Voorzitter,
Het feit dat ik hier ben, voel ik als een voorrecht, maar ook als een enorme verantwoordelijkheid. De kiezer mag erop vertrouwen dat ik mij volledig in zal zetten om deze verantwoordelijkheid zo goed mogelijk in te vullen.
Voorzitter, ik ben opgegroeid in Venlo, in een liefdevolle familie. Als ik buiten de regio vertel waar ik vandaan kom, beginnen mensen altijd over Venlo als thuisstad van Geert Wilders. Het achterland van de PVV. En hoewel de PVV inderdaad groot is in Venlo, bestaat er ook een ánder Venlo. Twee voorbeelden: Ik ben opgegroeid in Venlo-Zuid. En voor de mensen die die buurt niet kennen, dat is een zeer gemêleerde buurt. Er wonen veel mensen met een migratieachtergrond, kinderen die in mijn klas zaten, met wie ik voetbalde in de pauze. Omdat we andere gebruiken en tradities meekregen vanuit huis, botste het wel eens, maar brak het niet.
Tweede voorbeeld: Op de middelbare school in Venlo maakte ik vrienden voor het leven, vrienden van alle genders, seksualiteiten en etniciteiten. Zo nu en dan komen we weer bij elkaar: halen we herinneringen op, praten we over hoogte- en dieptepunten, en delen we lief en leed. Die momenten herinneren mij altijdaan twee dingen: (1) elke keer als we samen komen heeft het te lang geduurd sinds de vorige keer, en (2) die momenten kunnen niet snel genoeg voorbij zijn. Want voorzitter, het is me toch een potje moeilijk om langere tijd met een zeer diverse groep mensen, verschillende karakters, uit allerlei verschillende achtergronden, samen te leven! Sommige van mijn vrienden (misschien wel allemaal) kan ik na zo’n bijeenkomst wel achter het behang plakken, maar toch zijn ze me allemaal lief.
Voorzitter, diversiteit van welke aard dan ook geeft diepgang aan, en verrijkt,onze samenleving. En ja, ook in Venlo, een stad die vaak anders geprofileerd wordt, leven mensen met verschillende persoonlijkheden en achtergrondenfantastisch samen. Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat iedereen een plek en een gelijk startpunt heeft in deze samenleving. En dat mensen die het niet alleen kunnen, een steuntje in de rug verdienen en ook krijgen. Dát is de samenleving waarvoor ik sta, en waarvoor ik mij hard wil maken.
Voorzitter, dat brengt mij tot het debat van vandaag. Het besluit van sommige zorgkantoren om meerzorgaanvragen af te wijzen heeft voor veel onrust gezorgd. Het vertrouwen van veel mensen in het systeem is beschadigd. De uitspraak van de Centrale Raad voor Beroep, dat oordeelde dat meerzorgaanvragen niet onverkort afgewezen mogen worden, heeft helaas nog niet tot concrete oplossingen geleid. En dat leidt tot schrijnende situaties.
Want voorzitter, toegewezen meerzorg of niet, zorg gaat dóór. Mensen stoppen niet met zorgen omdat ze minder geld krijgen, nee. Mensen zeggen hun banen op, korten op hun uitgaven, of proberen zelf het gat dat de afgewezen meerzorgachterlaat, te vullen. En laten we onszelf niet voor de gek houden, dat is ook nu al gebeurd: nu al hebben mensen onmogelijke keuzes moeten maken om de zorg voor hun geliefden voort te zetten.
Onze inzet is dan ook duidelijk: de staatsecretaris moet nog dít debat de onzekerheid wegnemen bij deze gezinnen. We lezen in de brief van gisteren dat de staatssecretaris het vertrouwen heeft dat er op korte termijn een oplossing komt, maar deze gezinnen verdienen het niet om in onzekerheid af te wachten. Zij verdienen het om te weten waar ze aan toe zijn. Vraag aan de staatssecretaris: hoe dicht zijn we bij een structurele oplossing? Wat doet de staatssecretaris om te helpen de gecreëerde onrust zo snel mogelijk weg te nemen? Welke concrete toezeggingen kan zij nu doen aan de gezinnen die in onzekerheid kijken naar dit debat?
Deze situatie roept ook vragen op, voorzitter: hoe zijn we eigenlijk op dit punt gekomen? Hoe kan het zo zijn dat we op basis van signalen uit de media, van getroffenen die aan de bel trekken, erachter moeten komen dat dit speelt? Het roept het beeld op van een ministerie dat onvoldoende op de hoogte is van de problematiek. Daarom vragen we de staatssecretaris: op welke manier verzamelt het ministerie informatie over het aantal (erkende) aanvragen? Hoe, en hoe vaak,monitort zij of het systeem functioneert zoals het zou moeten? Kan het kabinetons inlichten over de manier waarop hierover gerapporteerd wordt aan het ministerie?
Voorzitter, volgens mij is het duidelijk uit alles wat we hier tot nu toe hebben gehoord vandaag, dat er kamerbrede steun is om een degelijke situatie in de toekomst te voorkomen en deze mensen nu goed en snel te helpen.
Als samenleving moeten we het samen doen: we staan open voor elkaar, rekenen elkaar niet af op wie men is, en we helpen mensen die hulp nodig hebben. Dat gaat zeker op voor de naasten die op basis van meerzorg zorg voor hun kinderen, broers, of anderzijds familie organiseren. Zij allen verdienen méérdan dit.
Dank u wel!
Maidenspeech Marc Vervuurt
Lees hieronder de maidenspeech van kamerlid Marc Vervuurt.
Beeld: D66