal niet uitkomt. En omdat schijnveiligheid echte veiligheid nooit mag verdringen.

Hetzelfde geldt bij het terughalen van IS-vrouwen en hun kinderen. 
Daarom werd hierover op initiatief van D66 een hoorzitting met de veiligheidsexperts gehouden.

Uit het antwoord van de NCTV, de AIVD en het OM valt maar één conclusie te trekken: het is veiliger uitreizigers terug te halen, dan hen daar te laten. Hier kunnen we ze berechten, bestraffen én blijven volgen. Daar niet.

Laten we ze daar, dan dreigen ze onder hun straf uit te komen,
en onder de radar terug te keren. Vijftien vrouwen zijn inmiddels ontsnapt. Vijftien! Wie weet onderweg naar Europa, wie weet om een aanslag te plegen. De vraag is dan ook: waarom heeft het kabinet deze vrouwen niet veel eerder teruggehaald? Waarom heeft het kabinet niet eerder geluisterd naar haar eigen diensten? Zo’n dertig vrouwen zitten nog wel in de kampen. Gaan we die ophalen? Of wachten we tot zij ook ontsnappen? Of tot de Koerden de kampen openzetten? 

Weet u het nog, de Koerden? Ze mochten wel doelen voor onze F16’s selecteren. Maar toen ze vroegen of we onze IS-ers wilden ophalen,
omdat ze anders zouden ontsnappen, gaven we niet thuis. 
 
Terwijl niet ophalen, ook betekent niet berechten. En niet berechten, betekent voor de veiligheidsdiensten niet meer volgen. Justitie en veiligheid gaan dus hand in hand. Daarom vraag ik minister Grapperhaus of hij zich nu maximaal gaat inspannen om te zorgen dat alle IS-vrouwen berecht en bestraft worden.

Daarmee beperk je niet alleen de dreiging van terrorisme, maar ook van de kinderen van deze vrouwen. Hoe langer zij in kampen zitten met IS-strijders, hoe groter de kans dat zij radicaliseren.

Voorzitter, een groep die we in deze discussie ook niet onbenoemd mogen laten, zijn de kinderen van de yezidi’s. Slaven mag je verkrachten zonder met ze te trouwen, vinden de moslim-extremisten van IS. Dat tekent het lot van de duizenden yezidi-vrouwen en tienermeisjes die IS roofde na het innemen van de stad Sinjar.
Yezidi’s werden dus verkracht, en levend verbrand in kooien. Kinderen werden ontvoerd, verhandeld en misbruikt. Door onze IS’ers. 

Hoe zou het zijn voor een moeder om na al die gruwelijkheden, vervolgens op zoek te moeten naar je ontvoerde kind? Want nog steeds worden zo’n 2800 yezidi kinderen vermist. Vermoedelijk zit een groot deel van hen in Turkije Staatssecretaris Broekers-Knol zei mij tijdens het debat mensenhandel toe om met minister Kaag te onderzoeken wat wij voor hen kunnen betekenen. Graag hoor ik van de minister wat daaruit is gekomen. 

Tot slot voorzitter, het standpunt wat ik hier namens D66 verkondig is natuurlijk niet nieuw. Toen ik een paar weken geleden op Twitter reageerde op het terughalen van Ilham B. en haar kinderen, was “heks” nog een van de vriendelijkere reacties. Een woord dat ook door collega’s uit deze Kamer niet meer wordt geschuwd. 

“Leuk hè, Kamerlid zijn”, zeiden een paar mensen tegen me. Eigenlijk is het antwoord op die vraag volmondig ja. Niet alleen vanwege de eer om hier namens zoveel mensen te mogen spreken, maar ook om een poging te doen de identiteitspolitiek een weerwoord te geven.  Dat is een keuze die ik uit volle overtuiging heb gemaakt. Om polarisatie te bestrijden en samen tot oplossingen te komen die ons land veiliger maken. En ik begin hier, in deze Kamer. 
Dank u.