Goede zorg voor ouderen met verstandelijke beperkingen

We worden gelukkig steeds ouder. Dat geldt ook voor mensen met verstandelijke beperkingen. En dat is fijn, want zo houden we onze geliefden langer bij ons. Voor veel ouderen geldt dat zij later in hun leven hulp nodig hebben. Voor ouderen met verstandelijke beperkingen geldt dat nog meer. Werden mensen met een verstandelijke beperking eerder bijna nooit ouder dan hun eigen ouders of verzorgers, nu gebeurt dat steeds vaker. Het zal ook steeds normaler worden. Dat brengt nieuwe uitdagingen met zich mee. Onze zorg en welzijn moet daar beter op anticiperen. Daarom presenteert D66 vandaag de initiatiefnota over ouderen met verstandelijke beperkingen.

Met deze initiatiefnota willen wij de bekendheid van deze groep en hun ondersteuningsbehoefte vergroten, om daarmee een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de zorg en ondersteuning aan deze mensen. We doen daartoe in de nota veel voorstellen, maar we lichten er drie in het bijzonder uit.

Goede kennis begint al in de opleiding. Hoewel we het altijd stimuleren dat mensen een leven lang leren, willen we dat in de basisopleiding van de relevante studies al meer aandacht komt voor deze doelgroep. Nog voordat toekomstige zorgverleners in de praktijk beginnen, kunnen ze alvast theoretische en praktische kennis opdoen over ouderen met verstandelijke beperkingen. Zo zorgen we dat mensen die werken in de zorg beter voorbereid zijn op een toekomst waarin steeds meer mensen met verstandelijke beperkingen ouder worden. En tegelijkertijd zorgen we dat elke professional, jong of oud, beter weet hoe om te gaan met deze doelgroep.

Kijken we naar de beroepspraktijk, dan blijkt de kennis over de zorg voor de doelgroep in Nederland ook nog veel te versnipperd. Als de kennis er is, is die vooral ontstaan door ervaring. Zorgverleners die al een tijd meelopen in het vak zijn vaak door ‘het gewoon te doen‘ expert geworden in de zorg voor en ondersteuning van ouderen met verstandelijke beperkingen. Maar kennis en ervaring worden lang niet altijd gedeeld. Zo zijn de ‘best practices’ van individuele zorgverleners over het algemeen niet breed beschikbaar voor de overige zorgverleners in het veld. Om te voorkomen dat nieuwe zorgverleners het wiel opnieuw moeten uitvinden, willen we daarom de kennis en ervaring tussen zorgverleners beter coördineren. Dit betekent in de praktijk dat er een kenniscentrum (kennisplein) moet komen dat actief de expertise van ervaringsdeskundigen verspreidt onder alle zorgverleners. Ten derde moet  ‘advance care‘ wat ons betreft standaard onderdeel wordt van de zorg. Dat betekent dat iemand met verstandelijke beperkingen, eventueel samen met de vertegenwoordiger, met de zorgverlener regelmatig de voorkeuren bespreekt over de laatste fase van het leven, nog voordat deze laatste fase aanbreekt. Natuurlijk moet daarbij rekening worden gehouden met het vermogen. Op deze wijze zorgen we ervoor dat iemand met verstandelijke beperkingen zoveel mogelijk kan meebeslissen en de eigen regie kan houden. En als het moment daar is, kan veel twijfel worden weggenomen. Met deze en andere voorstellen dragen we er aan bij dat alle ouderen volwaardig oud kunnen worden, ook als ze verstandelijke beperkingen hebben.