Maidenspeech Anne-Marijke Podt: “Mensen hebben meer gemeen dan ze verschillen.”

Anne-Marijke Podt gaf haar maidenspeech tijdens de Begroting Justitie en Veiligheid. Hier lees je haar speech terug.

In 2014 begon ik als raadslid in de Utrechtse gemeenteraad. Ik wilde in mijn eigen stad doen wat ik daarvoor jarenlang internationaal had gedaan: het beter maken voor mensen bij wie het niet vanzelf gaat. Ik stak daar mijn hand op voor de portefeuille ‘Asiel’. Ondanks waarschuwingen dat de gemeente helemaal ‘niks deed op dat vlak’.

Tot 2015. Utrecht opende een noodopvang voor asielzoekers, waar mensen op de vlucht voor oorlog en geweld op matrasjes op de vloer moesten slapen. Het was een heftige tijd, met stevige debatten, emotioneel protest uit de buurt en heel veel inwoners die zich als vrijwilliger meldden om nieuwkomers te helpen een plek te vinden in onze stad.

Het was ook een tijd die mij vormde als politica: het besef dat je dingen kunt veranderen als je eerlijk bent over de soms lastige afwegingen die je maakt én als je blijft beseffen dat mensen vaak veel meer gemeen hebben, dan ze verschillen –, ook die buurtbewoners en asielzoekers. En ik leerde in de lokale politiek dingen, die ik graag meeneem naar deze plek, de Kamer.

Allereerst: “Draagvlak is geen natuurwet”.
Je kunt veel doen om draagvlak voor de opvang van asielzoekers uit te hollen, óf juist te vergroten. Je kunt fabels vertellen om mensen bang te maken. Of je kunt voorzieningen opzetten als de Utrechtse asielopvang Plan Einstein, waar asielzoekers en buurtbewoners samen van profiteren.

Ten tweede: “Doe wat werkt”.
Baseer je op onderzoek, op feiten en op de praktijk. Lokale bestuurders, organisaties en burgers krijgen te vaak te maken met regels die meer tekentafel dan praktijk zijn.

Tenslotte: “Vluchtelingen en migranten zijn niet slechts slachtoffers”.
Het zijn vooral mensen met ervaring en capaciteiten, die zich kunnen en wíllen inzetten. Zoals de Afghaanse ‘burgemeester’ van de opvanglocatie in Harskamp die met ‘zijn’ bewoners het COA hielp met de organisatie van het vluchtelingenkamp. Deze drie lessen vormen de rode draad van mijn verhaal vandaag.

Anne Marijke Podt

“Het is ellendig dat we mensen die vaak gevlucht zijn voor oorlog en geweld niet beter welkom heten.”

Anne-Marijke Podt

Want voorzitter, wat ik ook meeneem uit Utrecht is – helaas – een déjà vu: de problemen in de asielopvang. Van mensen die op stoelen slapen in Ter Apel, tot de protesten in Harskamp en de klapperende noodtenten in Heumensoord. Het is ellendig dat we mensen die vaak gevlucht zijn voor oorlog en geweld niet beter welkom heten en dat we gemeenten toch weer overvallen. Maar het is vooral ellendig omdat we zoveel beter voorbereid hadden kúnnen zijn als we de lessen uit 2015-2016 in de praktijk hadden gebracht. Door opvanglocaties flexibel in te richten en de capaciteit van het COA en de IND niet direct te verminderen als er minder mensen komen.

Daarom twee vragen aan de staatssecretaris over de Meerjaren Productie Prognose (MPP) in de begroting, dure woorden voor de planning van opvang en procedures van asielzoekers: Als het COA aangeeft dat ze vlak voor de zomer nog een verzoek kregen om opvanglocaties te sluiten – dan zie je dat de MPP niet klopt met de realiteit.

Hoe kan dit, terwijl bijvoorbeeld hogere nareis, redelijk voorspelbaar was? En hoe organiseren we dit de volgende keer wél goed?

En laten we nog eens kritisch kijken naar de randvoorwaarden die het COA stelt aan opvanglocaties. Zou meer flexibiliteit in de randvoorwaarden naar gemeenten niet helpen om meer locaties te krijgen?

En wanneer komt er eindelijk een extra aanmeldcentrum om Ter Apel te ontlasten?

Deze problemen voorzitter, helpen niet mee aan het vergroten van het draagvlak dat ik eerder benoemde. Veel gemeenten willen helpen, maar je kunt ze niet op het laatste moment overvallen met veel mensen in matige opvang. Dan hol je het draagvlak uit.

Wat D66 betreft is structurele financiering van de keten dan ook noodzakelijk voor meer rust én draagvlak.

Hoe reflecteert de staatssecretaris op de afgelopen periode?

Iets anders dat ik meenam uit Utrecht voorzitter: doen wat werkt.
Zo vroeg D66 eerder naar het makkelijker maken van de regelingen die het mogelijk maken dat mensen bij vrienden of familie buiten de opvang kunnen logeren. Laten we alles doen om bedden bij het COA vrij te spelen!

Kunnen we regelen dat asielzoekers die zich moeten melden dat echt zo dicht mogelijk in de buurt kunnen doen – desnoods gewoon bij de politie in de gemeente waar ze verblijven?

En kunnen asielzoekers die bij familie wonen hun leefgeld houden? De echte kosten besparen we al omdat mensen dat bed niet nodig hebben!

Voorzitter, ‘doen wat werkt’ betekent ook: investeren in jonge mensen die naar Nederland zijn gekomen. Kinderen die vaak heftige dingen hebben meegemaakt.

De Nationale Ombudsman wees er al op: het belang van verlengde opvang voor Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen – jongeren die alleen naar Nederland kwamen! D66 zou graag zien dat deze jongeren, nét als andere Nederlandse jongeren, als dat nodig is wat langer begeleiding kunnen krijgen na hun 18e jaar. De VNG vroeg ook om in ieder geval voor komend jaar financiering te regelen.

Kan de staatssecretaris hierop reageren?

Tot slot het Europese migratiebeleid, of beter gezegd het gebrek daaraan. Wat er op dit moment aan onze buitengrenzen gebeurt, kan niet onbenoemd blijven.

Illegale pushbacks lijken te normaliseren. Vrijwilligers die hulp bieden worden voor de rechter gedaagd in Griekenland en migranten worden ingezet als geopolitiek wapen om de EU te chanteren. Dat heeft niets meer met migratiebeleid te maken. Maar het is wel een consequentie van een gebrek daaraan.

Wat doet Nederland in dit verband om te markeren dat over mensenrechten niet te onderhandelen valt?

Hoe ingewikkeld dit vraagstuk ook is, D66 is er van overtuigd dat er ook in Europa, meer is dat ons bindt, dan dat ons verdeeld. Meer dan ooit is er behoefte aan een gezamenlijk lange termijn perspectief op migratie.

In dat verband heeft mijn voorganger Maarten Groothuizen vorig jaar nog gepleit voor het gecontroleerd experimenteren met meer legale arbeidsmigratie van buiten de EU. Om kansloze asielverzoeken van economische migranten tegen te gaan en ze in plaats daarvan echte kansen te bieden op werk en ontplooiing. Want zoals gezegd: migranten en vluchtelingen zijn mensen met capaciteiten en ervaring om in te zetten.

En dat brengt mij weer bij waar ik mijn betoog mee begon. Want in Utrecht zag ik dat – hoe complex zaken soms ook zijn, mensen meer gemeen hebben, dan dat ze verschillen. Er zijn weinig thema’s waar de meningen zo over verschillen als over migratie. Maar ik geloof heilig dat de meeste mensen in deze zaal, in gemeenten in Nederland én niet in de laatste plaats: zij die naar Nederland komen, snakken naar oplossingen.

Oplossingen die werken, die bouwen op het draagvlak dat er overal is en die gebruik maken van de capaciteiten van vluchtelingen en migranten.

Dank u wel.