Expats zijn waardevol

“De stand van zaken in Nederland: Twee miljoen communicatiewetenschappers en niemand die een kraan kan repareren”, schamperde cabaretier Pieter Derks al in 2017 in zijn column op Radio 1. Derks kaartte hiermee het feit aan dat alleen een academische opleiding genoeg wordt gevonden. Maar kenniswerkers zijn net als ambachtslieden óók waardevol voor onze economie.

Daarom hebben we sinds 2001 de zogenoemde 30%-regeling, waarbij 30% van het loon van werknemers met een specifieke deskundigheid die uit het buitenland geworven zijn, onder bepaalde voorwaarden onbelast blijft. En het belang van kenniswerkers wisten we al veel langer geleden.

Toen de Amsterdamse economie in de 16e eeuw bleef groeien en het de stad aan bepaalde expertise ontbrak, heeft het stadsbestuur ingezet op import van kenniswerkers.
Zo werd in 1579 de Venetiaanse glasblazer Anthony Obisy gehaald om het kristalglas te introduceren.
De Portugese koopman Manuel Rodrigues de Vega kreeg 120.000 gulden uit de stadskas om hier een zijde-industrie op te zetten.
Hans Lemaire uit de Zuidelijke Nederlanden, kreeg 2000 gulden en een goudleerbehangwerkplaats. En vele anderen werden aangetrokken om hun kennis en vakmanschap (bron: Een kleine geschiedenis van Amsterdam, Geert Mak).

Zes jaar na Derks’ column kampen we met een onveranderd krappe arbeidsmarkt. Vorige week becijferde het CBS: 420.000 openstaande vacatures, het aantal banen steeg afgelopen kwartaal met 11.000 naar 9 miljoen, het aantal werknemers met een vast contract steeg met 22.000 tot 5,4 miljoen.
Daarnaast neemt het aantal (langdurig) werklozen ieder jaar af.

Door recordkrapte op de arbeidsmarkt kunnen werkgevers geen mensen vinden. En dat merken we ook om ons heen: uitvallende lessen, minder bussen en treinen, een gesloten tunnel en in de vakantieperiode een extreme drukte op Schiphol.

Dat de arbeidsmarkt zou krimpen zagen we al aankomen. Jaren geleden werd er alom gewaarschuwd voor demografische veranderingen, met een snel vergrijzende bevolking en lage geboortecijfers. Alhoewel de grote impact van de vergrijzing pas in de komende jaren voelbaar zal zijn. De beroepsbevolking groeit immers nog.

Amstelveen is als expatstad een belangrijke speler in deze ontwikkelingen. Kennis- en arbeidsmigranten, maar ook studiemigranten wonen hier maar al te graag. En dat moeten we koesteren, want ook voor onze gemeente zijn ze zeer waardevol.

Er heerst een negatief sentiment tegen arbeidsmigranten en ook tegen expats. Verdringing op de woningmarkt is een belangrijk aspect daarvan. Daar zijn wij als politici aan zet om duidelijke keuzes te maken in de schaarse ruimte die we in Nederland en ook in Amstelveen hebben.

We hebben de expats hard nodig. En daarom moeten we als gemeente, ook uit gastvrijheid, meer inzetten om ze wegwijs te maken en meer te laten participeren in alles wat Amstelveen te bieden heeft zoals kunst, cultuur en sport.
Alleen op die manier kan een gastheer zijn gast zich thuis laten voelen.