Jan Paternotte: “Ik wil samenwerken. Aan mij zal het niet liggen.”

Lees hier de speech van Jan Paternotte tijdens congres 115 terug.

“Dit congres is nummer één in de top van onze vriendelijk-chaotische congressen.”

Zo begon 50 jaar geleden de eerste fractievoorzitter Hans van Mierlo zijn toespraak op het D66-congres in Den Bosch. Het was een andere tijd. In de stadsschouwburg verdrongen D66’ers zich bij de microfoon en tuimelden ze over elkaar heen met betogen waarbij de congresvoorzitters grote moeite hadden de rode lijn en vooral de inspreektijden te bewaken. Wij kunnen ons daar natuurlijk helemaal niets bij voorstellen. Toen ik vorige week de notulen van dat eerste Brabantse D66-congres opensloeg viel me één ding heel sterk op. Wij leven nu in de wereld waar zij zich toen druk om maakten. De hele dag ging het over het rapport ‘grenzen aan de groei’ van de Club van Rome. Van Mierlo zei:

“[…] als we ons met zijn allen op aarde blijven gedragen zoals we doen…dan zitten we binnen een zeer overzienbaar tijdsbestek met minstens 6 á 7 miljard mensen op een vervuilde c.q. vergiftigde planeet, met een schreeuwend tekort aan voedsel, energie en grondstoffen. Als we de situatie eerlijk onder ogen durven zien […] dan zullen er revolutionaire veranderingen moeten komen.”

Nu zijn we 50 jaar verder. Ja, 7 miljard mensen. Ja, een schreeuwend tekort aan voedsel, energie en grondstoffen. Dus Van Mierlo en Terlouw zagen het goed. Gelukkig is het al lang niet meer iets waar alleen D66’ers over praten. En er is in die tijd ook veel bereikt. Er is geen gat meer in de ozonlaag. Geen zure regen. We beschermen het milieu. Maar de revolutionaire verandering moet nu komen. Want over 30 jaar hebben we de klimaatcrisis eronder, of heeft de klimaatcrisis ons eronder.

Sinds 5 maanden mag ik de fractievoorzitter zijn van D66 in de Tweede Kamer. U kent mijn voorganger als iemand die iedere dag met het klimaat bezig wás en er iedere dag mee bezig ís. Rob, even, in alle ernst, bedankt voor de hoop die jij geeft aan de nieuwe generatie, aan alle jonge mensen in ons land. Daarom ben jij de juiste man op de juiste plaats! Het is dat we nu een fractie hebben van klimaatdrammers, anders hadden we Rob niet kunnen uitlenen aan het kabinet.

Europese familie

Democraten, we zijn in Den Bosch. De hoofdstad van Brabant. Waar we de Zilvervloot van Piet Hein investeerden in windmolens. Waarmee Jan Adriaanszoon Leeghwater de plassen rond Den Bosch droogmaalde, zodat we de stad konden bestormen en de tirannie van de Spanjaarden verdreven. En waar D66 onder leiding van Mike van der Geld dit jaar de grootste partij is geworden! In die traditie van Leeghwater heeft D66 laten zien dat je met visie het verschil kan maken.

Want onder leiding van mijn verre voorganger Alexander Pechtold als informateur heeft Den Bosch besloten: vijf jaar sneller klimaatneutraal te worden, acht wijken van het gas af te halen én aan de oostkant van de stad een klimaatbos te planten.

U begrijpt: ik heb iets met Den Bosch.

Hier, 400 meter verderop ben ik geboren in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Mijn wieg stond in Hurwenen, in een oude dijkhoeve aan de Waal. Daar woonde ik met mijn ouders, broer, zus, twee katten, een hond, negen kippen. Met de geit Nelly. En een konijn: genaamd Kruimel.

Nu zou ik die beestenboel niet willen vergelijken met een fractie van 24 Kamerleden…maar ik hou wel van een beetje gezelschap. En een D66-congres voelt altijd ook als familie. Ik ben al 20 jaar D66’er. En als u denkt: maar zo oud is die jongen toch ook weer niet? Dat klopt, ik was 18. En ik was een best wel Jonge Democraat. Zeker in het jaar 2005, het jaar van het referendum over Europa.

U ziet: ik wist natuurlijk van niks, daar stonden we met ons duimpje in de dijk, David tegen Goliath, zo’n jongetje in z’n campagnepolo, totaal overtuigd van zijn eigen gelijk. Maar achteraf denk ik, dat was toch niet zo’n gek idee.

Soms moet je dingen net creatiever doen, met een kleine brakke caravan in plaats van een grote bus. En dan blijkt, dat je twintig jaar later gelijk krijgt. Want congres, als de oorlog iets laat zien is het dat wij de Europese Unie nódig hebben. Dat het ons beschermt, ons veilig houdt, ons sterker maakt.

Wíj blijven ons inspannen voor het ideaal van Europa, of het nu in de mode is of niet. Wij blijven onze verantwoordelijkheid nemen voor een uitgesproken pro-Europees Nederland. Vorige week hadden we een bijzondere gast bij de fractievergadering op bezoek. Maksym Kononenko, de ambassadeur van Oekraïne. Hij wist: D66 voert een politieke strijd om Oekraïne niet alleen retorisch maar ook daadwerkelijk in de Europese familie op te nemen.

Wat Oekraïne wil is kandidaat-lid van de Europese Unie worden, zonder garantie op een uitkomst. Dat is alles wat ze vragen. Ze willen bij ons horen omdat ze onze waarden delen. Waarden waarvoor zij bereid zijn te vechten en te sterven. Drie maanden geleden stelde D66 in de Tweede Kamer voor hen toe te laten op het pad naar de Europese Unie. Twee derde stemde tegen. Maar wij zijn blijven vechten. En gisteren besloot het kabinet namens Nederland: Oekraïne hoort erbij!

Politiek als een zero sum game? Nee!

Democraten, de wereld schudt op z’n grondvesten. En driekwart van Nederland vindt dat Den Haag te veel met zichzelf bezig is. Dat politici te vaak elkaar de maat nemen op zaken waar Nederlanders niets aan hebben. Dat het zo vaak lijkt te gaan om ‘hetzelfde gezeur en geharrewar tussen regering en Tweede Kamer’. Die driekwart van Nederland heeft gelijk.

Soms krijg je het idee alsof we in de Tweede Kamer proberen op Amerika te lijken. Politiek als zero sum game. Beschadig de ander, dat is succes voor jezelf. Maar dat is niet zo. Dat is een race naar de bodem! Het is juist die politiek, die Sigrid Kaag met ons wil doorbreken. En nu ís er de kans om dat te doen! Als wij in de politiek niet samenwerken, wat voor voorbeeld geven we dan aan mensen?

Als we niet samenwerken, dan komen we tot stilstand, dan komt er geen begroting en nog geen wet doorheen: dan krijgen we die miljarden voor onderwijs niet in de klas. Dan wordt de klimaatwet niet aangescherpt. Dan blijft de stikstofcrisis bestaan en worden er geen miljoen huizen gebouwd. Dan krijgen mensen het vertrouwen niet terug.

Dus ja, ik wil samenwerken. Aan mij zal het niet liggen. Op belangrijke momenten dóen we dat al. Afgelopen week zat ik met Attje Kuiken en Corinne Ellemeet, de topvrouwen van de combinatie PvdA/GroenLinks, in de Eerste Kamer. Samen verdedigden we onze initiatiefwet om de verplichte vijf dagen bedenktijd af te schaffen die nu geldt voor vrouwen die een zwangerschap af willen breken. De wet waar Pia Dijkstra zo hard aan heeft gewerkt. Of Jeanet van der Laan, die hetzelfde deed. Met rechts én links, van VVD tot SP en Partij voor de Dieren, om te zorgen dat homogenezing uit Nederland verdwijnt. En wat te denken van Anne-Marijke Podt, die samen met de ChristenUnie en andere partijen werkt aan een plan om mensen in de bijstand niet meer af te rekenen op één procedurefout.

Het kan dus prima, dat samenwerken. En daarom zitten we ook met overtuiging in dit kabinet. Maar soms word ik wel ongeduldig. Week na week staan we stil bij de vastgelopen woningmarkt. Starters vinden geen huis. Studenten betalen de hoofdprijs voor een bezemkast. Jonge ouders verlaten de steden, omdat er geen ruimte is. We zullen dus groots en veel moeten bouwen. Maar daarvoor zal de stikstofuitstoot omlaag moeten. En snel! Anders komen die bouwvergunningen er niet. U weet wel, wij hebben daarvoor een plan.

Kabinet, pak door met de stikstofplannen!

Het is nu drie jaar geleden dat Tjeerd de Groot een Malieveld vol boze boeren weerstond. Dit kabinet durft eindelijk door te pakken en gaat de uitstoot halveren in 2030. Het is heel simpel. Nederland is nu de vleesfabriek van de wereld. Als ik mijn twee dochters ‘s avonds voorlees uit een boekje over ‘de boerderij’, dan lijkt die boerderij een beetje op het huis waar mijn wieg stond. Met een rieten dak en een handjevol dieren. De realiteit is dat een stal in Nederland te vaak een huis is van duizenden op elkaar gepakte dieren. Vanuit dat hele kleine postzegeltje land waar wij samen wonen exporteren we meer vlees dan alle andere landen van de Europese Unie.

De stikstofuitstoot is hier zó hoog dat de natuur kapot gaat en de rechter ons verbiedt meer woningen te bouwen. De afspraken staan al op papier. Dus, kabinet, pak door. Laat je niet verlammen door pruttelende provincies! Herstel de glorie van de natuur. Geef boeren een duurzaam alternatief. En bouw voor jonge mensen een huis!

En dan moet me nog iets van het hart. In een interview vandaag gaat de voorman van Farmers Defence Force alle perken te buiten. Wederom. Hij wil de voedselvoorziening platleggen. Hij dreigt met nieuwe acties bij ministers en hun gezinnen thuis. En vergelijkt de situatie van de boeren met die van de Joden voor de Tweede Wereldoorlog.

Deze waanzin, dit wangedrag van deze dreigboeren mag geen plaats hebben in Nederland. In ons land gelden de regels van de rechtsstaat, niet het recht van de trekker!

Congres, ook op een ander punt word ik ongeduldig. Nooit in de moderne geschiedenis had Nederland zoveel vacatures. We hebben te weinig mensen in de zorg, het onderwijs, de bouw, de kinderopvang. En daarvoor moet heel veel gebeuren.

Dus! Het minimumloon flink omhoog. Mensen verleiden om meer uren te maken, en ze daarvoor belonen! En mensen zonder werk de arbeidsmarkt op trekken.

Maar elke econoom geeft aan: dat is niet genoeg. Als we willen voorkomen dat het land vastloopt zal Nederland ook hulp van buiten nodig hebben. Uit landen waar juist te weinig werk is. U weet het, wij hebben daarvoor een plan.

Wij willen mensen uit landen, ook buiten Europa, de kans te geven hier een tijd te werken. Wij laten onze economie niet platleggen door de xenofobie van de extremen. De extremen die het hardst en het schrilst roepen om eigen volk eerst. Nederland wordt sterker van mensen van buiten. Nederland is een immigratieland. Altijd geweest. Laten we dat gewoon weer hardop durven zeggen.

Maar ook dan zijn we er niet. Want het is toch mesjogge dat het makkelijker is in dit land om geld te verdienen met geld dan om geld te verdienen met werk? Dat moet anders. U weet het, ook daarvoor hebben wij een plan.

Wij willen dat het kabinet deze zomer de lasten voor de superrijken gaat verhógen. Zodat we de belasting voor gewone Nederlanders kunnen verlágen.

Democraten, Acda & de Munnik zongen: “Zaterdag is de mooiste dag in de week. En je wist: als je naar je vriendjes keek. Hier gaan we heel wat beleven.” Voor mij is dat dinsdag, de dag van onze fractievergadering. Want ik weet, als ik naar mijn fractiegenoten kijk: hier gaan we heel wat beleven. Met 24 Kamerleden hebben wij gedeeld de grootste fractie ooit. En wat mij betreft het beste politieke team van Den Haag.

Want we hebben: een verpleegkundige! (Wieke), een ijsjesverkoper (Romke), een jongerenwerker (Faissal), en drie leraren…. (Paul, Kiki, Jeanet). Eén Kamerlid richtte een weekendschool op: Transvaal Universiteit (Fonda). Een ander Kamerlid maakt een eigen Podtcast, podcast ja, met DT (Anne-Marijke). We hebben drie leden in parlementaire enquêtecommissies: aardgaswinning, fraudebeleid en de coronacrisis (Hülya, Salima, Marijke). Eentje krijgt bijna AOW (Paul). En eentje bij lange na nog niet (Rens). Eén iemand komt uit een óverzees land van ons koninkrijk (Jorien). En één iemand uit een vóórmalige deel van ons koninkrijk (Raoul). 18 van de 24 Kamerleden waren gemeenteraadslid. Van Groningen en Friesland tot Zuid-Holland, Brabant en Limburg. Hind vluchtte op haar 16e uit Irak naar Nederland en is ons nieuwste Kamerlid. Joost is al vijftien jaar onze partij-ideoloog. Deze twee deden samen dit jaar de meeste wetsbehandelingen. Om 17.30u ‘s middags wil een deel van de fractie op tijd bij de kinderopvang zijn om een kind op te halen (Jan, Hanneke, Joost, Faissal, Kiki, Alexander, Romke). Of… een kleinkind (Paul). Lisa werd IT-politicus van het jaar! En niemand in de fractie heeft nog een Nokia. Eén Kamerlid leidde ons naar 24 zetels (Sjoerd). We hebben een Kamervoorzitter (Vera). Twee vice-fractievoorzitters (Salima en Steven). Waarvan er eentje Belg is, en nog openlijk ook! En we hebben één speler uit het Nederlands elftal (Jeanet). En 23 bondscoaches (iedereen).

U begrijpt. Hier staat een trotse fractieleider. Hier staat een trotse D66’er. D66’er zijn mensen met een warm hart en een koel hoofd. Die geloven in de vrijheid van de mens en de kracht van overheid. Jullie willen dat we een serieus land zijn dat durft voorop te lopen in de wereld. Jullie zitten hier een hele zaterdag met tropische temperaturen in een kleffe zaal, omdat wij weten hoeveel we nog moeten en kunnen bereiken. Hoeveel ons nog te doen staat. En dat is wat ik van jullie wil vragen. Maak dat waar!

En ik hoop dat als een volgende generatie D66’ers over 50 jaar weer bij elkaar is, ze dan zullen zeggen: daar is het begonnen. Ze hadden plannen. Ze hadden dromen. En ze voegden de daad bij het woord.