“In een democratie beslist de meerderheid”
De lat voor dit college ligt aanzienlijk hoog sinds hun aantreden. Dat is een logisch gevolg van een verkiezingscampagne waarbij ‘nee’ het enige antwoord bleek te zijn op de oude politiek. Met het aantreden van twee nieuwe wethouders van de fractie van Durf zou daarom bestuurlijke vernieuwing zijn beloofd. Dit hield onder andere in dat er, ondanks een vastgetimmerd coalitieakkoord, een constructieve houding aangenomen zou worden tegenover de ideeën van de oppositie. Niet lang daarna bleek deze belofte te vallen onder de wet van de kleine letters: er wordt met aandacht gekeken naar uw ideeën, maar wij wijken niet af van onze eigen plannen. De koopzondag, de referendumverordening van het college, het uitstellen van de klimaatopgaven, het bewust selectief informeren van de gemeenteraad en de geldingsdrang op de sociale media behoeven nauwelijks meer politieke analyse. Daarbij is er bij monde van de fractievoorzitter van Durf al door een meerderheid binnenskamers besloten dat de oppositie louter als attribuut van een circusshow mag fungeren. In het verlengde hiervan behoeft het ook nauwelijks analyse dat de ChristenUnie en SGP zich onuitgesproken scharen achter deze vernieuwde visie op de algehele staat van de lokale democratie. Het botst echter stevig met het uitgangspunt van het sociaalliberalisme, waarbij het gemeentehuis fungeert als het huis van de minderheid. Geen enkele fractie kan op basis van het aantal zetels immers ooit een zelfstandige meerderheid vormen. Bovendien is het maar de vraag of dat wenselijk is, omdat het daarmee onomkeerbare schade toebrengt aan de minderheid.
Het meerderheidsstandpunt heeft niet alleen een bittere nasmaak achtergelaten in het gemeentehuis, maar ook in de samenleving. Zo gaat het college actief in gesprek met (sport)verenigingen, maar worden concrete acties op de lange baan geschoven én voelt de LHBTIQ+-gemeenschap zich in de steek gelaten door een aantal impulsieve tweets van de verantwoordelijke portefeuillehouder. Dit geldt ook voor alle andere initiatieven die niet of nauwelijks meer van de grond komen, omdat er slechts met hen wordt geparticipeerd via de krantenkoppen en dergelijke ‘nuanceringen’ onder nieuwsberichten. In mijn optiek treedt een betrokken bestuur niet alleen als één stem op naar de buitenwereld toe, maar geeft het inwoners ook een serieuze kans om hun zorgen te uiten over het beleid dat de gemeenteraad moet vaststellen. Door het ontbreken van één van deze elementen krijgen inwoners hoop in iets wat er nooit gaat komen, wat uiteindelijk tot frustraties leidt.