Netcongestie. Het woord valt regelmatig in verschillende commissievergaderingen. Niet alleen bij onderwerpen in het kader van de energietransitie, maar ook bij andere onderwerpen. Wat is netcongestie eigenlijk?
Wat is netcongestie en hoe gaan we hier mee om?
Congestie is een opstopping of ophoping in een netwerk, bijvoorbeeld wanneer bloed zich ophoopt in een orgaan spreek je van congestie in de bloedsomloop. Netcongestie is een opstopping of ophoping in het elektriciteitsnetwerk. Wanneer de vraag of het aanbod van elektriciteit op bepaalde plekken, of gedurende bepaalde tijdstippen op een dag groter is dan dat het elektriciteitsnetwerk kan transporteren spreken we van netcongestie. De maximale hoeveelheid elektriciteit die per kwartier verplaatst kan worden over het net is dan bereikt.
Netcongestie kan veroorzaakt worden door een te groot aanbod van energie en door een te grote vraag naar energie. Zowel het aanbod aan elektriciteit als de vraag naar elektriciteit worden over hetzelfde netwerk vervoerd.
Aanbod van elektriciteit komt in Nederland voor het grootste deel uit fossiele energie, kolen en gas. Gelukkig wordt het aandeel hernieuwbare energie, uit zon en wind, snel groter. Voor de energietransitie is dat fijn, maar op het net geeft dat een uitdaging. De elektriciteit uit fossiele energie kan in hoeveelheid goed gecontroleerd worden. Er wordt dan ook gezorgd voor een constante stroom aan elektriciteit, die groot genoeg is voor de vraag en tegelijkertijd nergens voor opstopping zorgt. Opwek van elektriciteit uit zon en wind gaat grilliger. Die elektriciteit wordt geleverd op het moment dat er wind is of de zon schijnt en dat is niet constant. De hoeveelheid elektriciteit die over het net getransporteerd wordt is dus heel groot als de zon schijnt en klein als de zon niet schijnt.
De vraag naar energie is niet constant en ook dat kan netcongestie veroorzaken. Huishoudens bijvoorbeeld hebben een grote vraag naar energie als de dag begint en veel mensen tegelijkertijd opstaan om zich klaar te maken voor het werk of school. De lichten gaan aan, er wordt gedoucht en koffie gezet. En die grotere elektriciteitsvraag van huishoudens herhaalt zich na afloop van de werkdag wanneer iedereen weer thuis komt en gaat koken. Doordat we vanwege de verduurzaming steeds meer elektrificeren wordt de (piek) vraag naar elektriciteit alleen maar groter. Zo wordt er steeds meer elektrisch gekookt, het huis elektrisch verwarmd met behulp van een (hybride) warmtepomp en hebben steeds meer mensen een elektrische auto. Wederom goed voor de energietransitie en tegelijkertijd een uitdaging op het net.
Hetzelfde speelt bij bedrijven. Tijdens kantooruren piekt de vraag naar energie bij kantoren, maar ook bij veel andere ondernemingen. En ook daar geeft de elektrificatie een extra uitdaging op het net.
De oplossing voor netcongestie is verzwaring van het elektriciteitsnetwerk. Voor het landelijke hoofdnetwerk is TenneT verantwoordelijk. Voor het regionale netwerk in o.a. de provincie Utrecht is Stedin verantwoordelijk. Het net verzwaren duurt lang en is erg kostbaar en dat maakt dat we de komende jaren nog te maken zullen hebben met netcongestie.
Wij willen graag weten wat netcongestie betekent voor Amersfoort, onze ambities op het gebied van de energietransitie, woningbouw en wat dit voor onze Amersfoortse ondernemers betekent. En welke oplossingsrichtingen er (voor de kortere termijn) mogelijk zijn. Daarom organiseren wij hierover samen met VVD en CDA een agendapunt in de commissie omgeving op 11 april. Daarin komt de onlangs verschenen RIB van de gemeente over netcongestie aan bod Raadsinformatiebrief (notubiz.nl)
Daaraan voorafgaand – op donderdag 30 maart – verzorgden TenneT, Stedin en provincie Utrecht een webinar Aanpak Netcongestie in de provincie Utrecht (vimeo.com) over de actuele stand van zaken in de provincie m.b.t. netcongestie en wat er al gebeurt om het net te verbeteren.
Maar ook hoe het bestaande net beter benut kan worden door meer flexibiliteit en afstemming van vraag en aanbod. Ook werd er een doorkijkje gegeven naar de toekomst en wat gemeenten, provincie en netbeheerders aan de transport-schaarste kunnen doen.