Tijdens de commissievergadering is de gemeenteraad verteld dat als we dit plan niet precies in deze vorm en met deze voorwaarden doorzetten, dat het hele project dan omvalt. Dat is volgens mij niet
hoe wij als gemeenteraad gepositioneerd zouden moeten worden. Bovendien lijkt het ons sterk. En dat gevoel wordt door de buurtbewoners gedeeld.
Voor zover wij weten is het geheel namelijk voor een relatief bescheiden bedrag aangekocht, en met de in de commissie genoemde kavelwaarde moet er toch ook met iets kleinere percelen, of met een iets andere inrichting van de percelen waarvoor na afloop van de commissievergadering door de buurtbewoners nog een alternatief is geopperd en waar wij graag een reactie van de wethouder op zouden willen horen, flinke winst te behalen vallen. En al zijn hier ook vragen over gesteld tijdens de commissievergadering, was toen het antwoord slechts: ‘nee, het kan gewoon niet’. Ook zo’n
antwoord doet natuurlijk wat met onze positie als gemeenteraad.
D66 heeft daarom na afloop alsnog de volgende vragen gesteld:
1. Wat zijn de precieze kosten en de verwachte opbrengsten?
2. Wat is de onderbouwing van de stelling dat deze plannen goed of beter in de buurt passen? en
3. Kan uitgebreider worden beargumenteerd hoe deze plannen binnen de woonvisie passen?
We hebben een reactie op deze vragen ontvangen en wij zijn blij dat de wethouder de moeite heeft genomen om ook na de commissievergadering onze vragen te beantwoorden, maar alle antwoorden hebben we nog niet.
Zo heeft de wethouder duidelijk opgesomd wat alle kosten zijn, namelijk de aankoopwaarde, sloopkosten, woonrijpkosten, etc., maar hebben we geen inzicht in die kosten gekregen. Vervolgens
is duidelijk gemaakt dat de gemeente wel degelijk een berekening heeft gemaakt van de verwachte opbrengsten, maar ook die is niet gedeeld. Het antwoord is, daarentegen: wíj hebben het getoetst en
wíj vinden het aannemelijk. En dat is prima natuurlijk, maar waarom mag de gemeenteraad diezelfde toets niet doen of inzien? Dat is nota bene onze taak.
Vervolgens is geschetst hoe deze plannen naar het idee van het college passen binnen onze stedenbouw en de woonvisie. Waarbij is opgemerkt dat, omdat de zienswijzen niet over de plannen
als geheel gaan maar vooral over de groenstrook, dat de plannen daarom zeer gewenst zijn. Die conclusie is volgens ons te kort door de bocht. Bovendien, we hebben toch juist in de woonvisie
afgesproken dat het belangrijk is dat wijken divers zijn en dat alle prijsklassen in alle wijken moeten samenkomen? En dat de woningen waaraan het meeste behoefte is, goedkope koopwoningen en
sociale huurwoningen zijn? Dan had het toch veel beter gepast om het oude pand daadwerkelijk te transformeren, bijvoorbeeld tot een soort appartementengebouw? De openbare parkeerplaats lag er
al.
Voorzitter, ik kom tot een afronding.
Wat van ons bij dit agendapunt gevraagd wordt, is het schrappen van groen in een wijk waar groen steeds schaarser wordt, en het schrappen van een stukje cultuurhistorie, dat voor veel mensen warme herinneringen met zich meedraagt. En wij hebben simpelweg de informatie niet om tot zo’n ingrijpend besluit te komen. Wat wij wel weten is dat er een buurt is die ontevreden is over de participatie, dat er een compromis is gesloten op de inhoud maar niet met de omwonenden, en dat we straks huizen gaan bouwen voor een doelgroep die uit onze eigen onderzoeken niet naar voren komt. Ik houd hoop op de eerste termijn van de wethouder, maar wat D66 betreft is het in deze alles-of-niets situatie, maar eens een keer niets.”