1. Een open en betrokken overheid

Wij willen een open en betrokken overheid
We staan aan het begin van een nieuwe raadsperiode. Een periode waarin het gemeentebestuur – maar ook onze inwoners – zullen worden geconfronteerd met moeilijke en complexe vraagstukken. Vraagstukken die overigens lang niet allemaal binnen een raadsperiode kunnen worden opgelost. Wat betekent dat voor het functioneren van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de ambtelijke organisatie? In de inleiding is al geschetst met welke crises wij te maken hebben of krijgen. Vertaald naar de gemeentelijke schaal is dat te herleiden naar het volgende – niet volledige – overzicht:

Openbaar bestuur

  • Vele gemeenten worstelen nog steeds met de uitvoering van de overdracht van taken van het Rijk naar de gemeenten op het gebied van zorg, jeugd en werk. Het gaat dan niet alleen om financiële, maar ook om sociale investeringen in echt contact, maatwerk en vertrouwen;
  • De coronapandemie heeft laten zien dat onze overheidsorganisatie op het gebied van zorg en bestuurlijke handhaving niet voldoende was toegerust. Voor de gemeenten is van belang dat de GGD meer de ruimte krijgt haar taken uit te voeren. Zeker ook op het terrein van de preventie. Maar ook de ongelijkheid in onze maatschappij werd duidelijker zichtbaar tussen kinderen met leerachterstand en tussen werkenden met en zonder vast contract;
  • De klimaatcrisis zal veel van de gemeenten gaan vragen als het gaat om de overstap van fossiele brandstoffen naar volledig duurzame en CO2-arme bronnen. Er is een radicale energie- en klimaattransitie nodig;
  • De woningcrisis is voor woningzoekers, vooral voor starters en ouderen, al langer voelbaar. De vraag doet zich hierbij voor hoe gemeenten voldoende grip op de woningmarkt krijgen om in de juiste woonbehoefte te kunnen voorzien. Bij het zoeken naar bouwmogelijkheden speelt ook de reducering van de stikstofemissie een belangrijke rol;
  • Bij dit alles speelt ook de vertrouwenscrisis een grote rol. Het vertrouwen in de (lokale) overheid wordt steeds minder. Maar voor de aanpak van al die uitdagingen door het gemeentebestuur is voldoende draagvlak onontbeerlijk;
  • En bij de oplossing van alle vragen en problemen die op de gemeente afkomen, speelt op de achtergrond een weinig rooskleurige gemeentelijke financiële positie.

Een nieuwe bestuurscultuur is nodig

De vraag moet beantwoord worden of al de hierboven genoemde uitdagingen kunnen worden gedragen door op dezelfde bestuurlijke en organisatorische (ambtelijke) manier van werken in Dongen verder te gaan. De afstand tussen politiek en inwoner wordt namelijk steeds groter. Wat zijn de voornaamste knelpunten.

Wat zijn de voornaamste knelpunten?

Decentralisaties en efficiency
De decentralisatie van taken naar gemeenten (zorg, jeugd en werk) is in de meeste gevallen gepaard gegaan met een zogenaamde efficiencykorting. Intussen is wel duidelijk geworden dat elke transitie afhankelijk is van het welslagen van andere transities. Elke transitie is een proces van fundamentele en onomkeerbare veranderingen in cultuur, structuur en werkwijze op zowel systeem- als uitvoeringsniveau. De nadruk op marktwerking voedt sterk de neiging om kostenefficiëntie voorop te stellen. Die “efficiencyverslaving” is echter tegelijkertijd een belemmering voor de veerkracht van de samenleving. Het leidt onder meer tot te weinig financiële middelen om de overgang van de transitie naar de transformatie (de feitelijke uitvoering) op goede wijze uit te voeren en tot een sterke toename van verantwoordingsregels, veelal gebaseerd op wantrouwen.

Zelfredzaamheid
Het idee dat marktwerking het beste idee is om problemen aan te pakken is inmiddels wel achterhaald. Op basis van dit dogma werd en wordt ook in Dongen vol ingezet op het aanspreken van inwoners en maatschappelijke organisaties om vooral zelf initiatieven te nemen en niet de overheid aan te spreken. Dat geldt bijvoorbeeld voor de zorg. Er wordt scherper gekeken naar de mogelijkheden van zelfredzaamheid. Dat is op zichzelf niet verkeerd, maar als dat vooral voortkomt uit de behoefte om de kosten van de overheid te drukken is niet meer de behoefte aan zorg het leidende uitgangspunt.
Ook de digitalisering rukt steeds verder op. Ingezet wordt op veel meer thuiswerken en digitaal vergaderen. Inwoners worden geacht de gemeente vooral digitaal te benaderen. Digitalisering heeft zeker voordelen, maar door het benadrukken van die voordelen worden de negatieve effecten veronachtzaamd. Nog afgezien van het feit dat veel mensen slecht uit de voeten kunnen met het fenomeen digitalisering, wordt als belangrijk nadeel gezien dat de gemeente zich verder op afstand van de inwoners plaatst. En dat wordt nog versterkt met het hierboven beschreven beleid om toch vooral eerst te kijken naar wat de inwoners zelf kunnen. En als dat niet lukt, komt de gemeente in beeld die dan eerst eens gaat kijken of haar bemoeienis van toegevoegde waarde kan zijn.

Meer afstand tussen overheid en inwoner
Het gevolg is dat veel mensen de contacten met de gemeente als afstandelijk en onpersoonlijk ervaren. Als dan ook bij de uitvoering van gemeentelijke taken in een aantal gevallen de inwoners zich niet gehoord voelen, daalt het vertrouwen in die overheid zienderogen. Het is ook niet voor niets dat de roep om veel meer de menselijke maat te hanteren steeds luider wordt. Dat vraagt ook om meer persoonlijk contact tussen gemeente en inwoners.
De opgaven voor de gemeenten voor de komende jaren zijn complex en omvangrijk. De aanpak daarvan vraagt om een bestuur en een ambtelijke organisatie die qua cultuur en kwaliteit daarop voldoende toegerust zijn. Die in vele gevallen bereid is de regie te nemen. Er zullen moeilijke en ingrijpende besluiten genomen moet worden. En het kan niet anders dan dat daarvoor het draagvlak bij de inwoners voldoende groot moet zijn. Er moet gewerkt worden aan meer vertrouwen in de overheid.

De grote uitdagingen voor de komende jaren kunnen niet tegemoet getreden worden met een overheid die zich steeds verder terugtrekt, onpersoonlijker wordt en uitgaat van wantrouwen bij de uitvoering van taken. Kortom, ook de lokale overheid moet zich transformeren. En dat geldt ook voor Dongen.

De gemeenteraad in Dongen: theorie vs. praktijk

In Nederland geldt de gemeenteraad als het hoogste bestuursorgaan van het gemeentelijk bestuur. In veel gemeenten, ook in Dongen, is dat echter vooral een papieren werkelijkheid. Het gevolg is dat de taken van de gemeenteraad onvoldoende worden uitgevoerd. De raad moet haar inwoners vertegenwoordigen, dient kaders te stellen voor de uitvoering van beleid door het college van burgemeester en wethouders en moet vervolgens dat college controleren of die uitvoering binnen die kaders, waaronder de begroting, wordt gerealiseerd. In de praktijk stelt de gemeenteraad zich nogal eens volgend op, mede als gevolg van de dominantie van de coalitie en het daaraan gelieerde college van B&W. Maar dat ondermijnt dan wel een volwaardige uitvoering van bovengenoemde taken. Vanwege de rol die de raad heeft als hoogste bestuursorgaan is het belangrijk dat de raad gezamenlijk, dus zowel coalitie als oppositie, in staat is voldoende tegenmacht te bieden. Om dat volwaardig te kunnen doen moet er nogal wat veranderd/vernieuwd worden.

Wat zijn de huidige knelpunten?

  • Het dualisme, in 2002 al ingevoerd, waarin de verhouding tussen de rol van de gemeenteraad en die van het college een andere status heeft gekregen, is nog niet tot volledige wasdom gekomen;
  • De informatiepositie van de gemeenteraad is zwak;
  • De afstand tussen coalitiefracties en het college van B&W is in het algemeen kleiner dan de afstand tussen oppositie en het college. Het aannemen van een motie of amendement van de oppositie wordt nogal eens gezien als een verlies van de coalitie;
  • Er vindt in de gemeenteraad nauwelijks debat plaats. Er worden vooral meningen uitgewisseld;
  • Buiten de verkiezingstijd zijn er onvoldoende mogelijkheden voor inwoners om hun mening tijdig, in ieder geval al bij de beleidsontwikkeling, in of aan de gemeenteraad te ventileren;
  • De instrumenten van de gemeenteraad zoals bijvoorbeeld de inlichtingenplicht van het college, het verplichte periodieke beleidsonderzoek door het college, het interpellatierecht, de lokale rekenkamercommissie en het budgetrecht worden niet of onvoldoende benut;
  • De problematiek die de gemeenteraad moet adresseren is vaak complex en omvangrijk. De ondersteuning die gemeenteraadsleden krijgen zoals scholing en integrale voorlichting is minimaal. In dit verband moet ook de griffie versterkt worden;
  • De ambtelijke ondersteuning en fractieondersteuning is slecht geregeld;
  • Door het op afstand zetten van gemeentelijke taken aan gemeenschappelijke regelingen, maar tot op zekere hoogte ook door informele samenwerking en privaatrechtelijke samenwerkingen met vaak bindende overeenkomsten voor financiering, verliest de gemeenteraad grip op die taken waar ze wel verantwoordelijkheid voor dragen. De gemeenteraad dient als vertegenwoordigend orgaan algemene belangenafwegingen te kunnen maken. Ook tussen beleidsdomeinen;
  • Door al die verschillende vormen van gemeentelijke samenwerking treedt er een verschuiving op van algemeen vertegenwoordigend bestuursorgaan naar een functioneel vertegenwoordigend orgaan. Dat is een uitholling van de lokale representatieve democratie;
  • De gemeenteraad wordt te veel meegezogen in de bestuurlijke en ambtelijke procesgang (vergadercyclus) met vaak te weinig voorbereidingstijd en reflectie;
  • Raadsleden hebben te weinig tijd om in gesprek te gaan met inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven. Een vereiste in een participatiesamenleving.

Een nieuwe politieke cultuur- hoe dan?

Een krachtige gemeenteraad. De inwoners van Dongen verdienen een gemeenteraad die zich meer bewust is van haar rol en status als hoogste bestuursorgaan. Met een sterkere informatiepositie en voldoende ondersteuning. Die in staat is of wordt gesteld om haar inwoners goed te vertegenwoordigen en die bereid is, om ter uitvoering van haar kaderstellende en controlerende rollen de tot haar beschikking staande instrumenten in te zetten. Maar die ook oog heeft voor de moeilijke opgaven waarmee het college van burgemeester en wethouders worden geconfronteerd bij de uitvoering van beleid en bij de uitvoering van taken die “van hogerhand” worden opgelegd. En zowel voor het college, de raad en de inwoners is het van groot belang dat er een ambtelijke organisatie is die kwalitatief en kwantitatief op orde is. Het is dus hoog tijd voor een nieuwe politieke cultuur!
Daarom wil D66 Dongen:

  • De rol van de gemeenteraad versterken, waarbij er meer ruimte moet zijn voor gewijzigde inzichten over de uitvoerbaarheid of effecten van beleid. Of voor goede ideeën uit de samenleving en de raad. Of die ideeën nu door een coalitie- of een oppositiepartij worden ingebracht: een goed idee is een goed idee!
  • De informatiepositie van de gemeenteraad versterken. Te beginnen met het versterken van de positie van de griffie. Niet alleen inhoudelijk maar ook in voorkomende gevallen als spreekbuis voor de gemeenteraad, ook voor wat betreft de externe communicatie en inclusief het daarbij behorende budget;
  • De kwestie van de vitalisering van de lokale representatieve democratie breder zien dan alleen als verantwoordelijkheid van de griffier of de werkgroep democratische vernieuwing. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van college en raad!
  • Dat de gemeenteraad tijdig wordt geïnformeerd, dus al in de fase van beleidsvorming, van de ontwikkelingen die plaatsvinden in de diverse samenwerkingsverbanden. Zodat de raad haar controlerende rol op deze samenwerkingen steviger kan uitvoeren. Bijvoorbeeld door de verslagen van de Portefeuillehouders-bijeenkomsten aan de raad ter kennisneming toe te sturen;
  • Dat de gemeenteraad tijdig wordt geïnformeerd, dus al vóór de beraadslagingen over de jaarlijkse kadernota, over de effecten en resultaten van de inkoopcontracten in het kader van het sociaal domein;
  • Een raadsplanning die gemeenteraadsleden voldoende tijd en ruimte geeft om zich voor te bereiden op raadsvergaderingen;
  • Meer ruimte voor debat in de raadsvergaderingen. En een reglement van orde dat hier de ruimte voor geeft;
  • Meer sturing op het benutten van ambtelijke ondersteuning en bijscholing voor raadsleden en fracties, gezien de complexiteit en omvang van onderwerpen waar de raad mee wordt geconfronteerd;
  • Het budgetrecht herstellen door meer tijdige, meer concrete en controleerbare informatieverschaffing bij raadsvoorstellen met financiële consequenties en bij financiële stukken als jaarrekening, begroting en bestuursrapportages;
  • Een onderzoek en vervolgens een openbaar debat over de vraag of Dongen een zelfstandige gemeente kan blijven, gezien de hoeveelheid samenwerkingsverbanden en de weinige invloed die de gemeenteraad heeft op het controleren van deze samenwerkingen. Hierdoor wordt de positie van de gemeenteraad ondermijnd omdat zij haar controlerende rol niet goed kan vervullen en dus niet goed kan bepalen welke koers de gemeente kan varen;
  • Een bestuursakkoord op hoofdlijnen, zodat er geen strakke scheiding ontstaat tussen coalitie en oppositie. Op die manier staat het belang van onze inwoners altijd voorop. In voorkomende gevallen moet het mogelijk zijn met wisselende meerderheden tot besluitvorming te komen;
  • Verder doorvoeren van rondetafelgesprekken tussen raadsleden, bestuur en inwoner, zodat er meer ruimte is voor debat en interactie tussen politiek en publiek. Op die manier kunnen we inwoners van Dongen beter verbinden met de lokale politiek;
  • Digitale vergaderingen slechts bij hoge uitzondering te laten plaatsvinden. Vanwege de recente coronacrisis waren we uiteraard blij dat we konden uitwijken naar een digitaal alternatief, maar dit is geen goede vervanging als het niet noodzakelijk is. Het democratisch proces, de interactie tussen raadsleden en de openbaarheid van de vergadering komen veel beter tot hun recht tijdens een fysieke vergadering;
  • Via de griffier de gemeenteraad een eigen positie geven in de communicatie met haar inwoners.

Naar onze mening leiden deze acties tot een gemeenteraad die zich bewust is van haar positie als hoogste bestuursorgaan in de gemeente en die kunnen leiden tot een betere interactie met de Dongense inwoners. Op die manier werken we aan vertrouwen in de politiek.
Daarom wil D66 Dongen een gemeentelijke dienstverlening die:

  • Vooral gericht is op een persoonlijke benadering – in persoon of telefonisch – voor iedereen, ook voor hen die digitaal niet zo vaardig zijn;
  • Zowel digitaal als telefonisch goed en snel bereikbaar is;
  • Als die bereikbaarheid niet meteen kan plaatsvinden er zo snel mogelijk contact wordt opgenomen;
  • Zo wordt ingericht dat digitaal inzicht verschaft kan worden in de stand van zaken van vergunning verleningsprocessen;
  • Duidelijkheid geeft over de termijnen waarbinnen vragen van inwoners afgedaan worden;
  • Periodiek wordt geëvalueerd.

Inwonerparticipatie en communicatie

De slogan “In Dongen doen we dingen samen” stelt hoge eisen aan de wijze waarop inwoners van Dongen kunnen meepraten en mee- denken over het beleid en besluitvorming van het gemeentebestuur. En dus ook over de manier waarop de gemeente met haar inwoners communiceert.
Daarom wil D66 Dongen dat:

  • Inwoners, bedrijven, organisaties, dorps- en wijkraden in een zo vroegtijdig mogelijk stadium betrokken worden bij de beleids- en besluitvorming;
  • Inwonerparticipatie voor alle inwoners toegankelijk wordt gemaakt door verschillende vormen aan te bieden zoals een inwonerpanel, fysieke én digitale bijeenkomsten of een gelote groep inwoners om mee te praten over een specifiek thema.
  • Er voldoende ruimte is voor overleg en discussie met de gemeenteraad met inwoners die gebruik maken van het inspreekrecht;
  • De gemeentelijke organisatie ook aandacht heeft voor de vraag achter de vraag;
  • Inwonersinitiatieven stimuleren en faciliteren;
  • Er gecommuniceerd wordt in begrijpelijke taal;
  • De mogelijkheid wordt onderzocht dat inwoners zelf een raadsvoorstel kunnen indienen;
  • Er meer inzicht wordt geboden in de mogelijkheden van een referendum;
  • Raadsinformatieavonden toegankelijk en interactief worden voor inwoners