Spreektekst Martine Stulp over de Drommedaar
tijdens de commissivergadering
Wat staan we hier voor een duivels dilemma. We zijn gedeeltelijk begonnen met slopen van de Drommedaar en nu blijkt dat de kosten om de Drommedaar weer aan te bouwen en te herstellen ruim twee keer zo hoog uitvallen. En er is geen weg terug: zo laten staan kan niet. Ik kreeg al de suggestie ‘slopen’ door een inwoner ingefluisterd, maar dat kan mijn hart niet verdragen.
Het doel is duidelijk: we willen de aantrekkingskracht van het centrum vergroten, met beeldbepalende stadsvilla’s in de entreezone. Maar de entreezone van wat eigenlijk? Naar een park dat langzamerhand leegloopt. In onze ogen van een mooi groen openbaar park, vol cultuur, waar Loods 13 zat als theaterschool met een geweldige onderliggende maatschappelijke functie, met Twessers, een geweldig theehuis met de vriendelijkste bediening die je je kon wensen, door mensen met een afstand tot de banenmarkt, die daar konden laten zien hoe talentvol ze waren in de omgang met hun gasten, een kinderboerderij waar afgedankte dieren een tweede kans kregen.
Het lijkt of ik nu afwijk van het onderwerp, maar wat we als D66 Emmen duidelijk willen maken is dat er goed naar de verhouding in de investering moet worden gekeken.
Het CBK en de waterpartij gaan veel geld kosten, de kosten van de entreezone vallen fors hoger uit. Die mooie panden moeten we koesteren, maar staat deze totale investering nog in verhouding tot de investering die we willen doen in de dorpen en de wijken, de woningbouw, de klimaattransitie? En in verhouding tot wat we willen voor het rensenpark?
Terug naar de Drommedaar. Want dat is de vraag van vanavond: er moet 7 ton bij, en hiervoor is de oplossing om de dekking dan volledig uit de huur te onttrekken, in plaats van de eerder gestelde veilige 50%. Hiervoor moet dus een ondernemer, naast de investering in de inrichting van een nieuwe keuken, zo’n 5 tot 6 duizend euro per maand kunnen ophoesten. We leven in een onrustige wereld. Wat doen we als na een korte tijd blijkt, dat dit niet is op te brengen? Gezien dit restaurant geen publieke instelling is, wat doen we met alle maanden dat er geen verhuuropbrengsten zijn? In het voorstel staat ook al dat we er rekening mee houden dat het pand misschien niet verhuurd gaat worden. Dus gaan we over naar de tweede mogelijkheid: verkopen. Wat zou volgens de wethouder de verkoop van dit pand kunnen opleveren?
We hechten waarde aan de markante panden en zouden het heerlijk vinden als er voor de dromedaar weer een terras kan zijn, op deze zonnige plek. Maar we denken dat de investering niet meer valt uit te leggen, terwijl het Rensenpark daarachter leeg loopt. Steek het geld in de mensen, niet in dure gebouwen die door culturele ondernemers en ondernemers met maatschappelijke doelen, niet meer te betalen zijn.