Bon dia, good morning, goedemorgen voor de mensen op Curaçao, Aruba, Bonaire, Sint Maarten, Saba en Statia. En goedemiddag voor de mensen hier.
Ik wil graag beginnen met een gedicht:
Alles is nu anders
niets is meer zo
nooit meer lieve appjes
nee niet meer no
dat is niet het enige dat ik mis
nee, ik mis nog meer
ik hoop dat je hoort dat ik van jou hou
want ik zeg het keer op keer
Dit gedichtje heeft mijn twaalfjarige dochter Enora geschreven voor haar oma, mijn moeder. Mijn lieve moeder is plotseling overleden tijdens de verkiezingscampagne. Ze heeft nog net meegemaakt dat ik op plek 18 stond voor de lijst van D66. De pijn en het gemis zijn enorm.
Maar voorzitter, ik heb ontdekt dat vreugde en verdriet dicht naast elkaar kunnen bestaan. Want ondanks dat de tijd voor mij nog stil staat, sta ik nu hier en mag ik mijn maiden speech geven namens de grootste D66 fractie ooit en daar ben ik heel dankbaar voor.
Voorzitter, ik neem u graag me in de rol die mijn moeder had en nog steedsheeft in mijn leven. En welke drie lessen ik van haar geleerd heb en hoe ik deze lessen meeneem voor de mensen van de eilanden.
Mijn moeder is mijn rolmodel: Haar ouders emigreerden van Suriname
naar Curaçao, waar mijn opa Frans bij de raffinaderij de Isla werkte. Ze hadden een groot gezin en in dat grote gezin gaf mijn oma haar dochters één boodschap mee: “Je diploma is je man.” Daarmee bedoelde ze: sta op je eigen benen. En dat was ook de eerste les die mijn moeder mij meegaf: zorg dat je onafhankelijk bent.
Mijn moeder heeft twee hbo-opleidingen gedaan. Op haar negentiende kwam ze naar Nederland voor haar studie. Maar eerlijk is eerlijk: ze volgde ook de liefde. Die liefde was mijn vader.
Mijn vader werd geboren op Aruba, uit Surinaamse ouders en alhoewel hij in Suriname is opgegroeid, noemt hij zichzelf nog altijd trots “de Arubaan”. Later kwam mijn vader naar Nederland om in Delft te studeren, waar hij uiteindelijk promoveerde. Het verhaal van mijn ouders brengt mij bij mijn tweede les: durf je hart te volgen.
Maar er is meer te vertellen over mijn geschiedenis dan de reizen van mijn ouders en grootouders. Ik stam af van tot slaaf gemaakten en wat slavernij misschien wel het meest heeft weggenomen, was identiteit: dat zie je terug in de naam, de taal en in je eigen verhaal.
En precies daarom, voorzitter, is zichtbaarheid vandaag zo belangrijk.
Want hoe hard sommigen ook proberen die geschiedenis te vergeten of kleiner te maken: je kunt ons niet uitgummen. Wij zijn er nou eenmaal.
Ook de andere kant van die geschiedenis zit in mijn familie: mensen die plantages bezaten, de plantagehouders. Dat is een ingewikkelde waarheid om te dragen. Maar het heeft mij één ding geleerd: je kunt pas vooruit als je de hele waarheid onder ogen durft te zien.
En daar, voorzitter, komt de derde les van thuis. Mijn moeder kon luisteren zonder oordeel. Ik noemde haar ook wel de Boeddha. Ze nam de tijd, bleef rustig, en ze hoorde je echt. En daarna bracht ze je met zoveel liefde en wijsheid weer verder, altijd met het vertrouwen dat je het kunt.
Voorzitter, die drie lessen, wees onafhankelijk, volg je hart en luister
zonder oordeel, hebben mij gevormd als vrouw, moeder, docent en
politica. Ze bepalen hoe ik naar de wereld kijk, en waarom ik hier nu sta.
Vier jaar geleden werd dat concreet. Ik deed mee aan een
modellenwedstrijd over diversiteit in de media. Je moest stemmen
binnenhalen. Dus begon ik mijn verhaal te delen op social media. Dat
bracht me terug naar mijn eigen geschiedenis: hoe het was om als meisje van kleur altijd één van de drie ‘anderen’ in de klas te zijn. Hoe mensen automatisch dachten dat wij ‘zusjes’ waren, alleen vanwege onze huidskleur.
Mijn posts raakten mensen. Een oude schoolvriend zei op een dag: “Heera, met wat jij zegt, moet jij de politiek in. Verandering begint daar!” Dat was het laatste zetje. Eerst de gemeenteraad in Delft en nu sta ik hier in de Tweede Kamer!
“Luisteren zonder oordeel” daar begint het voor mij. Of ik nu op het
congres 15 jaar na 10/10/10 sta, op de Antilliaanse Kerstmarkt ben of in gesprekken op straat en op de eilanden ga: één gevoel blijft terugkomen: Verbazing. Verbazing over hoe lang sommige problemen al bestaan. Neem de vuilstort Selibon. Elke dag lopen mensen op Bonaire én het milieuschade op. Sinds vorig jaar is er niets veranderd, zegt de inspectie leefomgeving en transport. Daarom heb ik bij deze begroting de volgende vragen:
• Goed dat de staatssecretaris het proces om Selibon te sluiten wil
versnellen, maar waarom pas in 2028?
• Wij krijgen te horen dat er binnen 1,5 jaar een alternatieve
afvalverwerkingslocatie opgetuigd kan worden. Graag een
reflectie.
• Welke concrete stappen beschermen de mensen en het milieu
tot 2028? En kunnen omwonenden zich medisch laten
onderzoeken?
• En is de afvalberg in de nieuwe plannen in 2028 ook
daadwerkelijk opgeruimd?
Voorzitter, naast deze fysieke problemen hoor ik nog iets anders terug: financiële zorgen. Zorgen over de huur en zorgen over de boodschappen. Het sociaal minimum is een eerste stap, maar het lost dit nog niet op. Het is aan ons om te werken aan een écht leefbaar sociaal minimum. Daarom de volgende vragen:
• In januari verschijnen de nieuwe armoedecijfers. Kan de
staatssecretaris toezeggen dat er meteen daarna een
kabinetsreactie komt, met de vervolgstappen voor het sociaal
minimum?
• En wordt in die reactie ook de mogelijke verlenging meegenomen
van de subsidies voor elektra, drinkwater, telecom en de
energietoelage, die eind 2026 aflopen?
Een groot deel van hun inkomen gaat op aan hoge, vaak particuliere huren. Op Bonaire is er een pilot met een huur-bijdrage; Statia en Saba hebben die niet. En ook op Bonaire weten huurders niet of deze bijdrage structureel wordt.
• Vanwaar dit verschil tussen Statia en Saba en wanneer wordt een
pilot structureel?
• Vorig jaar kwamen meer dan 1.300 meldingen binnen, is de
Staatssecretaris bereid om ook een huurcommissie op te zetten
op Statia en Saba zodat ook huurders daar beter beschermd
worden?
Voorzitter, structurele problemen vragen ook structurele investeringen. En één van de belangrijkste daarvan is goed onderwijs. Tot voor kort stond ik zelf voor de klas, dus ik weet hoe bepalend onderwijs is voor de kansen van een kind. En kinderen op de eilanden verdienen precies hetzelfde: het allerbeste onderwijs. Daarom verbaast het mij dat schoolmaaltijden in Caribisch Nederland slechts tot halverwege 2026 zijn gefinancierd.”
• Hoe verklaart de staatssecretaris dat scholen in Europees
Nederland deze maaltijden wél kunnen blijven aanbieden en
scholen op de eilanden niet?
Mensen op de eilanden maken zich ook grote zorgen over de bijna
botsingen in het Curaçaose luchtruim en de steeds verder escalerende veiligheidssituatie in het Caribisch gebied.
• Graag hoor ik van de staatssecretaris wat hij concreet gaat doen.
Voorzitter, dit alles raakt aan één woord dat we vaak horen als het over het Koninkrijk gaat: gelijkwaardigheid. Dat betekent niet dat we precies gelijk zijn, maar dat we evenveel waard zijn. Maar in de praktijk zie ik iets anders. Nederland en de Caribische eilanden zijn niet van dezelfde schaal, je kunt van een eiland niet verwachten wat je van een land verwacht. En toch klinkt in het debat vaak een “wij-hier” en een “zij-daar”, terwijl het een wij-hier en wij-daar zou moeten zijn. De spanningen rondom Venezuela maken de eilanden kwetsbaar. Daarom is een sterke, gelijkwaardige samenwerking binnen het Koninkrijk zo belangrijk.
En die samenwerking kan juist zo veel opleveren. Kijk nou naar de Blue Wave, het nationale elftal van Curaçao, dat zich heeft geplaatst voor het WK. Dat is geen toeval, maar het resultaat van samenwerking: van jaren investeren en waar spelers met familiebanden op het eiland, maar geboren in Nederland, gewoon voor Curaçao kunnen uitkomen.
Zelfs Dick Advocaat merkte dat succes niet ontstaat door zijn eigen manier te volgen. Pas toen hij meeging in hún energie, de muziek, het plezier, de kracht van Curaçao, toen kwam het grote succes.
En misschien raakt het verhaal over de voetballers van The Blue Wave mij daarom zo diep, omdat die spelers me iets teruggaven wat ik als jong meisje niet altijd durfde te voelen: je hoeft niet te kiezen tussen hier en daar. Je bent het allebei. Dat, ook al ben ik hier geboren en getogen, een yu di Korsou ben.
En dat, voorzitter, is precies hoe het Koninkrijk óók zou kunnen werken en hoe ik wil werken in de Kamer: met respect voor ieders kracht, met oog voor de geschiedenis en met de vaste overtuiging dat het Koninkrijk sterker wordt als je keuzes maakt mét mensen en niet óver mensen: Wij zijn een Koninkrijk!
Voorzitter tot slot, mijn lieve moeder is er niet meer, maar ik weet zeker dat ze met al haar wijsheid nu tegen mij zou zeggen: “Laat je niet gek maken in Den Haag. Doe waar jij goed in bent: “mensen verbinden”. Blijf dichtbij jezelf. Ik weet dat je het kan, ga ervoor meid!”
Maidenspeech Heera Dijk
Lees hieronder de maidenspeech van kamerlid Heera Dijk.
Beeld: D66