Samenvatting visie RWS

Bevestiging van klasse IV-status en bevoegdheid RWS
Het is inderdaad zo dat het traject, vanaf sluis I tot sluis II, een klasse IV-vaarweg is.
RWS is de beheerder van deze vaarweg en maakt gebruik van haar bevoegdheid om hier grotere schepen op toe te laten.

Voorwaarden voor toelating van grotere schepen

Het is echter ook zo dat deze schepen niet zomaar worden toegelaten, maar alleen met een ontheffing. Aan deze ontheffing ligt een berekening ten grondslag.
In dit geval gaat het erom dat schepen de civiele infrastructuur niet kunnen beschadigen en ook veilig moeten kunnen varen.
De berekening die hiervoor wordt gemaakt, betreft de verhouding tussen het natte profiel van het schip en dat van het kanaal; deze mag niet te klein zijn om te sterke stromingen te voorkomen.
Schepen hebben een vaste lengte en breedte, maar kunnen wel variëren in diepgang.
De diepgang wordt afgestemd op deze criteria, en ook mag de waterverplaatsing niet te groot zijn. Beide worden in de ontheffing vastgelegd.

Landelijk onderzoek naar toekomstig ontheffingenbeleid


Het ontheffingenbeleid van RWS is op dit moment landelijk het onderwerp van onderzoek.
Er wordt gekeken welke ontheffingen kunnen vervallen en waar schepen met bepaalde afmetingen permanent kunnen worden toegelaten, zo ook op het Wilhelminakanaal.
Het doel is om deze maat schepen permanent toe te laten, omdat er geen civiele of nautische restricties zijn.

Voorgenomen aanleg langshaven bij Dongen

Voorgenomen aanleg langshaven bij Dongen
Het is ons duidelijk geworden dat de gemeente onderzoekt of het mogelijk is om een langshaven te faciliteren ter hoogte van de gemeente Dongen.
Deze langshaven zou bedoeld zijn voor de recreatievaart.

Bezwaren tegen langshaven vanuit nautisch perspectief

Uit het voorgaande zult u begrijpen dat het aanleggen van een langshaven in het kanaal niet gewenst is.
De reden hiervoor is dat grotere schepen gemakkelijk recreatievaartuigen los kunnen zuigen van de wal, waarmee onveilige situaties ontstaan.
Bovendien zou de langshaven in een bocht komen te liggen wat het onoverzichtelijk maakt. Grotere schepen zullen hierdoor vaart moeten minderen, waardoor de bestuurbaarheid in het gedrang komt en ook het ruimtebeslag van het schip in het kanaal (zgn. padbreedte) toeneemt.
Daarnaast is het zo dat, wanneer er in elke grotere doorgaande vaarweg langshavens worden aangelegd, dit de bruikbaarheid van het kanaal beperkt.

Richtlijnen Vaarwegen 2020 over langshavens

In de Richtlijnen Vaarwegen 2020 (gaan o.a. over aanleg van havens) wordt hierover het volgende gezegd:
Hoe groter de lengte is waarover een vaarweg geflankeerd wordt door langshavens en loswallen, des te meer daalt de gebruikskwaliteit van deze vaarweg als doorgaande route. Langshavens en loswallen dienen zoveel mogelijk gebundeld te worden om te voorkomen dat over een grote lengte snelheidsbeperkingen gelden die de trajectsnelheid negatief beïnvloeden. De onderlinge afstand tussen havens en/of loswallen moet niet kleiner zijn dan circa 1 uur varen. Dat wil zeggen: 10 km voor vaarwegen van klasse III of lager en 15 km voor vaarwegen van klasse IV en hoger.

Samenhang met project “Nieuwbouw Sluis II”

Samenhang met project “Nieuwbouw Sluis II”
Inmiddels bevindt het project “Nieuwbouw Sluis II” zich in de aanbestedingsfase.
De sluis zal worden vergroot om juist klasse IV-schepen met beperkte diepgang nog verder landinwaarts naar de haven van Loven te laten varen.
Het aanleggen van een langshaven voor de recreatievaart past daarom ook niet goed in deze plannen.