Carin’s gedachtenreeks: Maak de voedselbank onderdeel van armoedebeleid

Vorige week dinsdag was de gemeenteraad op bezoek bij de Voedselbank Katwijk. Er is een avond lang gepraat over de onvermoeibare inzet van haar vrijwilligers, die onze inwoners dagelijks proberen te helpen bij het maken van ingrijpende keuzes in de portemonnee. Ook is er gesproken over de toekomst van de voedselbank. Het werkbezoek viel me emotioneel zwaar, mede door ervaringen uit het verleden.

Iedereen gaat op dit moment door een behoorlijk zware tijd: de producten in de supermarkt dreigen onbetaalbaar te worden. Ook gaat dit vaak gepaard met bestaande vormen van armoede: menstruatie-, energie- en bewegingsarmoede (hoge kosten voor te kunnen sporten bij verenigingen). Daar komt ook nog eens bij dat er zeker 500 huishoudens in Katwijk naar de voedselbank moeten gaan, omdat ze letterlijk en figuurlijk met de handen in het haar zitten door eerder gezegde trends.

De verhalen die ik heb aangehoord zijn bovendien niet nieuw. Als meisje van 8 jaar oud heb ik moeten toezien hoe de financiële crisis negatieve gevolgen had binnen mijn familie. Het begon bij het ontslag van één van mijn ouders vanwege een reorganisatie binnen het bedrijf, wat direct ook leidde tot angst voor de blauwe brieven van de Belastingdienst. De koektrommel werd dan ook niet meer wekelijks bijgevuld en er moest flink bezuinigd worden om de rekeningen (bijv. boodschappen) te betalen. Door deze ervaringen kan ik mij goed voorstellen hoe mensen op dit moment in Katwijk geconfronteerd worden met een kleine portemonnee, waardoor ze naar de voedselbank moeten gaan.

Met het benoemen van deze knelpunten zal het armoededossier voor mij een zwaarbeladen onderwerp blijven. Als je eenmaal in deze vicieuze cirkel van armoede valt, dan is het ontzettend lastig om daaruit te stappen. Juist daarom is het belangrijk om de waarde van de voedselbank te benadrukken. En als spin in het web kunnen zij zorgen voor rust in tijden van storm, met dank aan haar vrijwilligers.

Als we dit afzetten op het gepresenteerde coalitieakkoord van Durf-SGP-ChristenUnie, dan hoop ik dat ze nog volgende maand ook een werkbezoek afleggen bij de voedselbank. Want als we kijken naar het coalitieakkoord, wat gaat over bijv. energiearmoede, dan stellen ze twee dingen vast: energiearmoede is een topprioriteit om in 2026 daarmee een einde aan te hebben gemaakt, maar ze willen mogelijk eerder ontvangen middelen voor de bijstand inzetten om energiearmoede tegen te gaan. De vraag is hierbij: hóe kun je bij voorbaat al stellen dat deze middelen voldoende zijn om al dan niet naar schatting 500 gezinnen daarmee te ondersteunen (laat staan bijkomende gezinnen voor de komende tijd)? En het is volstrekt onduidelijk hoe dit geld op de juiste plek terecht komt bij deze gezinnen. Kortom: ik vraag mij af of dit nieuwe college zich realiseert dat gelden vanuit bijstand niet altijd op de juiste plek terechtkomen. Ik zie dan ook graag dat het college zo snel mogelijk duidelijk maakt hoe ze dit wil gaan aanpakken, en met welke specifieke budgetten ze de energiearmoede wil tegengaan.

Wat ik aan het nieuwe college ook wil meegeven is dat de voedselbank op dit moment geen toekomstperspectief kent voor huisvesting ná 2025. Het is dus noodzaak om als college werk te maken van dit probleem. Ik hoop dan ook dat wij als raad én de voedselbank meegenomen worden in de zoektocht naar permanente huisvesting voor de voedselbank. Immers stelt het nieuwe college dat er multifunctioneel gebouwd moet gaan worden. Laat dit dan een uitgerekende kans zijn om Voedselbank Katwijk, samen met andere partners in het maatschappelijk veld, onder één dak te laten huisvesten.

Wel wil ik het op een positieve manier afsluiten. Ik ga ervan uit dat het nieuwe college wél geïnteresseerd is in de verschillende soorten vormen van armoede, waar onze inwoners ook mee te maken hebben. En daarbij ook dat de voedselbank onderdeel mag uitmaken van het nieuwe beleid voor de komende jaren. Mochten zij daar concreet werk van gaan maken, dan heeft het college mij aan hun zijde. Tot die tijd zal ik het nieuwe college aan deze woorden houden.