Op 15 mei 2025 is Jan Terlouw op 93-jarige leeftijd overleden. Meneer Terlouw was voor veel mensen een bron van inspiratie. Met zijn schrijven en zijn denken heeft hij Nederland hoop en richting geboden en heeft hij D66 en jonge dromers binnen die partij, zoals ikzelf, de energie gegeven om de straat op te gaan en om ons in te zetten voor ons vrijzinnig ideaal. Meneer Terlouw wist beter dan velen te verwoorden wat sociaalliberalisme betekent en wat D66 tot D66 maakt. Ik citeer:
“Liberalisme is niet, ik ben vrij. Liberalisme is, wij zijn vrij. Het echte liberalisme blijft altijd arm in arm gaan met gelijkheid, en vooral broederschap.”
Deze definitie van liberalisme maakt vrijheid tot een niet-vrijblijvend werkwoord, gestoeld op principiële gelijkwaardigheid tussen mensen die elkaar niet hoeven te kennen. Want, hoe vrij ben je als je geen betaalbare woning kunt vinden? Hoe vrij ben je als je niet los van wie jij bent op straat kunt lopen? Hoe vrij ben je als je kansen afhangen van het zand of het veen onder je voeten? Vrijheid vereist bovenal actie. We kunnen het niet slechts beloven, maar we hebben het ook waar te maken. Die overtuiging vormt de basis voor onze beschouwingen, van deze allereerste kaderbrief.
Om daarmee te beginnen, wij kijken met veel waardering naar het lef dat nodig was om dit kaderproces anders in te richten. Want natuurlijk horen we het hier te hebben over ideeën en overtuigingen, en niet over punten en komma’s. Wij zijn blij dat wij aanjager van deze richting hebben kunnen zijn, net als met andere grote stappen de afgelopen jaren, zoals de verbouwing van de raadszaal, het updaten van ons reglement en de regels rondom participatie, en de uitbreiding van het aantal commissieleden. Ons antwoord is altijd méér democratie. Er komen twee grote verkiezingen aan en 2026 wordt het jaar waarin we de balans gaan opmaken van die verkiezingen. Ook onze prioriteiten vragen om die reden meer democratie dan zoals nu gesteld in deze kaderbrief. Daarom dienen wij een motie in die vraagt om een herijking van de strategienota in 2026 en roepen wij alle partijen op om met ons ook van dit jaar van de democratie weer een feest te maken.
Eén van de grote onderwerpen van de komende verkiezingen zal wonen zijn. Ook op dit vlak is onze vooruitblik gestoeld op successen uit het verleden. Zo kijken wij terug op kleinere interventies als de bloemrijke bermen, containertuintjes en kleine windmolens, maar zijn wij ook trots op onze grotere initiatieven voor opkoopbescherming en minimaal 30% sociale huur. Elke Emmenaar verdient een betaalbare, duurzame woning in een groene en gezonde omgeving. Daarbij is ambitie goed, zolang het realistisch gestoeld is. Hoe lang zet onze vergrijzing en ontgroening nog door? Wat is betaalbaar voor een Emmenaar? Welk soort woningen dienen we te bouwen, en waar dienen we die neer te zetten? Hoe kunnen we onze woningbouwopgaven inzetten om onze klimaatdoelen te halen? Dit vraagt om een actuele woonvisie, de actieve betrokkenheid van onze inwoners en vooral ook om een gemeente die durft te sturen.
Voorzitter, elke regio telt, maar ook zeker elke Emmenaar. We moeten ervoor waken dat we niet in dezelfde val trappen als wat geleidt heeft tot de ongelijke investeringen in ons land. Met de keuze voor hoofdprioriteiten in de komende periode lopen we hetzelfde risico dat we vooral sterker maken wat al sterk is, met een te grote focus op onze centrumgebieden. Wij roepen dan ook op om altijd oog te houden voor een minimaal welvaartsniveau voor al onze inwoners. Natuurlijk is het logisch om bijvoorbeeld bij het onderhoud en updaten van wegen in te zetten op belangrijke verbindingen als de rondweg en de weg tussen Emmen en Klazienaveen, maar die prioritering zou nooit moeten kunnen betekenen dat de loop- en fietspaden en wegen in onze kleinere dorpen en wijken kunnen verpieteren tot onder een acceptabel niveau. En over wegen gesproken, wat D66 betreft gaan we het zo gemakkelijk mogelijk maken voor onze inwoners om de auto te laten staan. Wij verwachten die gedachte terug te zien in alle bouwplannen, maar ook zeker in een hernieuwde inzet op een dekkend OV-netwerk. Hoe vrij ben je immers als je zonder, of juist dankzij een dure auto, niet rond kan komen?
Voorzitter, hoe vrij was het college, in het maken van keuzes in deze kaderbrief voor prioritaire opgaven? Wat wij in ieder geval missen in die keuzes is kunst en cultuur. En dat vinden wij ironisch, omdat grote uitdagingen zoals het komen tot prioriteiten meer vragen dan harde feiten en cijfers. Ze vragen juist om overtuigingskracht, empathie en verbeelding, stuk voor stuk uitvloeiselen van een sterke onderwijs- en cultuursector. Makers van kunst en cultuur verdienen meer waardering in Emmen en de ontwikkelingen van de afgelopen jaren rondom bijvoorbeeld het CBK, Loods13, het Rensenpark, museum Brands en heel recent, het Veenpark, onderstrepen dat de cultuursector het in Emmen zwaar heeft. En dit is meer dan een ordinaire geldkwestie, de intrinsieke waardering voor en van kunst en cultuur, maar ook onderwijs, toont juist hoeveel waarde gehecht wordt aan kansengelijkheid en ruimte voor zelfontplooiing. Om dit betoog kracht bij te zetten dienen wij een motie in die tot doel heeft om de belangrijke voorziening het Veenpark te behouden, waarbij de basis op orde moet komen, onder voorwaarde van toekomstbestendige plannen en een gezonde aansturing.
Om terug te komen op het begin van mijn beschouwing, maakte ik daar ook de opmerking dat vrijheid meer moet zijn dan alleen een belofte. Eén van de terreinen waarop die belofte erg tastbaar is, is veiligheid. In dat licht willen wij aandacht vragen voor de onveiligheid rondom het stationsgebied in Emmen. Wij kunnen ons goed voorstellen dat het vizier vol op de Nedersaksenlijn wordt gericht, en daarmee ook de plannen voor het opknappen van het stationsgebied. Toch moet er ook in de komende periode werk worden gemaakt van het aanpakken van dit gebied. Het station voelt in de avond niet meer veilig, omwonenden bivakkeren achter camera’s en buurtapps, en ondernemers leiden onder diefstallen en geweld. Wij roepen dan ook op om zo snel mogelijk met een plan van aanpak te komen rondom veiligheid in en rond het stationsgebied, waarbij wat ons betreft ook de discussie moet worden gevoerd over de sterke concentratie van zorginstellingen in de omgeving.
Voorzitter, om alle ambities waar te maken, is ook geld nodig. In de Kaderbrief worden daartoe een tweetal voorstellen gedaan, maar die zijn vooral technisch van aard en spreken weinig tot de verbeelding. Bovendien vragen wij ons ook af of ze echt alle ruimte bieden die nodig is. Om die reden, doen wij een stap naar voren. Wat D66 betreft kan de belasting van onze inwoners namelijk rechtvaardiger. Al jaren wordt vastgehouden aan het bevriezen van de OZB in Emmen, zogenaamd om de rekening van onze plannen niet bij inwoners neer te leggen. Voor de duidelijkheid, wat D66 betreft hoeft het verhogen van de OZB geen doel te zijn, maar wij willen de sterkste schouders wel de zwaarste lasten laten dragen, en dan is het verhogen van de OZB een stuk rechtvaardiger dan het verhogen van de afval- en rioolheffing, zoals de afgelopen jaren is gebeurd. Als het nodig is om onze ambities waar te maken, kiezen wij voor realisme, en niet voor dogmatisme.
Afsluitend wil ik terugkomen op Jan Terlouw, en verlaat ik dit podium met een laatste levensles uit een van zijn boeken, Oorlogswinter. Ik citeer: “Nooit meer in een oorlog vechten, alleen nog tegen oorlog”.