Victor Everhardt: “Vooruitgang is nodig om de uitdagingen van deze tijd aan te pakken.”
In 1966 richtte een groep ongeruste Nederlanders Democraten ’66 op. Niet veel later werd hier in Amsterdam Zuid, in de RAI, het eerste ledencongres georganiseerd.
Dat congres duurde één dag langer dan gepland, omdat er zoveel te bespreken was. D66 wilde het systeem veranderen. D66 wilde vooruit. En dat willen we nog steeds.
Intussen doen we dat hier in Amsterdam al sinds 2014 onafgebroken in het college en leveren we in Amsterdam-Zuid en in -Centrum de stadsdeelvoorzitter. We zijn van ver gekomen. Er staat ons nog veel te doen.
Niet voor niets kleurde tijdens de Provinciale statencampagne de straten weer groen. Ik ben daar trots op. Want, eerlijk is eerlijk, het was niet altijd een makkelijke campagne. Voor het eerst sinds Corona weer echt de straat op en zaaltjes in. Soms moesten we tegen de wind in – letterlijk en figuurlijk.
We hebben campagne gevoerd met een eerlijk verhaal. Een verhaal van echte keuzes voor Nederland. En zo’n verhaal roept reacties en emoties op. Dat begrijp ik.
Dit merkte we tijdens de gesprekken op straat en de reacties online. Mijn dank en bewondering gaat daarom uit naar al die D66’ers, vrijwilligers, kandidaten en lijsttrekkers, die hun rug recht hielden, problemen benoemden en blijven werken aan de oplossingen voor heel Nederland.
Die oplossingen zijn hard nodig. We staan voor grote uitdagingen. In Europa, binnen het onderwijs, de woningmarkt en het klimaat. Uitstel en afstel van moeilijke keuzes zullen onze planeet en jongeren hard raken. Dat kunnen en mogen we niet laten gebeuren.
Dus moeten we vooruit. Door de drijvende krachten uit de samenleving te verbinden. De boer die door zijn kringlooplandbouw voor de troepen uit loopt. De leraar die elke dag het beste uit zijn leerlingen haalt. De ondernemer die investeert in groene banen en een duurzame industrie.
In de woorden van Van Mierlo: ‘’We moeten een revolutie maken voordat die uitbreekt, een stille revolutie die kanalen graaft van de burgers en hun frustraties naar de centra van de macht, en dat met vreedzame middelen. Dat is de grote opgave voor een nieuwe politiek.”
Wat mij betreft is de opdracht van Van Mierlo weer actueel. Want, hier moeten we ook eerlijk over zijn, uit de verkiezingsuitslag blijkt: een aanzienlijk deel van de Nederlanders is ontevreden over de huidige politiek.
Als partij moeten we hier rekenschap van nemen.
Daarom trekken we het land in. Ook buiten campagnetijd. Dat doen we tijdens ons vernieuwde talentenprogramma ‘’De Nieuwe Lichting’’. Waar deelnemers maatschappelijke organisaties, zoals Vluchtelingenwerk en de Voedselbank, bezoeken. En dan niet de bestuurskamers in, maar de werkvloer op.
Tegelijkertijd houden afdelingen en fracties spreekuren in wijken en organiseren zij bijeenkomsten. Ook voor niet-D66’ers. Juist voor niet-D66’ers. Delft doet dit. Heemskerk doet dit. Zoetermeer. Rotterdam. Samen met vele vele anderen.
Dit is nuttig en nodig. Want het vertrouwen van mensen is geen vanzelfsprekendheid, dat moeten we blijven verdienen. Wij laten zien dat de politiek er is voor alle Nederlanders.
Voor ons is betrouwbare politiek: het probleem benoemen en oplossen. Afspraak is afspraak.
Zoals Hans Vijlbrief dit doet in Groningen, leggen vele D66’ers hun oor te luisteren bij al die mensen die Nederland iedere dag vooruitbrengen.
We laten ons hierbij leiden door ons beeld van wat Nederland op z’n best kan zijn: vrij, open, tolerant en met gelijke kansen voor iedereen.
Bij een open en vrij Nederland hoort ook een open houding naar de rest van de wereld. In het bijzonder richting Europa.
Ik zei het al eerder, we staan voor grote uitdagingen.
Veel van deze uitdagingen houden geen rekening met landsgrenzen. Daarom is samenwerking noodzakelijk.
Het belang van een sterk en verenigd Europa was nooit zo duidelijk als de afgelopen jaren. Voor het eerst sinds decennia een verschrikkelijke oorlog op ons continent.
En toen tijdens de pandemie de wereld op slot zat, werd duidelijk hoe belangrijk het is om samen te werken.
Maar ook de recente onrust in de financiële sector in de Verenigde Staten en Zwitserland, vraagt om alertheid en samenwerking van ons in de EU.
Ik herhaal: de problemen overstijgen landsgrenzen, ze zijn simpelweg te groot voor een lidstaat alleen.
We moeten als partij nadenken over hoe wij onze Europese toekomst voor ons zien. Zeker met de Europese verkiezingen in het vooruitzicht.
Hoe zorgen we vóór vooruitgang binnen de Europese Unie? Hoe kunnen we als politieke vereniging samenwerken met partijen die hun hand uitsteken?
Hoe kunnen we ook in Europa drijvende krachten verbinden?
Het begin van een antwoord op deze vragen begint, wat mij betreft, met een politiek die niet te veel bezig is met het spel, maar met wat erop het spel staat.
Dat is een politiek van de uitgestoken hand en het overbruggen van verschillen. In Nederland en in Europa.
Laat ik eindigen met de grootste uitdaging van deze tijd: het klimaat.
Recent zette het kabinet, onder leiding van onze klimaatminister Rob Jetten, grote en concrete stappen richting een schonere wereld. De vervuiler gaat betalen en er wordt ingezet op forse en nodige CO2-reductie.
Hiermee behoort Nederland tot de Europese koplopers. Iets om als partij trots op te zijn. Voor ons was het klimaat immers de belangrijkste reden om in dit kabinet te stappen.
Terwijl anderen kozen voor weer vier jaar aan de zijlijn namen wij verantwoordelijkheid. Het klimaat wacht niet. Wij zijn de laatste generatie die het klimaat de juiste richting in kan duwen. Het moet echt nú.
In Nederland zijn we hard op weg naar een groenere samenleving. We bouwen meer windmolens op zee, leggen onze daken vol met zonnepanelen en een duurzaam leven wordt goedkoper. Dat is goed voor het milieu en onze economie. Maar ook hier zullen we binnen de EU gezamenlijk moeten optrekken. Alleen samen kunnen we het klimaatprobleem oplossen. Ik geloof dat dit gaat lukken.
Als sociaalliberaal geloof ik ook dat iedereen moet kunnen meedoen en -delen in deze groene transitie. Verandering gaat nooit vanzelf en gaat de een beter af dan de ander.
In een duurzame samenleving dragen de sterkste schouders de zwaarste lasten en betaalt de vervuiler.
Een duurzame samenleving rekent echte prijzen en houdt deze niet kunstmatig laag door het vooruitschuiven of afschuiven van kosten. Dat is rechtvaardigheid.
Ik ben er daarom van overtuigd dat de recente stakingen en de vaak daaropvolgende loonstijgingen, in veel gevallen aan de onderkant van de arbeidsmarkt, noodzakelijk zijn. Het zijn de mensen in het distributiecentrum die zorgen voor volle schappen. Niet de mensen op het hoofdkantoor.
Het is het bagagepersoneel dat ervoor zorgt dat u op vakantie kunt.
D66 heeft zich ook daarom hard gemaakt voor een stijging van het minimumloon met 10% en gelijke lonen voor docenten. Ook dat is rechtvaardigheid.
Democraten, dit congres staat in het teken van vooruitgang. Vooruitgang in Nederland en Europa.
Vooruitgang die nodig is om de uitdagingen van deze tijd aan te pakken. Ons congres is de ideale gelegenheid om oplossingen te bedenken voor de problemen van morgen.
Om te kiezen voor de toekomst van iedereen in Nederland.
Ik nodig u dan ook uit om vandaag opzoek te gaan naar overeenkomsten en verschillen te overbruggen. Niet te wijzen naar de ander. Maar uw hand uit te steken. Ook na dit congres.
En overigens ben ik van mening dat cannabis gelegaliseerd moet worden.