Het mentale welzijn van kinderen in azc’s vraagt om actie.

Op Wereldvluchtelingendag, 20 juni, luidde verschillende landelijke organisaties de noodklok omdat de leefomstandigheden waarin asielkinderen verblijven op gezinslocaties ‘desastreus zijn voor hun mentale welzijn’. De situatie die wordt geschetst komt overeen met wat Utrechtse asielkinderen vertelden tijdens de raadsinformatiebijeenkomst over prestatiedruk onder de Utrechtse jeugd. “Het is onacceptabel dat we in dit rijke land kwetsbare kinderen in deze omstandigheden laten opgroeien,” aldus Venita Dada-Anthonij, woordvoerder asiel en jeugd. “Daarom stel ik, samen met andere partijen, vragen over de situatie in Utrecht”.

Noodklok

Op Wereldvluchtelingendag luide Defence for Children de noodklok. In een rapport dat zij naar buiten brachten blijkt dat de omstandigheden waarin asielkinderen verblijven op de zogenoemde gezinslocaties “desastreus zijn voor hun mentale welzijn”. Deze locaties werden in 2011 geïntroduceerd om onderdak te bieden aan uitgeprocedeerde gezinnen met minderjarige kinderen. De locaties zijn oorspronkelijk bedoeld voor kort verblijf, maar de realiteit is dat kinderen hier gemiddeld drie jaar wonen. De leefruimtes zijn klein, met weinig privacy als gevolg. Toegang tot de nodige jeugdhulp is beperkt. Kinderen kampen onder andere met slapeloosheid. De onzekerheid over de toekomst zorgt voor een sociaal isolement en soms depressieve en zelfs suïcidale gedachten.

Naast Defence for Children luidde ook het Rode Kruis en de GGD’s in Nederland de noodklok over opvanglocaties voor asielzoekers. De zorg voor bewoners van crisisopvanglocaties zou volgens de organisatie onvoldoende zijn en de leefomstandigheden zelfs ziekmakend. Ook zeggen ze dat er snel meer aandacht nodig is voor de mentale en fysieke gezondheid van kinderen in de crisisnoodopvang, omdat zij extra kwetsbaar zijn

Onzekerheid over de toekomst

De situatie die het rapport schets komt daarin overeen met de situatie waar de Utrechtse asielkinderen zich in bevinden. Vorige week organiseerde de Utrechtse gemeenteraad een raadsinformatiebijeenkomst over de prestatiedruk onder de Utrechtse jeugd. Onder de aanwezigen waren ook een aantal jonge bewoners van Utrechtse azc’s. De zorgen die deze kinderen met de raad deelden gingen niet alleen over de prestatiedruk die zij ervaarden vanuit school, familie en de maatschappij. Maar ook over familie in het land van herkomst, ouders die niet mogen werken en vooral over hun toekomst in Nederland.

Dada-Anthonij: “Bij de raadsinformatiebijeenkomst waren twee zusjes aanwezig, die met ons deelden dat ze al negen jaar in een Nederlands AZC wonen en hier naar school gaan. Privacy is geen gegeven en een plek om rustig te kunnen studeren dus ook niet. Toen ik hun vroeg hoe zij naar hun toekomst kijken, antwoorde een van hen het volgende: ‘Als ik naar de toekomst kijk is deze leeg. Ik heb geen toekomst.’ Hoe is het mogelijk dat wij in dit rijke land kinderen onder deze omstandigheden laten opgroeien? Het maakt me verdrietig dat het zo ver gekomen is.”

Oproep aan het college

Naar aanleiding van de raadsinformatiebijeenkomst en de noodoproepen van onder andere het Rode Kruis en Defence for Children  stelt D66, samen met andere partijen, vragen s aan het college over de situatie van deze kwetsbare kinderen in Utrecht. Ook roepen zij de wethouder op om in VNG-verband te lobbyen bij het Rijk voor betere locaties en leefomstandigheden in azc’s, met specifieke aandacht voor minderjarige bewoners. Dada-Anthonij: “Laten we ervoor zorgen dat we vluchtelingen de mogelijkheid bieden een nieuw en waardig bestaan te kunnen opbouwen. En laten we hier aandacht aan blijven besteden, niet alleen op Wereldvluchtelingendag, maar altijd.”