Lees hier de toespraak van onze fractievoorzitter in de Tweede Kamer Rob Jetten op het 109de D66-congres terug.
Congres 109 – Speech Rob Jetten: ‘Geen tijd om te dromen. Het is tijd om te drammen.’
Congres!
Het is een wonder. Dat ze jullie, volop in de campagnestand, een dag naar een congreszaal hebben weten te lokken. Want partijgenoten, wat heb ik jullie de afgelopen weken veel gezien. Overal in Nederland. Op straat, in onze groen-witte jassen. Flyerend, canvassend, en vastbesloten om in al die provincies een goede uitslag voor D66 neer te zetten.
Zodat D66’ers zich ook de komende jaren als bezetenen kunnen inzetten. Voor betaalbare huizen. Voor meer fietssnelwegen. En voor behoud van natuur!
D66’ers die kiezen voor de toekomst. Ik wens onze twaalf lijsttrekkers en hun teams heel veel succes toe! Zoals hier in Noord-Holland onze fantastische lijsttrekker Ilse Zaal!
Vrienden,
Voor mij persoonlijk stond de wereld de afgelopen vijf maanden even helemaal op z’n kop. Maar ik kan me voorstellen dat het ook voor jullie gek is. Na 12 jaar opeens een nieuwe fractievoorzitter.
Ik wil jullie graag vertellen waarom ik de politiek ben ingegaan. Wat me drijft. En waarom ik lid werd van D66.
Ik ben 31. Ik ben van de generatie die opgroeide met de verschrikkelijke aanslagen van 11 september en de oorlogen die volgden in Afghanistan en Irak. Ik zat uren aan de buis gekluisterd. Wilde al het politieke nieuws lezen. In eigen land werd de politiek opgeschrikt door opkomst van Fortuyn en de laffe moordaanslagen op hem én op Theo van Gogh. Dat maakte indruk.
De vrije wereld waarin ik opgroeide, waarin mijn generatie meer kansen had dan ooit, die wereld die alleen maar beter zou worden, bleek opeens minder vanzelfsprekend dan iedereen dacht. En de reactie van sommigen was: Groepen uitsluiten. Ophitsen. Grondrechten schenden.
Reacties die onze samenleving verdeelden. Reacties waardoor veel Nederlanders zich afvroegen: Ben ik hier nog welkom?
Op datzelfde moment worstelde ikzelf ook met mijn identiteit. Ik zat in het laatste jaar van de middelbare school. Toen ik durfde te erkennen: Ik ben homo. Dat was niet altijd gemakkelijk. Kan dat wel? Wat zullen anderen denken?
En toen ik steeds lekkerder in mijn vel zat, ook de vraag: Waar halen die types het lef vandaan om mij of anderen te vertellen dat we er niet bij horen omdat we niet in hun hokje passen?
Langzaamaan werd ik activistischer. Ik wilde me ergens bij aansluiten. Politiek actief worden.
Ik zocht een partij die pal stond voor de vrijheid jezelf te zijn. Die stelling nam tegen de rechts-populisten die alleen maar ophitsen en uitsluiten. En die wist dat Nederland beter af was, zonder verdeeldheid.
Die partij was D66. Toen nog geen partij, maar een ‘partijtje’. Nul zetels in de peilingen. Met leeuwenmoed hielden Alexander, Boris en Fatma en een handvol medewerkers zich staande in de Tweede Kamer.
En met succes. Toen CDA en PvdA in Balkende-IV waren vergeten dat regeren een werkwoord is, kwamen zij in opstand. Toen iedereen nog in een kramp lag na de afgewezen Grondwet van 2005, koos D66 als enige voor Europa.
En toen de PVV in de Tweede Kamer kwam, en niet alleen de Koran, maar ook de Grondwet wilde verscheuren, was D66 de enige die met hen de strijd aanbond. Die partij, met het lef om ergens vol voor te gaan, daar wilde ik bij horen.
Ik werd lid. Wat daarna kwam, herkennen vast veel leden. Een prachttijd bij de Jonge Democraten. Campagnevoeren voor elke verkiezing. Op een dag van wind en regen, een dag als vandaag, posters plakken. En uiteindelijk werd ik Raadslid in Nijmegen. Dus Menno: je hebt nog heel wat in te halen bij deze prachtige club.
Ik werd actief aan de vooravond van een decennium waarin Nederland D66-groen zou kleuren. Want kijk waar we nu staan. Honderden volksvertegenwoordigers, wethouders en gedeputeerden door het hele land. Negentien zetels in de Tweede Kamer. Tien in de Eerste. En zes ijzersterke bewindspersonen.
Dat was allemaal nooit gebeurd, zonder één persoon. Alexander Pechtold. Alexander, ik heb je de afgelopen maanden ook wel eens vervloekt. Als ik in je grote schoenen stond en me afvroeg: Wat zou Alexander doen?
Ik ben ongelofelijk blij dat je na jouw vertrek niet achter de geraniums bent gaan zitten. Maar dat jij er vandaag alweer bij bent. Ik spreek niet alleen namens mijzelf, maar namens de hele fractie en alle leden: We bewonderen hoe je iedereen, op het vorige congres in Den Bosch, muisstil wist te krijgen met die prachtige, persoonlijke afscheidsspeech. Dat raakte ons allemaal.
Ik kan je niet genoeg bedanken voor wat jij hebt betekent voor onze partij. Je bent voor altijd mijn eerste politieke held. Heldhaftig, vastberaden, vol goede moed. Baken van redelijkheid in een steeds meer versplinterd politiek landschap. En altijd zingend aan het werk. Alexander, bedankt!
Congres,
De afgelopen jaren waren voor mij een politieke leerschool. Het leerde me dat Nederland D66 nodig heeft om vooruit te komen, door samen te werken. Er kwam pas beweging in Rutte-I toen Rutte ons nodig had na het weglopen van de PVV. Er gebeurde weer wat aan het Binnenhof, toen D66 een begrotingsakkoord sloot met Rutte en Samsom. En wat toen gold, geldt nu weer:
Een klimaatwet en een naderend klimaatakkoord. Een miljardeninvestering in onderwijs, 8% meer salaris voor docenten. Een kinderpardon, dat er eigenlijk al lang had moeten zijn. Maar ons nu toch gelukt is!
Een pro-Europese houding van onze premier. Een soepele draai, en dat zonder dat vaasje uit zijn handen te laten vallen. Was dit ooit mogelijk geweest, met D66 aan de zijlijn? Hadden we dit op z’n GroenLinks kunnen doen, vanuit de oppositie? Is er ook maar iemand die betwijfelt of dit gelukt was zónder ons?
Het simpele antwoord is nee. En dat is waarom ik trots ben dat we meedoen. Bouwen. En, even belangrijk: dankbaar voor het vertrouwen van iedereen hier.
Dankbaar voor de ruggengraat van deze volwassen, stabiele en onmisbare partij.
Congres,
Dat betekent niet dat ik tevreden achteroverleun. Ik zal mijn Kerdijklezing van maandag niet herhalen – dingen herhalen heb ik vrij snel afgeleerd. Maar wij hebben een agenda die verder reikt dan dit kabinet.
Ons liberalisme is sociaal. Het is radicaal. Wij weten dat echte vrijheid twee kanten heeft. Niet alleen de ‘vrijheid blijheid’ van de VVD. Nee, wij staan voor de vrijheid om iets van het leven te maken. Om je te kunnen ontwikkelen, te ontplooien.
Dat vraagt om kansengelijkheid, om emancipatie, om gelijkwaardigheid, om invloed en zeggenschap in een echte democratie. We staan er in Nederland ontzettend goed voor. We zijn welvarender, gezonder en gelukkiger dan ooit.
Maar er zijn ook nieuwe muren ontstaan. Muren tussen mensen met en mensen zonder zekerheid. Muren tussen mensen met wortels in Nederlander en mensen met wortels elders. En muren tussen mensen met macht en mensen zonder macht. Dat is onverteerbaar. En daarom zetten we samen de sloophamer in de muren die ons verdelen.
De eerste stappen zetten we met deze coalitie. Ik accepteer geen treuzelende bewindspersonen. Ik beloof u vandaag: Zolang ik het voorrecht heb fractievoorzitter te zijn, zorg ik dat we het kabinet aansporen tot actie.
Kajsa weet dat wij haar niet met rust laten totdat mensen niet alleen mee kunnen praten maar ook mee kunnen doen. Wouter heeft het moeilijk genoeg met de polder, maar hij weet als geen ander dat D66 niet rust voor we rechtvaardige pensioenen en zekere banen hebben. Ingrid weet heel goed dat wij haar zullen afrekenen op de toegankelijkheid van het onderwijs. Als Sander Dekker treuzelt met het regenboog-stembusakkoord, weet hij dondersgoed dat hij ons op zijn dak krijgt. En vergeet niet hoe wij Ank Bijleveld dwingen haar middelen voor defensie daar te investeren waar het onze veiligheid het meest vergroot: in een sterke, eensgezinde Europese krijgsmacht.
Congres,
als nieuwkomer in het hart van de Haagse politiek valt me iets op. Een gevatte oneliner wordt meer gewaardeerd dan een doorwrocht verhaal. Twitter is de norm. We zitten vast in de loopgraven van het eigen gelijk.
Het bewijs stapelt zich op: de pensioenonderhandelingen waren nog niet geklapt, of de SP knalde al een verdacht professioneel filmpje online. Na de vorige verkiezingen was een historisch klein aantal zetels in de Tweede Kamer bereid verantwoordelijkheid te nemen.
De formatie werd daarom de langste in de Nederlandse geschiedenis. Iedereen leek voor het gemak te vergeten dat vooruitgang niet vanzelf gaat. Dat daar samenwerking voor nodig is.
“Stem het kabinet naar huis”, zeggen partijen van links tot rechts. “Een referendum over Rutte”, roept Lilian Marijnissen. “Alles wordt anders na 20 maart”, denkt Baudet.
Maar dan? Deze partijen zijn zo verliefd op zichzelf, dat de liefde voor samenwerking ver te zoeken is. Welke risico’s dat met zich meebrengt, zien we over de grens. Kijk naar Italië: elk jaar een nieuwe regering. Kijk naar België: jaren zónder regering. Waar partijen elkaar niet halverwege durven te vinden.
Juist Nederland zou hier de weg kunnen wijzen. Wij hebben al zo vaak laten zien dat we voorop kunnen lopen. Laten we dat ook nu doen. Met alleen ‘nee’ zeggen, met alleen mensen uitsluiten, met nooit aan de formatietafel zitten, of daar zonder reden van weglopen, kom je er niet.
De tijd van de smoesjespolitiek is voorbij. Er is geen tijd om te dromen. Het is tijd om te drammen. Niet weglopen, maar doorlopen. Niet leven bij de gedachte hoe de wereld is, maar bij de hoop hoe de wereld zou kunnen zijn. Niet elkaar afstoten, maar – en dat heb ik van onze Christelijke vrienden geleerd – het goede in elkaar zoeken.
Democraten,
Kiezen voor de toekomst is kiezen voor samenwerking.Dat geldt nu en dat geldt ook na de verkiezingen van 20 maart. En daar wil ik best een hand voor uitsteken. Zonder taboes van mijn kant. En hopelijk zonder smoesjes van de rest.
Voor een uitgestoken hand aan Lodewijk Asscher en Lilian Marijnissen – in de strijd voor radicale kansengelijkheid. Voor een uitgestoken hand aan Jesse Klaver – voor humaan migratiebeleid. En ja, voor een uitgestoken hand aan onze conservatieve partners van CDA en VVD. Voor hen is het ook niet makkelijk om al dat vooruitstrevende D66-beleid te dragen.
Democraten,
De verkiezingen van 20 maart ga ik vol vertrouwen tegemoet. En ik zal jullie zeggen waarom.
Onze continue inzet is die voor de vrijheid om jezelf te zijn. Voor kansengelijkheid. En voor meer investeringen in onderwijs. Maar deze verkiezingen, net als de vorige, gaan ook over klimaat.
Komt dat even goed uit. Want vandaag is hier bijeen de enige serieuze klimaatpartij van Nederland. Jesse Klaver wil ons doen geloven dat de aandacht voor klimaat zijn verdienste is. Maar ver, ver voor Jesse… was er Jan. De allereerste klimaatdrammer van Nederland. En ik ben blij dat hij hier vandaag bij ons is. Als stem van onze nieuwe campagnespot. Als lijstduwer bij de Europese Verkiezingen. En als inspiratie voor ons allemaal. Dames en heren, Jan Terlouw!
Congres,
De politieke erfenis van Jan, is vandaag actueler dan ooit. We kennen de doorrekeningen van het klimaatakkoord nog niet, maar laat het volgende glashelder zijn: Wij gaan naar Parijs!
En ik zal eerlijk zijn: dat is geen sinecure. De vorige kabinetten hebben zulke steken laten vallen dat we van ver moeten komen. Maar we zijn op weg. In de zonneauto van het hoge noorden naar het Île de France.
Bij Groningen kregen we de klimaatwet. Ter hoogte van Zwolle sloten we een klimaatakkoord. Bij Almere kregen we van Menno een vliegtaks en een vrachtwagentaks, en van Stientje fikse investeringen in de fiets.
En wat zien we nu? Een gigant van een poster langs de A10, pal naast die grote, vervuilende Hemweg-kolencentrale. De tekst doet mijn hart zingen. WIJ HALEN HEM WEG! Met de groeten van D66!
Vrienden,
Niet alleen Nederland, ook Europa kan meer samenwerking gebruiken. Elke dag opnieuw, zien we aan de overkant van het kanaal wat het alternatief is. Britse boeren slaan alarm over voedseltekorten.
Patiënten zijn medicijnen aan het hamsteren. Duizenden mensen raken hun baan kwijt in de auto-industrie. En de politiek is hopeloos verstrikt geraakt.
Dat allemaal door die knoop die Brexit heet. Een knoop die werd gelegd door liegende politici. En door al die jonge mensen die wegbleven van de stembus.
Wij krijgen een nieuwe kans. Een kans om het beter te doen. Voor de politici is het een simpele opdracht. Wél het echte verhaal te vertellen. Staan voor onze zaak. Zonder angst of twijfel.
Voor de jonge kiezer is het net zo simpel. Wél stemmen. Vechten voor de toekomst. Op 23 mei zijn de verkiezingen. Dan kiezen wij voor de toekomst van Europa.
Willen we een Unie die langzaamaan, land voor land, uit elkaar valt? In een deel mét rechtsstaat en een deel zonder? Waar economische groei en welvaart in het Noorden wel en in het Zuiden niet voor handen is? Waar het ene land honderdduizenden vluchtelingen opvangt en het andere land hekken bouwt?
Of kiezen we voor hechte samenwerking? Waarin landen hun macht niet inleveren, zoals de complotdenkers roepen, maar hun macht versterken door naast elkaar te staan. Daarom ben ik zo blij dat onze kandidaten onvermoeibaar strijden voor iedere stem vóór Europa.
Bij de vorige Europese verkiezingen gingen minder dan twee op de tien jongeren naar de stembus. Zij hebben nu een duidelijke keuze. Tussen de Nexit-nationalisten van de firma Baudet. En de Europese democraten van D66. Of is voor Baudet de Nexit toch pas ‘later aan de orde’? Ik weet het even niet meer.
Hoe dan ook, democraten, zegt het voort: Alle jonge Nederlandse Europeanen horen thuis bij de enige partij die sinds haar oprichting met geduldige toewijding werkt aan een Europese toekomst.
Congres,
De gruwelen van 9/11, de moorden op Fortuyn en Van Gogh en mijn zoektocht naar mijn eigen identiteit trokken mij naar de politiek. Naar D66. Een club van open mensen.Waar generositeit het altijd wint van bekrompenheid.
In de afgelopen 12 jaar heb ik me hier altijd thuis gevoeld. Laten we die partij blijven. Een partij die staat voor vooruitgang. Een partij met het lef om radicale voorstellen te doen. Maar vooral een partij die het lef heeft om samen te werken, Om onze idealen dichterbij te brengen. Ook als dat moeilijk is.
In het RTL-debat afgelopen donderdag verraste Klaas Dijkhoff mij. Opeens kreeg ik het laatste woord. Een sympathiek gebaar, dat laat zien dat je verder komt als je elkaar ook eens iets gunt. Dat is de gedachte waarmee ik het de komende jaar in de Tweede Kamer aan de slag wil. Dat is de gedachte die ik jullie mee wil geven, als jullie de komende anderhalve week massaal de straat op gaan om campagne te voeren.
En als jullie na de verkiezingen op 20 maart in alle provincies onderhandelen over een akkoord voor Fryslan, voor Gelderland, voor Zuid-Holland en in al die andere provincies waar het spannend wordt: denk aan elkaar. Kies altijd voor de toekomst. En zet hem op!