Zomercolumn #3 – Maarten de Haan – juli 2022

De Groene Woestijn van Amstelveen

Iedereen die tijdens de vakantie door de Bovenkerkerpolder fietst of rijdt ziet lange groene velden met gras of akkers met gewassen zoals mais. Als je hiernaar kijkt denk je waarschijnlijk aan: natuur, groen of typisch Nederlands cultuurlandschap.
In de raad zijn regelmatig discussies over het verdichten van de stad en hoogbouw omdat we niet “het groen” willen opofferen.

Maar als je wat beter kijkt naar sommige delen van dit “groen”, zie je heel iets anders: een woestijn.

Zoals de naam van onze stad al doet vermoeden was Amstelveen vroeger een veengebied, maar door drooglegging is er veel veranderd want in een veenlandschap kunnen Nederlandse koeien niet grazen, groeit het mais slecht en de tractor loopt vast in de modder.

Dit lage waterpeil heeft als gevolg dat de natuur van een CO2-buffer verandert in een CO2-uitstoter want wanneer de veenlaag in aanraking komt met zuurstof, gaat deze oxideren en komt er CO2 vrij. Dus terwijl we druk bezig zijn om de CO2-voetafdruk te reduceren middels isolatie en zonnepanelen is er een grote CO2-uitstoter binnen de gemeentegrenzen waar we nauwelijks zicht op hebben.

Een ander aspect van een woestijn is: er leeft (bijna) niks.
Het grasfalt met drijfmest is ecologisch dood. Je zult hier geen wormen, planten of dieren aantreffen. Het CDA heeft ook aandacht gevraagd voor de slechte staat van het landschap middels het ‘Aanvalsplan Grutto’, maar de grutto is slechts het topje van de ijsberg dat we zien; de dode natuur eronder is wat aangepakt moet worden als we werkelijk iets willen bereiken op dit vlak.

Kan het ook anders?
We moeten ons aanpassen aan de natuur in plaats van andersom, iets waar ‘Boer ’n Buffel’ al mee begonnen is in Amstelveen. Waterbuffels hebben geen probleem om in het hogere water te lopen, en ook de gewassen worden aangepast: in plaats van mais, verbouwen ze lisdodde.
Een ander voorbeeld van verduurzaming in de sector is ‘Boer aan het roer’ in Bovenkerk.

Dit soort kleinschalige initiatieven zijn natuurlijk hoopvol maar als we dit willen versnellen moeten we in overleg gaan met de waterschappen en boeren. Daarom heeft D66 in het verkiezingsprogramma opgenomen dat we een overleg willen starten tussen de gemeenteraad en de waterschappen en boeren om hun duurzame ambities met ons te delen.

Een andere oplossing is het opkopen van landbouwgrond. Als we landbouwgrond opkopen voor woningbouw of bedrijfsterreinen, waarom zouden we het dan niet opkopen voor het uitbreiden van de natuur?
In het nieuwe coalitieakkoord staat dat we aan de zuidkant van Amstelveen (gebied De Scheg) gaan werken aan een ecologische verbinding tussen Amsterdamse Bos en de Amstelscheg waar een ruim opgezet park nadrukkelijk een onderdeel van gaat worden.

Laten we dus nog eens kritisch kijken naar het “groen” in onze gemeente want “niet alles wat groen is, is natuur”.