Het zogenaamde ‘Lysiasrapport’ schetst het functioneren van de directeuren van de gemeentelijke diensten. Oskam: “uiteraard is dit een waarneming van een extern bureau en het rapport is niet vastgesteld door het vorige of huidige college. Via gesprekken met bijvoorbeeld de Centrale Ondernemingsraad van de gemeente Utrecht en uit mijn eigen waarneming als raadslid, is echter veel herkenbaar. D66 heeft vaker kritiek gehad op het ontbreken van bijvoorbeeld een visie op de ambtelijke organisatie. Wij wilden en willen een ambtelijke organisatie die klantgericht, vraaggestuurd en kostenbewust is. Dat is nu niet het geval. Veel wordt dubbel gedaan, daar waar anderen zaken juist weer niet gedaan worden. Het is niet voor niets dat het collegeprogramma rept van een regiegemeente en een kerntakendiscussie, van een rankere en slankere overheid die van buiten naar binnen werkt en van een participerende organisatie waarbij bewoners en ondernemers beter en tijdiger dan nu het geval is, worden betrokken bij de besluitvorming.”
D66 is van mening dat met de openbaarmaking van het rapport, de dialoog met de gemeenteraad kan starten over een nieuwe gemeentelijke organisatie die in 2014 een structurele besparing van 55 miljoen euro moet opleveren. Oskam: “die dialoog is des te belangrijker omdat het rapport duidelijk maakt dat de functie van algemeen directeur/gemeentesecretaris op dit moment een duizendpoot vergt. Die functie moet binnenkort ingevuld worden door het college. Brede, politieke steun voor de opdracht die de nieuwe algemeen directeur/gemeentesecretaris moet realiseren is daarbij essentieel. Ook dat maakt het rapport duidelijk.”
Ambtelijke organisatie van Utrecht hard aan vernieuwing toe.
Het rapport over het functioneren van de concerndirectie van de gemeente Utrecht is vandaag openbaar geworden. D66 wethouder Jeroen Kreijkamp deed de belofte van D66 gestand om open en transparant te besturen, ook in gevoelige zaken als het functioneren van top-ambtenaren. Fractievoorzitter Gerda Oskam is blij met de openbaarmaking: “iedereen die de verslagen van de collegeonderhandelingen heeft gelezen, ziet dat er een rapport bestond over het functioneren van de concerndirectie dat er niet om loog. Ik zelf noem het rapport “fors” en benoem nogal wat kritiekpunten.”