Deelvervoer en mobiliteitshubs – de schakels van slimme mobiliteit

Slimme mobiliteit betekent dat je reist met de vervoermiddelen die op dat moment het beste passen. Soms is dat een trein, soms een bus, soms een (deel)auto of fiets. Maar hoe stap je makkelijk over? En hoe zorg je dat al die vormen van vervoer op elkaar aansluiten?

Daarvoor zijn mobiliteitshubs nodig: plekken waar je makkelijk van het ene vervoermiddel op het andere kunt overstappen. En om die overstap goed te laten werken, is er voldoende deelvervoer nodig. Die twee gaan hand in hand.

Wat is een mobiliteitshub?

Een mobiliteitshub is meer dan een bushalte. Het is een plek waar:

  • je je fiets veilig kunt stallen of opladen,
  • je een deelauto, -fiets of -scooter kunt pakken,
  • je op de bus, trein of deeltaxi kunt stappen,
  • en je vaak ook informatie vindt, verlichting, en misschien zelfs een pakketpunt of koffie.

In Goes zie je dit al ontstaan bij het station en de Zeelandhallen. Daar zijn de eerste hubs in ontwikkeling. Maar als we willen dat slimme mobiliteit voor iedereen werkt, dan moeten ook de dorpen aangesloten worden op dit netwerk van hubs.

Deelvervoer:
de verbindende schakel

Deelvervoer is onmisbaar in dit systeem. Je kunt immers pas écht flexibel reizen als er op de juiste momenten en plekken deelauto’s, deelfietsen of deeltaxi’s beschikbaar zijn.

Dat betekent:

  • Niet alleen deelvervoer in de binnenstad, maar ook bij dorpshubs of wijkpunten;
  • Geen leeg systeem, maar voldoende aanbod, ook buiten kantooruren;
  • Een duidelijk tarief en één platform om te reserveren.

Voor veel inwoners kan deelvervoer hét alternatief zijn voor een tweede auto, of zelfs voor het bezit van een auto überhaupt. Maar dan moet het betrouwbaar en zichtbaar zijn.

Onze visie

Deelvervoer en mobiliteitshubs zijn voor D66 Goes essentiële bouwstenen van slimme mobiliteit. Wij zetten in op:

  • Een netwerk van hubs: niet alleen in Goes, maar ook in dorpen zoals Kloetinge, ‘s-Heer Hendrikskinderen, ’s-Heer Arendskerke, Wolphaartsdijk, Oud-Sabbinge en Kattendijke.
  • Toegankelijk deelvervoer bij elke hub, afgestemd op de behoeften van de omgeving.
  • Samenwerking met andere gemeenten, zodat je ook gemeentegrens-overstijgend makkelijk kunt reizen.
  • Ruimte reserveren in de openbare ruimte voor deelvervoer – geen wildgroei, maar slimme plekkeuze.
  • Monitoring van beschikbaarheid: het moet er niet alleen zijn op papier, maar ook echt in de praktijk.

En nu?

Mobiliteitshubs en deelvervoer zijn geen toekomstmuziek. De eerste stappen zijn gezet. Maar het succes valt of staat met hoe goed we dit regionaal organiseren en lokaal invullen. D66 Goes wil dat deze schakels niet alleen werken voor wie in de stad woont, maar ook voor mensen in dorpen en wijken. Zo bouwen we samen aan een mobiliteitssysteem dat écht werkt – slim, eerlijk en toegankelijk.