Lees voor

De rijke schooldag voor beter onderwijs

De afgelopen jaren zijn in het onderwijs pleisters geplakt. Er is onder andere geïnvesteerd in het verlagen van de werkdruk en het verhogen van de salarissen van leraren. Maar het is niet genoeg. Om het onderwijs echt alle leerlingen de beste kansen op een mooie toekomst te geven, moeten er fundamenteel andere keuzes worden gemaakt. Daarom heeft D66 een nieuwe visie op het basis- en middelbaar onderwijs opgesteld voor leerlingen van 0 tot 18 jaar oud: “Een betere basis, een betere toekomst”. D66 wil onder andere een rijke schooldag met onderwijs, opvang, sport, cultuur, muziek, een warme lunch, natuur en huiswerkbegeleiding op één locatie voor alle leerlingen.

08.07.2021

Van Meenen: “Het is nu echt tijd om de tweedeling te slopen. Onderwijs is dé manier om de beste kansen te geven aan iedereen. Het kan niet zo zijn dat je hele levensloop al bepaald is op het moment dat je geboren wordt. De afgelopen jaren zijn pleisters geplakt in het onderwijs. Ook door D66. En die pleisters waren hard nodig. Maar het is niet genoeg. Dat rekenen wij als onderwijspartij ook onszelf aan. Leerlingen zijn steeds minder goed in rekenen en taal. Een kwart van de 15-jarigen is nu zelfs functioneel analfabeet! Daarom moeten er fundamentele keuzes worden gemaakt. Een leraar verdient een beter salaris. Maar een leraar heeft ook meer tijd en ruimte nodig om goed les te kunnen geven. En alle leerlingen krijgen een rijke schooldag met les, opvang, sport, cultuur, muziek, natuur en huiswerkbegeleiding op hun school. Daar hoort ook een warme lunch bij. Daarmee zorgen we ervoor dat iedereen een betere basis heeft voor de beste toekomst. Wie je ouders ook zijn en waar je ook vandaan komt.”
 
Daarnaast wil D66 onder meer dat de leraar weer de baas wordt van het eigen beroep en komt gratis kinderopvang en buitenschoolse opvang voor iedereen. Ook komt er een leerrecht voor alle leerlingen tot 18 jaar. Leerlingen gaan zoveel mogelijk samen naar school en krijgen extra zorg als ze dat nodig hebben.
 

Sommige kinderen gaan nu naar muziekles en worden door de ouders naar voetbal gebracht en ’s avonds voorgelezen. Andere kinderen krijgen die kansen niet. Kinderen hoeven niet op hun 12e een grote stap te zetten naar de middelbare school, maar gaan bijvoorbeeld naar gemengde brugklassen tot 14 jaar. De leerlingen kunnen vakken volgen op verschillende richtingen met maatwerkdiploma’s, zodat niet je slechtste vak bepaalt wat voor diploma je haalt. Van Meenen: “We willen onderwijs dat de beste kansen biedt op een mooie toekomst. Waar toetsen kinderen verder helpen in plaats van beleidsmakers en bestuurders dienen. Waar de nadruk ligt op leren en geduld met kinderen in plaats van presteren en afrekenen. Waar we kijken wat de talenten zijn van een leerling, in plaats van in welk hokje een leerling past.”

De kwaliteit van het onderwijs begint bij de leraar. Zij maken het onderwijs. Nu is ondanks de extra investeringen van afgelopen jaren de werkdruk te hoog en het salaris te laag. Wanneer leraren maximaal 20 uur per week zouden lesgeven, hebben zij de tijd om zich te verdiepen in hun vak. De salarissen van leraren worden verhoogd. De leraar wordt weer de baas van zijn eigen les en beroep. En leraren krijgen beurzen, zodat bij-, na- en omscholing makkelijker wordt. Door het vak van leraar aantrekkelijker te maken, dringen we het lerarentekort terug. Van Meenen: “Nederlandse leraren geven omgerekend meer dan 7 weken van 36 uur meer les dan een Finse leraar. Die tijd kan de Nederlandse leraar beter besteden aan het geven van extra aandacht aan leerlingen of aan het voorbereiden van lessen. Geef de leraar meer tijd en vertrouwen. Dat maakt het beroep aantrekkelijker en zorgt voor betere lessen voor leerlingen.”

De talenten van de leerling komen centraal te staan. Ouders en leraren gaan op school meebeslissen waar het onderwijsgeld aan wordt besteed. En het geld gaat direct naar de scholen in plaats van naar de besturen. Zodat het geld terecht komt in de klas, waar het voor bedoeld is. Het leerrecht voor kinderen tot 18 jaar wordt wettelijk vastgelegd. Leerlingen gaan zoveel mogelijk naar inclusieve scholen, waar leerlingen samen leren en opgroeien. Wanneer een leerling extra zorg nodig heeft, dan staat de vraag van de leerling centraal, niet het aanbod van de school. De scholen krijgen zorgteams om de leerlingen te ondersteunen en de leraren te ontzorgen.