Voorzitter,
Ik ben opgegroeid in Uden. Uje, voor de kenners. Dat betekende opgroeien in het fijne Brabant met veel familie dichtbij. Groot worden met een hele hoop gezelligheid en een rijk verenigingsleven, van de sportclub tot carnaval. Altijd op de fiets naar school kunnen of naar het bruisende dorpshart met veel lokaal ondernemerschap.
Uden was nooit een stad van grote bedrijven; geen Eindhoven met Philips, maar een plek van trotse middenstanders. Daarin vonden mijn opa en oma hun weg. In hun eigen horeca, slijterij en tabakszaak. Ze werkten dag en nacht om mijn vader en zijn broer en zussen naar school te kunnen sturen. Als klein jongetje vond ik het prachtig om met neefjes en nichtjes met een oude kassa hun winkel na te spelen.
Ze stonden midden in de samenleving. Kwam je de winkel binnen, dan wist ons oma precies wat je wilde hebben. Ze waren nieuwsgierig, gezellig, open, goed voor de ander.
Helemaal tot hun recht kwamen ze in de sportkantine. Mijn opa speelde als prof voor Helmondia. Daar waren we natuurlijk allemaal trots op. Mijn vader en ik kwamen uit voor onze lokale trots, UDI ’19. Al moet ik wel eerlijk bekennen dat ons pa het tot eerste schopte en ik door de liefde voor atletiek bleef steken bij de B1. De grote gelijkmaker was de derde helft. Én de bardienst. Daar waren we allemaal.
De kantine is eigenlijk de ideale samenleving, maar dan in het klein. Een plek waar verbondenheid vanzelfsprekend is. Een plek waar jong en oud, dakdekker en directeur, sterspits en vaste vlaggenist dwars door elkaar zitten. Je haalt een koffie of een biertje voor elkaar. Je houdt elkaars kinderen in de gaten. Je hoeft niet allemaal beste vrienden te zijn, maar iedereen wil het beste voor de hele club, want je weet: alleen samen gaan we vooruit.
Ik was vorige week opnieuw in een sportkantine, dit keer in Lelystad. Ik sprak met mensen, stuk voor stuk van goede wil, die naar de politiek kijken en zien dat de sfeer is omgeslagen. Ergens de afgelopen jaren lijkt het kantine-gevoel hier verloren te zijn gegaan. Onze politiek is gekaapt door schreeuwers die de hele club de put in praten.
Doemdenkers bepalen de afgelopen jaren de toon en roepen vooral wat allemaal niet kan. Zo ook in de coalitie en het kabinet van ruziemakers. Voor wie het uitvergroten van het probleem belangrijker is dan het vinden van een oplossing. Eigenbelang won het elke keer weer van landsbelang, waardoor echte doorbraken uitblijven.
Onder leiding van de partij van Wilders, een anti-democratische eenmanszaak die Nederland wil voegen naar Trump, Orban en Netanyahu, is Nederland nu het lachertje van Europa. Ooit een optimistisch gidsland voor vrijheid en vooruitgang. Nu exporteur van chaos en verdeeldheid.
We maakten pijnlijk kennis met een aloude waarheid: als een stier een paleis binnenkomt, wordt hij geen koning. In plaats daarvan verandert het paleis in een stal.
En na twee keer weglopen van coalitiepartijen, moet de premier met een stompje van een rompje, van nog maar 32 zetels, de komende tijd de huizenhoge golven van de wereldpolitiek trotseren.
Geen wonder dat nog maar 4 procent van de Nederlanders vertrouwen heeft in de politiek.
In deze situatie, gegeven de opdracht vandaag de politiek algemeen te beschouwen, is het zinvol om terug te gaan naar de basis. Hoe trekken we het Schip van Staat weer vlot? Hoe maken we het lekkende schip weer zeewaardig? Het gaat niet om hier en daar een procentje meer of minder uitgeven. Het gaat om de vraag: hoe gaan we weer vooruit, hoe krijgen we de wind weer in de zeilen? Die wind is onze verbondenheid, onze openheid, en de wil tot samenwerking. Met andere woorden: hoe krijgen we het kantine-gevoel terug in Kamer en kabinet?
Ik zie het wel voor me, dat kantinegevoel hier in Den Haag. De heer Bontenbal schenkt heel fatsoenlijk de ranja in. De heer Timmermans juicht gepassioneerd de linkerflank van het team toe. De heer Dassen stelt suikervrije zakjes snoep samen. Ik bied me aan als schoonmaakrobot voor de kleedkamers. En misschien draait DJ Jopie nog een leuk plaatje.
Maar alle gekheid op een stokje. De positieve krachten moeten zich nu gaan verenigen. Met respect voor elkaars verschillen en met ruimte voor onenigheid…behalve over de spelregels zelf. Voordat het te laat is. Voordat Wilders, net zo systematisch en nietsontziend als Trump, de fik zet in onze vrije democratie.
Het goede nieuws: voor het kantine-gevoel van saamhorigheid hoeven we niet ver te zoeken. Het ís niet verdwenen. Het leeft nog altijd in onze buurten, in onze families, in de positieve krachten. De mensen die elke dag weer samen de mouwen opstropen en vooruit willen. Niet dankzij de politiek, maar ondanks de politiek.
Het leeft in de lerares die kinderen onze taal leert, ondanks die kortzichtige bezuiniging op het onderwijs. Het leeft in de journalist die licht laat schijnen waar het donker is, ondanks verdachtmakingen van de grootste toetsenbordridder van dit land. Het leeft in de honderdduizenden Nederlanders die de straat op gaan tegen de gruwelijke genocide op het Palestijnse volk, ondanks de weigering van het kabinet ook maar een vinger écht uit te steken. Zelfs niet voor gewonde kinderen.
De opdracht voor de politiek is om ruimte te maken voor de goedwillende krachten. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, maar het kan wel.
Stel je voor wat er kan als de politiek niet langer tekent voor zesjes. Als we niet meer bij alle gevoelige onderwerpen onderhandelen naar de laagste gemene deler, maar kiezen voor de hoogste gezamenlijke ambitie. Als we kracht, leiderschap en moed verkiezen boven angst.
Wanneer zijn we gaan accepteren dat nog elke dag Oekraïners worden gedood in hun straten en in loopgraven? Dat meisjes niet veilig naar huis kunnen fietsen en dat vrouwen thuis niet veilig zijn? Dat kinderen niet goed meer kunnen lezen, schrijven en rekenen? Dat dit kabinet onze voorsprong op klimaat overboord heeft gegooid?
Voorzitter, het kan wél. Ik stel voor dat we het vandaag met de positieve krachten in deze Kamer al eens worden over tenminste twee punten. Anders hebben we hier allemaal verhalen verteld over onze ideale samenleving, maar te weinig bereikt. Zonde van de tijd.
Ten eerste: Laten we ons committeren aan een nieuw kabinet dat voor de kerst van start gaat. Een kabinet dat eenheid uitstraalt. In de woorden van de Koning: laten we elkaar de hand reiken. En een stabiele meerderheid vormen die bereid is vier jaar lang het land vooruit te brengen. De status quo op te schudden. En een bezem door de overheid te halen. Want mensen zijn de stilstand zat.
Ten tweede. Laten we de periode tot 29 oktober nuttig gebruiken. President Von der Leyen zei het goed in haar toespraak over de Staat van de Europese Unie: de wooncrisis tast het weefsel van onze samenleving aan. Overal waar ik kom in Nederland hoor ik hetzelfde. Leraren en verpleegkundigen kunnen niet wonen waar ze werken. Studenten stoppen noodgedwongen met hun studie of blijven eindeloos thuiswonen. Starters, gezinnen en senioren stellen levenskeuzes uit. We hebben een snelle doorbraak nodig.
Ja, D66 wil tien nieuwe steden. Voor al die woningen die we de komende jaren nodig hebben. Maar we kunnen het vandaag al eens worden over een Noodwoonwet. Met een paar simpele ingrepen kunnen we meer dan 200.000 Nederlanders op korte termijn aan een woning helpen. De kern daarvan is om woningdelen makkelijker te maken. Met het schrappen van overbodige regels die de bouw van huizen tegenhouden. Dat kunnen we vandaag met elkaar besluiten.
Tot slot, voorzitter,
We hebben ons in Nederland…zo lang…bij ieder groot idee laten vertellen dat het níet kan, te veel kost, of te moeilijk is. Maar wij schrijven zélf het verhaal van onze toekomst. Wij bepalen zélf wat er gebeurt. In een vrij, veilig en verenigd Europa.
Dus laat de positieve krachten nu opstaan. Ons land
deed de wereld altijd versteld staan met innovatie, ondernemerszin en vooruitgang. Of het nu ging om het scheppen van nieuw land in water. Of om het vastleggen van nieuwe rechten en vrijheden voor mensen. Over lijf en leven. Daar was naast fatsoen en solidariteit bovenal durf en ambitie voor nodig. Met lef om te hervormen. De moed om het negativisme te doorbreken. De bereidheid om nieuwe wegen te bewandelen.
Daar ligt onze opdracht.
De bouw van een Nieuw Nederland.
Het kan wél.
Rob Jetten tijdens Kamerdebat na Prinsjesdag: “Vooruit met durf en ambitie”
Lees hier de bijdrage van fractievoorzitter Rob Jetten tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen 2025.
Beeld: Martijn Beekman
Doe mee. Het kan wél
Nederland is het land van vrijheid en vooruitgang. Een land van doeners, dromers en durvers. Van mensen die samen de schouders eronder zetten en problemen met elkaar aanpakken.