D66 over versterking en de positie van de inwoner

“Het enige wat consistent is aan de wijze waarop de rijksoverheid de versterking uitvoert, is het feit dat er een gebrek aan consistentie is.”

Spreektekst tijdens de Raadsvergadering van 3 maart 2022

Voorzitter,

Het enige wat consistent is aan de wijze waarop de rijksoverheid de versterking uitvoert, is het feit dat er een gebrek aan consistentie is. Steeds weer zijn er veranderingen in de inrichting van het versterkingsproces, als gevolg van veranderende kaders en beleid. Er mist duidelijk zicht op wanneer problemen nu eindelijk worden aangepakt. Naast het ontbreken van een adequate stabiele organisatie voor de ondersteuning van de versterkingsoperatie, is er ook nog een groot gebrek aan bouwcapaciteit. En tot slot is er onduidelijkheid over de juridische grondslag voor de versterking, maar ook over de rol van het gemeentebestuur.

De gemeenteraad is volgens de regering “feitelijk opdrachtgever” van de versterking, maar gelet op de afhankelijkheid van het SodM en de Rijksoverheid is er daarentegen geen sprake van regie voeren. In de praktijk wordt door het rijk, de regio en de NCG gezamenlijk sturing gegeven. Nadeel is dan dat het voor een burger niet duidelijk is wie eindverantwoordelijk is. Dit verstreken op basis van consensus past ook niet bij de crisis aanpak zoals die in 2020 nog door het SodM werd bepleit.

In het Rapport verscheurd vertrouwen van oktober 2021 geeft de nationale ombudsman een groot aantal aanbevelingen aan de overheid die tot doel hebben om de burger voorop te zetten, een relatie aan te gaan met burgers en hun vertrouwen te herstellen. Een belangrijke is “Treed op als één loket. Zorg ervoor dat de burgers weten waar ze moeten zijn en wanneer.”

Als ik kijk naar het initiatiefvoorstel dan zie ik veel aspecten die tot doel hebben de positie van de burger te verbeteren. Daarom zullen wij hiermee van harte instemmen.