D66 ziet het nut in van biomassacentrales bij de transitie, maar op zoek naar een duurzame energiemix wil D66 de wildgroei van deze centrale houtkachels óók aan banden leggen. Resthout en snoeiafval kun je best gebruiken als energiebron, maar nu zijn er in Nederland veel te veel biomassacentrales in de planning. Dat betekent dat er bijvoorbeeld Oost-Europese bossen zouden moeten worden verbrand in onze ovens, en dat is niet groen.
De visie van het college spreekt uit dat biomassa nodig is om de komende jaren te verduurzamen in de tuinbouwsector. Dat is een slecht idee wat D66 betreft als daar massaal op wordt ingezet. Watvoor wisselwerking heeft dit wel niet op de afname-vraag en de businesscase van bijvoorbeeld een warmteleiding met restwarmte uit de haven? Als we investeren in tijdelijk benodigde energiebronnen moeten we ervoor zorgen dat dit de ontwikkeling van echt schone alternatieven niet in de weg staat. Bovendien moeten we zogenaamde lock-in-situaties voorkomen, waarbij we nog jaren vastzitten aan een transitiebrandstof. Wethouder Van den Beukel herkende in de commissie ruimte echter de lock-in en businesscase gevaren niet daar waar het merendeel van de tuinders geen plannen heeft voor biomassacentrales. D66 verzocht de wethouder ondernemers te faciliteren met vraagstukken op weg naar echt duurzame energie zoals de inzet op een warmtenet, groen gas, waterstof en/of geothermie op termijn. D66 gaf ook een opdracht mee: ga actief het gesprek aan en voorkom risico’s m.b.t. de volksgezondheid en de businesscase voor echt duurzame energie.