Zomercolumn #5 – Driss Aarabi – augustus 2022

Sport verbroedert, ongeacht je afkomst, levensstandaard en opleidingsniveau

Driss Aarabi - D66 Amstelveen

Driss Aarabi – D66 Amstelveen - Beeld: Barbara Salem/D66

‘Zie je die jongen, hoe oud zou hij zijn’, vraag ik mijn negenjarige zoon. ’Jouw leeftijd?’
Een vrolijke jongen sjokt op blote voeten over het strand, met in z’n rechterhand drie pakjes Kleenex zakdoekjes die hij voor 20 eurocent aanbiedt. Het zand is zo heet dat ik er amper drie stappen op kan zetten. De enige verkoeling haalt hij door af en toe door de branding te lopen.
‘Z’n hoeveelste rondje zal dit zijn denk je?’ Voor het zakgeld van mijn zoon moet die jongen een hele dag heen en weer lopen over het hete strand.

We zijn op vakantie in Marokko. Een land met veel rijkdom, maar zeker ook armoede. Waaronder kinderen die voor enkele euro’s de ganse dag prullaria verkopen. Niks heitje voor een karweitje, maar bittere noodzaak om te overleven. Ik wijs mijn kinderen er zo nu en dan op dat het leven dat zij leven niet vanzelfsprekend is.

Armoede bestaat overal en dus ook in onze gemeente. Dat is in de huidige tijd van gierende inflatie versterkt. De cijfers op nationaal vlak liegen er niet om: ongekende drukte bij voedselbanken, een groeiende groep mensen die in energiearmoede leeft of moeilijk aan een huis komt.
Bovendien is dat juist de groep waarbij uitgaven aan levensmiddelen een grotere hap uit het inkomen neemt, die gezien de kosten niet hun huis kunnen verduurzamen of zelfs voor passende huisvesting niet in aanmerking komen.

Een (eenouder)gezin in armoede dat het water aan de lippen staat wordt gedwongen keuzes te maken. Je brengt onder dergelijke omstandigheden je behoeftes terug tot de primaire.

Je valt in de piramide van Maslow terug naar eerste en tweede trede in de behoeftehiërarchie: lichamelijke behoefte (slaap, voedsel en drinken) en veiligheid en zekerheid (huisvesting en werk).
Het eerste wat in veel gevallen sneuvelt zijn de ogenschijnlijk minst essentiële uitgaven als schoolreisjes en het sportabonnement.
Maar kinderen mogen daar in mijn ogen niet de dupe van worden.

Dan is de volgende vraag: hoe bereik je mensen in armoede? Uit schaamte trekken ze niet snel bij de gemeente of hulpinstanties aan de bel. Een laagdrempelige manier om gezinnen met kinderen die het echt slecht hebben te benaderen en te helpen is via sport. En ik hoor u al denken: daar hebben we toch de Amstelveenpas voor?
Ja en nee.

Hoewel er wel degelijk minima gebruik maken van de Amstelveenpas, denk ik dat die niet bij alle inwoners bekend is en door hen gebruikt wordt. Wij moeten jongeren actief en laagdrempelig toegang verlenen tot onze sportfaciliteiten. Zonder pas of andere poespas.
De financiële situatie van je ouders kan en mag geen belemmering zijn voor onze jeugd om sociaal en sportief actief te zijn.

Sport verbroedert, ongeacht je afkomst, levensstandaard en opleidingsniveau.