Maidenspeech raadslid Sander van Diepen

Donderdagavond sprak raadslid Sander van Diepen voor het eerst de Leidse Raad toe. Deze eerste speech – de maidenspeech – in de Raadszaal van het stadhuis is een bijzonder moment voor raadsleden. Sanders’s inbreng had betrekking op het bestemmingsplan Sumatrastraat 195, waarmee een ‘hedendaags hofje’ wordt gecreëerd in het Noorderkwartier. Lees hier zijn inbreng terug.

Voorzitter,

Als je loopt door Leiden, dan lees je de geschiedenis van de stad af aan de bebouwing.
Hoe de woonbehoeften en functies van gebouwen veranderden door de eeuwen heen.
Eigenlijk lopen we vaak veel te argeloos door straten als de Haarlemmer.
We zouden wat vaker omhoog moeten kijken.
Want elke 100 meter passeer je wel vijf eeuwen aan Leidse historie.
Trapgevels, modernisme, dan weer wat neorenaissance.

Het is voor mij de reden dat ik hier graag wil blijven wonen.
En met mij zijn er duizenden anderen die hier hun vaste plek zoeken.
Hoe zorgen we ervoor dat er in Leiden plek is voor ieder die hier wilt wonen?
Het is momenteel een van de grootste uitdagingen voor onze stad.
Al snel hoor je dan dat we in een al zo dichtbevolkte stad leven.
Maar is dat wel zo?

Hoewel ik momenteel een rechtenstudie aan het afronden ben.
Ben ik van oorsprong toch echt een historicus.
Het laat je de waan van de dag even in perspectief zetten.
We gaan terug naar de gouden eeuw.
Leiden was na Amsterdam, de grootste stad van het land.
70.000 mensen woonden er toen binnen de Singels.
Binnen de Singels!
Weet u hoeveel er nu wonen?
Nog geeneens een derde. Er wonen 23.000 Leidenaren.

Als je dat zo hoort valt de verdichting eigenlijk best mee.
Wel zitten we letterlijk aan onze grenzen.
En moeten we zorgvuldig nadenken over elk stukje stad.
Waar gaan we heen met Leiden?
Daar zit een scherpe spanning tussen.
We hebben de ambitie flink te bouwen.
Maar willen ook het schaarse groen bewaren.
Het vraagt ons om zorgvuldig te werken
en de bewoners te betrekken bij de plannen.

Over hoe dat mis kan gaan sprak ik laatst met een voorganger van mij
uit de Leidse raad van de jaren ’70.
De tijden van stadsuitbreiding, grachten dempen en hoogbouw waar je het niet verwacht.
De universiteit wilde een toren bouwen van 125 meter hoog
Gelegen net achter het Rapenburg, ter hoogte van de Sterrewacht.
Een toren als opgestoken vinger: hier staat de universiteit.
De bevolking zag het anders.
Meer als een middelvinger richting de stad.

Deze toren is er gelukkig nooit gekomen.
Vanuit de bewoners was er veel verzet.
En D66 werd in die dagen opgericht om er vanuit de Leidse raad een stokje voor te steken.
U ziet, D66 is niet altijd een fan van hoogbouw.

Zoals ik al zei, als je door Leiden loopt
zie je dat de woonbehoeften en functies veranderden door de eeuwen heen.
Er is één woonvorm die de eeuwen des tijds heeft overleefd.
Die nog steeds populair en geliefd is.
Je herkent ze niet altijd, maar achter een fraaie poort schuilen daar de hofjes.
Opgericht door kinderloze echtparen die iets wilden nalaten aan deze stad.
Je zou kunnen zeggen, een soort sociale huurwoningen uit de gouden eeuw.
Leiden telt er 35, een echte hofjesstad.
Zo simpel, een blok van huisjes rondom een gemeenschappelijk tuin.
Met in het midden de waterpomp als centrale ontmoetingsplek.

En Voorzitter,
dat brengt mij bij de plannen voor Sumatrastraat 195.
In de voorbereiding was ik benieuwd naar het ontwerp.
Toen ik het ontwerp zag dacht ik: Dit lijkt wel een hedendaags hofje.
Een binnenhof omgeven door kleine woningen.
Maar dan gestapeld, tot zes lagen, zodat we werken aan verdichting.
En groen daartussen door een gemeenschappelijke tuin.
Oke, de centrale waterpomp kon ik zo snel niet vinden.
Maar wel ruimte voor bijvoorbeeld een koffiebar om elkaar te ontmoeten.

Het project krijgt kleine woningen gericht op zowel starters als doorstromende senioren.
Dit sluit aan op de vraag, en die vraag ligt hoog in Leiden.
Een mooie toevoeging aan de stad.

En nu aan de slag!

Dank u wel.