Jan Paternotte: ‘We kiezen niet voor de makkelijke weg’

Jan Paternotte sprak tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen voor de eerste keer namens D66 als fractievoorzitter. Hier lees je zijn hele tekst terug.

Steun voor Oekraïne

Voorzitter, we hadden het hier vandaag bij deze Algemene Politieke Beschouwingen veel makkelijker kunnen hebben. Als wij nou gewoon hadden gezegd: “Laat Poetin gewoon z’n gang gaan. Wat voor land is Oekraïne nou eigenlijk? Wat maakt het ons uit? Laat hem Oekraïne hebben. Stuur geen wapens! Dan duurt die oorlog maar kort. Dan blijft het gas stromen. Zitten wij er warmpjes bij. Want dit is niet onze oorlog.” Dit hoor ik iets te vaak in deze Kamer. Ook vandaag. Maar voorzitter, ik snáp niet hoe je zo kunt denken. Met onze geschiedenis? Met tirannen onderhandel je niet. Zonder hulp van buitenaf hadden wij het zélf nooit gered tegen Spaanse, Franse, Duitse overheersing. Hoe kunnen we Oekraïne nou in de steek laten?
En dan heb ik het nog niet eens over MH17. Iedereen weet nog precies waar hij of zij was toen we hoorden dat een Russische Buk-raket 298 mensen de dood injoeg, waarvan bijna 200 Nederlanders.

Hoezo ‘niet mijn oorlog’? Na Rusland en Oekraïne is Nederland het land dat in deze oorlog de meeste slachtoffers heeft. Het is goed dat de regering met steun van een grote meerderheid voluit achter Oekraïne is gaan staan. De wapens levert die helpen om de Oekraïeners zichzelf te laten bevrijden. De sancties instelt die nu maken dat Rusland zelf minder wapens kan maken en zijn economie ziet inzakken. En ja, die sancties instelt die onszelf een paar zware winters gaan opleveren. Omdat we in no-time moeten afkicken van onze verslaving aan Russisch gas.

De Belgische premier De Croo zei het goed: “We moeten eerlijk zijn. De komende winters zullen moeilijk worden. Hope for the best, but prepare for the worst.” Vindt u, vraag ik de MP, dat het kabinet genoeg doet om Nederland bewust te maken van waarom we dit doen? Waarom vrijheid en democratie het waard zijn om voor te vechten? Of zou dit beter kunnen?

Voorzitter, ik wíl het in dit debat hebben over hoe we ervoor zorgen dat mensen niet in de kou komen. Ik wíl het hebben over eerlijk delen van de last die deze tijd op onze schouders ligt. Maar ik wil vooral ook niet doen alsof dit makkelijk is. Door hier te doen alsof er geen tekort is aan gas in Europa. We hebben die torenhoge energierekening, omdat drie grenzen verderop Oekraïeners vechten en sterven voor hun vrijheid. Ze vragen ons niet te vechten. Ze vragen onze steun. En die steun is het waard. Dat zien we in de beelden van vreugde bij Oekraïeners die na een half jaar schrikbewind bevrijd worden. En net zo goed zien we het in de afschuwelijke beelden van massagraven in het bos bij Izjum. Vol onschuldige slachtoffers in die bevrijde gebieden. Daarom kiezen we niet voor de makkelijke weg. De weg die ruim baan geeft aan Poetin. De weg van Wilders. Want mensen, dat is niet de juiste weg. Oekraïne heeft nu het offensief. Laten we doorzetten. Wij willen een nieuw pakket hulp, door een stevige nieuwe wapensteun aan Oekraïne. Kan de premier ons in dit debat deze steun toezeggen?

“Daarom kiezen we niet voor de makkelijke weg. De weg die ruim baan geeft aan Poetin. Want dat is niet de juiste weg.”

Jan Paternotte

Een moeilijke periode

Het is zaak dat we deze moeilijke periode als land doorkomen. Dat kunnen we samen doen. Dat moeten we samen doen. Dat hebben we altijd gedaan bij dreiging van buitenaf. Bij de watersnood. Bij de oliecrisis. We moeten het samen rooien. Dat is een oneindig veel betere filosofie dan ‘ieder voor zich, en god voor ons allen’. Dat vraagt ook dat we de lasten eerlijk delen. Het kabinet ziet dit en laat actie zien. Als je het minimumloon verdient, krijg je in januari 10% erbij. De grootste loonsprong in heel lange tijd. Daar komt ruim 400 euro zorgtoeslag bij. Nederlanders op de armoedegrens krijgen er bij elkaar volgend jaar minstens 3000 euro bij. En het sociaal tarief doet daar nog een klein schepje bovenop. Het is misschien nog moeilijk voor te stellen, maar dit gaat alles bij elkaar heel veel schelen. Midden in deze economische storm neemt de armoede in Nederland volgend jaar zelfs af. Werkende Nederlanders krijgen ondertussen lastenverlichting. En een sociaal tarief gaat hen óók helpen. Het geeft misschien niet het goedkope gas van voor de oorlog. Het geeft wel zekerheid. De rekening voor die enorme operatie wordt betaald door grote vermogens, door de overwinst op gas en door de bedrijven die anders gillend rijk zouden worden van de hoge gasprijs. Zo hoort het in een solidair land.

Maar ik zeg ook eerlijk: veel mensen zien nu al dat de energierekening hun bankrekening plundert. De angst en onzekerheid die dat oplevert is overal voelbaar. En het levert slapeloze nachten op. Nog een paar maanden moeten overbrugd worden. Daarom is het goed dat er een noodfonds komt. Want het is een antwoord op de allerbelangrijkste behoefte: niet deze winter in de kou te komen.

Vooruitzien

Wat blijkt daarmee: reageren is voor de politiek het probleem niet. Als de crisis maar groot genoeg is, dan komt er actie! We zien het ook bij het klimaat. Deze zomer: hier geen water. Problemen voor scheepvaart en boeren. Pakistan voor een derde overstroomd. Deze Europese zomer: de heetste aller tijden. Zomer daarvoor? Een na heetste. Wie nu nog beweert dat er niks aan de hand is… kom op zeg!
Kijk om je heen. Daarom veranderen we radicaal van richting. Dit jaar zijn we al kampioen zonne-energie van Europa. Ja, dat kost geld. En ja, het heeft grote haast. Maar het kan.

Hetzelfde geldt voor stikstof. Met minister van der Wal als iemand die je met geen tractor omver krijgt. Om de uitgerookte Nederlandse natuur tot leven te wekken moet de stikstofuitstoot door de helft in 2030. Dit kabinet heeft eindelijk die knoop doorgehakt: zo kan het niet langer. Er zijn grenzen. Niet alles kan. We moeten minder dieren gaan houden in ons kleine landje. Eindelijk een moedige en noodzakelijke keuze! Waarbij ik de onrust van veehouders wel goed snap. Ze willen weten waar ze aan toe zijn. Dus graag snel een nieuwe minister, en snel dat perspectief.

Dus voorzitter, reageren op crises is niet het probleem. Het échte probleem is dat we problemen vaak voor ons uitschuiven. Alle aandacht is er voor de crisis op de korte termijn, en daardoor veel te weinig voor die op de lange termijn. Begrijpelijk, maar niet verstandig. Want als je een probleem maar lang genoeg voor je uitschuift wordt het vanzelf een crisis. Het échte probleem voor de politiek is vooruitzien. En is dat nou niet de kern van wat regeren zou moeten zijn?

Dat de aarde steeds heter wordt, weten we al decennia. Dat de natuur door stikstof achteruit kachelt, kapotgaat, diersoorten en planten verdwijnen, meer kinderen er astma door krijgen en ons schone drinkwater in gevaar is, dat weten we al 20 jaar. Dat Rusland steeds agressiever wordt, is al 20 jaar aan de gang. De crisissen van nu zijn niet zomaar ontstaan: we hebben ze voor een groot deel láten ontstaan. En erger laten worden. Omdat wél op tijd aanpakken moeilijk is. Er is altijd wel een reden om het uit te stellen. Die les betalen we nu. Dat zeg ik ook als fractievoorzitter van D66. Wij hadden de defensie-investeringen waar wij voorstander van zijn jarenlang onvoldoende in ons verkiezingsprogramma.

Van uitstel komt in de politiek zelden afstel, maar wel dikwijls spijt, want de problemen lossen niet vanzelf op. Hadden we een Europese krijgsmacht maar eerder in de steigers gezet. Hadden we Poetin maar eerder zwaardere sancties opgelegd. Hadden we onze woningen maar allemaal goed geïsoleerd, ieder huis van het gas, en van alle daken zonne-energie. Hadden we windmolens maar niet belachelijk gemaakt. Waren we maar niet zo huiverig geweest voor verandering

“Reageren op crises is niet het probleem. Het échte probleem is dat we problemen vaak voor ons uitschuiven.”

Jan Paternotte

Wat zich hier wreekt is dat de toekomst geen stoel of stem heeft. Ik neem u even mee terug naar februari 2005. Toen ik nog een piepjonge voorzitter was van de Jonge Democraten maakten we ons boos over de manier waarop er in dit land werd gesproken over de pensioenen. Tafels vol van -vooral – mannen van een zekere leeftijd wilden vasthouden aan een stelsel waarin grote groepen op hun 55e met pensioen konden. Ook al wist iedereen toen al dat dat een enorme rekening naar de volgende generatie zou schuiven. In het hoofdkwartier van de Nederlandse polder, waar werkgevers en werknemers samen de lijnen uitzetten, de Sociaal-Economische Raad, daar zat toen geen enkele jongere aan tafel. Sterker nog, iemand van onder de 50 moest je daar zoeken met een zaklampje. Wij besloten samen met de jongeren van het CDA op te stomen naar het SER-gebouw, waar wij demonstratief een stoel naar binnendroegen met daarin gezeteld ons jongste lid: een 14-jarige Jonge Democraat. De stoel van de toekomst, de jongerenzetel, noemden wij dat. De politie kwam met zes busjes en gooide ons eruit. Maar de christelijke vakbond CNV vatte de actie een stuk sportiever op. Ze vonden dat we een punt hadden: de jeugd moest kunnen meepraten. Ze besloten één van hun zetels in de SER beschikbaar te stellen. Om zo een charismatische welbespraakte jongeman een stoel aan tafel in de Sociaal-Economische Raad te geven. En dat, dames en heren, was het begin van de opmars van Jesse Klaver. Laten we het erop houden dat jonge mensen de consequenties van hun acties vaak nog niet zo goed kunnen overzien.

Hoe geven wij de toekomst een stem? Hoe roepen we een halt toe aan het politiek springen van crisis naar crisis? Met andere woorden: hoe wordt regeren weer vooruitzien? Wat moeten we doen?

Op de klossenlijst onder het schilddak van een monumentaal pand aan het Damrak in Amsterdam staat geschreven: “De cost gaet voor de baet uyt”. Als we het morgen beter willen hebben, moeten we daar nu iets voor doen. Dat brengt me bij een crisis die we nu al kunnen zien aankomen en waar ik het over wil hebben. En dat is de crisis in onze economie. Ja, die groeit nog steeds. De werkloosheid is historisch laag. Vanochtend gingen meer Nederlanders naar hun werk dan ooit. Op een woensdag! Maar net als bij die andere crises, kunnen we zien dat die economie langzaam de modder in rijdt. Er zijn al genoeg signalen.

Werkende ouders krijgen steeds vaker ’s avonds een e-mail: of ze hun kinderen de volgende dag thuis kunnen houden, omdat er te weinig mensen in de kinderopvang zijn. Wie vandaag naar het ziekenhuis gaat voor een geplande operatie, heeft kans op het laatste moment afgezegd te worden vanwege een gebrek aan mensen. Schiphol was ooit de beste luchthaven van de wereld. Nu? Wereldkampioen wachten in de rij. We worden met z’n allen ouder. Geweldig natuurlijk. Dat is gewoon GOUD! Maar: dat betekent meer zorg. Meer pensioen. En minder werkenden om die kosten te dekken. Ik ben bang dat veel mensen nog niet goed door hebben hoe enorm dit probleem is. In 2040 is 1 op de 3 volwassenen ouder dan 65. Zelfs als de hele Nederlandse beroepsbevolking morgen aan het werk zou gaan, zouden we de openstaande vacatures nog niet vullen. Dát is wat vergrijzing betekent.

Als we deze tijdbom onschadelijk willen maken, zullen we taboes moeten doorbreken. Daar moeten we nu mee beginnen. We werken de minste uren van heel Europa. Dat gaat niet langer. Wat is er mis met een 40-urige werkweek? Dat moet toch gewoon kunnen? We kunnen het niet verplichten. En – zeg ik als jonge ouder – het is niet voor iedereen haalbaar. Maar wat mij betreft mag het wel weer de norm worden. Werkgevers moeten dan ook af van de gewoonte om deeltijdcontracten aan te bieden aan vrouwen. Het is neerbuigend en slecht voor de economie. Dat vraagt dat we in ons land ook écht stoppen een jonge moeder verwijtend aan te kijken als ze vertelt dat haar kind 4 dagen naar de kinderopvang gaat. En het vraagt dat we snel kinderopvang bijna gratis maken, zodat het ook loont om te willen werken. Hoe staat het daarmee, vraag ik de premier? En wil het kabinet specifiek werk maken van een voltijdbonus in zorg, onderwijs en kinderopvang?

Voorzitter, we moeten ook stoppen met mensen afschrijven. Het verplichte ontslag voor ouderen leidt er te vaak toe dat wie door wil en kan hier niet de ruimte voor krijgt. Dat is zonde. We kunnen het ons nou eenmaal niet veroorloven om wie bezig wil zijn stil te laten zitten. Ook en juist niet de mensen die naar Nederland zijn gevlucht.
Er zijn inmiddels 72.000 Oekraïense vluchtelingen ingeschreven in Nederland en, anders dan andere vluchtelingen, mochten zij ook meteen aan de slag. We hebben dus nu met eigen ogen kunnen zien wat een enorm positieve invloed dit heeft. Hier zijn lessen te trekken zijn voor al die andere mensen die in procedures zitten te wachten, terwijl zij niets liever zouden doen dan een bijdrage leveren. Directe werkpapieren voor vluchtelingen: dat zou een investering zijn die zich dubbel en dwars uitbetaalt.

Maar dan zijn we er nog niet. Ons probleem is ook cultureel. Waarom zijn negen van de tien verpleegkundigen vrouw? Waarom zijn negentien van de twintig vrachtwagenchauffeurs man? Waarom zijn negen van de tien leraren op de basisschool vrouw? Laten we onszelf niet wijs maken dat er beroepen zijn waar mannen of vrouwen nou eenmaal beter geschikt voor zijn. We weten hoe fundamenteel het om kan slaan. Toen ik opgroeide dacht je als je naar de huisarts moest nog automatisch aan een man. Inmiddels zijn vrouwen duidelijk in de meerderheid. En ik vind het zelf heel fijn dat de generatie van mijn dochters bij het beroep “profvoetballer” net zo snel aan een vrouw als aan een man zal denken.

Voorzitter, we kunnen jonge mensen niet opzadelen met een hopeloos ouderwetse economie. De toekomst van Nederland ligt niet in de zware industrie, in industriële veehouderij of in de export van gas. Onze meest waardevolle – en gelukkig onuitputtelijke – grondstof, dat is kennis. Kennis, de enige grondstof waarvan geldt dat als je die grondstof gebruikt, er juist méér van komt. En verbeelding, dingen verzinnen die er nog niet zijn. Onze design en creatieve industrie. Hoogwaardige technologie. Dáár liggen de grootste kans voor ons land en voor de generaties die na ons komen.

We kunnen al zoveel met beperkte middelen. Studenten van de TU Eindhoven ontwierpen ’s werelds eerste zonne-camper. De MBO-studenten van de Leidse instrumentmakers School maakten de kleine onderdelen van de beademingsapparatuur die levens hebben gered in de coronacrisis. In Helmond staat de door studenten ontworpen sociale huurwoning van de toekomst: nul op de rekening, warm en comfortabel, makkelijk te maken. Hun geheim: een waterbassin onder het huis dat in de zomer de warmte opneemt waar het huis in de winter mee wordt verwarmd.

Xi Jinping wil ons doen dat geloven dat onze samenleving in verval is. Te decadent, te weinig vindingrijk. Poetin denkt dat onze vrije samenleving meer verleden heeft dan toekomst. Te open, te zwak. Laten wij hun ongelijk bewijzen. Laten we wetenschappers, studenten, vakmensen en onderzoekers ons volle vertrouwen geven. Laten we de mensen opleiden die onze geniale ideeën kunnen verwezenlijken, niet alleen de ingenieurs maar juist ook de installateurs, de middenstand waar dit land op draait. Want als we met zo weinig al zoveel kunnen, bedenk wat er nog mogelijk is!

Voorzitter, dit zijn voor mij de eerste algemene beschouwingen. En als ik iets gezegd wil hebben, dan is het dit: de grootste bedreiging voor ons land is kleindenkende kortzichtigheid. Nederland kan groots zijn als we groots denken. Daar is een verandering van mentaliteit voor nodig. Na Viva Hollandia, mag iets meer ambitie volgen dan ‘we zijn er weer bij en dat is prima’.

Nog niet zo lang geleden waren wij een lichtend voorbeeld voor de wereld. Als eerste land stelden wij het huwelijk open voor paren van gelijk geslacht. Onze economie van samenwerking werd toen in de hele wereld bewonderd. Vooruitgangsgeloof won het van behoudzucht. Vrijheid won het van bekrompenheid. Morgen was belangrijker dan vandaag. Dat is wat ons land weer kan worden als we stoppen met slepen van crisis naar crisis. Als we weer vooruitkijken. Als de kost voor de baat uitgaat. Ik zie het wel voor me: Nederland als Heilige Stoel van de Toekomst. Waar anderen komen kijken voor inspiratie. Waar durf en inventiviteit ten goede komen aan alle mensen—ook buiten ons land. Waar zelfbewustzijn niet omslaat in arrogantie. Waar de politiek door de horizon van de volgende verkiezingen heen durft te kijken.

Als wij ons die toekomst verbeelden, als wij hoopvol en optimistisch handelen, dan ben ik ervan overtuigd: onze beste dagen liggen nog in het verschiet. Laten we daar nú mee beginnen.
Dank u wel.