Schriftelijke vragen gebruik bestrijdingsmiddelen in Houten

Volgens UNICEF wordt maar liefst één op de twaalf Nederlandse kinderen blootgesteld aan te hoge concentraties bestrijdingsmiddelen. De zorgen over blootstelling van bepaalde bestrijdingsmiddelen aan inwoners, en met name kwetsbare groepen zoals kinderen, neemt de afgelopen jaren toe. Verschillende onderzoeken wijzen op mogelijke gezondheidsrisico’s, zoals Parkinson, en de vraag rijst in hoeverre de gemeente hierin een rol kan spelen.

Op vrijdag 11 april, Wereld Parkinson Dag, organiseren de Parkinson Vereniging, Natuur & Milieu en de FNV een landelijke actie om aandacht te vragen voor de schadelijke effecten van bestrijdingsmiddelen. In een brochure van Natuur & milieu staat beschreven wat gemeentes kunnen doen om mens en natuur tegen deze middelen te beschermen: Gemeentelijk-handleiding-Regulering-Bestrijdingsmiddelen.pdf.

Wij hebben bij het college onderstaande schriftelijke vragen ingediend.

1. Maakt het college zich zorgen over de mogelijke gezondheidsrisico’s van bepaalde bestrijdingsmiddelen voor inwoners, en met name voor jonge kinderen, en heeft zij hierover contact met de GGD?

2. Kan het college aangeven of binnen de gemeente gegevens beschikbaar zijn over de mate waarin inwoners worden blootgesteld aan bestrijdingsmiddelen, en zo ja, wat uit deze gegevens blijkt?

3. Zijn er binnen de gemeente normen of richtlijnen voor de maximale concentraties bestrijdingsmiddelen in de leefomgeving, hoe wordt hierop gehandhaafd en is er een registratieregister van de in gebruik zijnde middelen?

4. Kan het college aangeven of er lokaal beleid is om kwetsbare groepen, zoals jonge kinderen en omwonenden van agrarische gebieden, te beschermen tegen blootstelling aan bestrijdingsmiddelen? Zo nee, is het college bereid om hier beleid voor op te stellen?

5. Hoe beoordeelt het college bevindingen dat bestrijdingsmiddelen met hoge concentraties via huisstof en lucht in ons lichaam terecht kunnen komen? Acht het college aanvullende maatregelen nodig om omwonenden hiertegen te beschermen?

6. Is het college het ermee eens dat het wenselijk is om kwetsbare groepen, zoals jonge kinderen en omwonenden, zo veel mogelijk te beschermen tegen blootstelling aan bestrijdingsmiddelen? Zo ja, welke maatregelen acht het college passend?

7. Bestrijdingsmiddelen dringen diep door in Nederlandse natuurgebieden en spoelen uit naar het oppervlaktewater. Dit kan grote gevolgen hebben voor dieren en de natuur. In hoeverre speelt deze problematiek in onze gemeente en heeft het college hierover contact met het waterschap?

8. Beschikt de gemeente over voldoende capaciteit, expertise en handvatten om bestrijdingsmiddelen effectief te reguleren? Zo nee, op welke manier kan dit verbeterd worden?

9. Is het college bekend met de mogelijkheden die de omgevingswet / het omgevingsplan biedt om bestrijdingsmiddelen te reguleren en zo ja welke? Is zij bereid deze mogelijkheden verder te verkennen voor onze gemeente en zo ja welke?

10. Is het college bekend met de mogelijkheden die pachtovereenkomsten of verkoop van agrarische gronden bieden om bestrijdingsmiddelen te reguleren en zo ja welke? Is zij bereid deze mogelijkheden verder te verkennen voor onze gemeente en zo ja welke?

Ondertekening:
Marije de Vries, D66 Houten