D66 en GL vragen opheldering over bodemverontreiniging kunstgrasvelden

De fractie van D66 stelt samen met GroenLinks schriftelijke vragen aan het college over bodemverontreiniging rondom kunstgrasvelden naar aanleiding van een nieuw RIVM rapport. Op 3 juli publiceerde het RIVM bevindingen en aanbevelingen over de milieueffecten van rubbergranulaat bij kunstgrasvelden.

Hoewel mensen of dieren geen risico lopen, is het gebruik van rubbergranulaat op kunstgrasvelden is niet goed voor het milieu in de directe omgeving van de velden. ‘Op diverse locaties overschrijden de concentraties zink, kobalt en minerale olie bij kunstgrasvelden de geldende normen voor bodem en waterbodem, terwijl dat bij echte grasvelden niet het geval is. Het milieu is vooral gevoelig voor hoge concentraties zink; voor de mens vormt zink geen gezondheidsrisico,’ concludeert het RIVM. Daarom beveelt het Rijksinstituut aan om maatregelen te treffen om de verspreiding van rubberkorrels naar de bermgrond te voorkomen en om de uitstoot van stoffen via het drainagewater te beperken.

De fracties van D66 en GroenLinks willen van het college weten hoe de gemeente met de aanbevelingen van het RIVM omgaat en wat de kosten van de adaptatie zullen zijn. Volgens eerdere beantwoording op vragen van D66 en GroenLinks wordt in Leiden op ‘zes velden gebruik gemaakt van een dempingslaag met autobandresten. Het betreft de volgende velden: voormalig GHC (1 veld), Docos (1 veld), UVS (1 veld), Lugdunum/Biento (1 veld) en HC Roomburg (2 velden)’. Op 28 september 2017 is door de Gemeenteraad al een motie aangenomen die het college verzoekt om bij het uitwerken en uitvoeren van het contourenplan buitensportaccommodaties de mogelijkheden om kunstgrasvelden met rubbergranulaat versneld op te ruimen te benutten.