D66 en CU stellen vragen over tijdelijke inkomenssteun sekswerkers

Als het coronavirus onder controle blijft, mogen per 1 september ook fitnessclubs, sauna’s en wellness centra, verenigingkantines, coffeeshops, casino’s en sekswerkers aan de slag. De laatste groep behoort tot een van de zwaarst getroffen groep in deze coronacrisis. Ondanks de vele overheidssteun is er voor sekswerkers niet geregeld.

De sekswerkers in de ‘besloten prostitutie’ (privé-huizen, escortservices, massagesalons) hebben doorgaans geen andere keuze dan via opting-in (fictief dienstverband) te werken. Om die reden komen deze sekswerkers niet in aanmerking voor de tijdelijke inkomenssteun waar andere zzp’ers (TOZO) of werknemers (NOW) wel aanspraak op kunnen maken. Deze opting-in sekswerkers vallen dus tussen wal en schip. Zij ervaren geen bescherming van een werknemer, en geen vrijheid van een zzp’er.

Ook de beroepsgroep trok aan de bel bij het ministerie van Volksgezondheid. Sekswerkers moeten door de gebrek aan overheidssteun terugvallen op de tijdelijke bijstand voor zelfstandigen (Bbz). Deze aanvraag gaat in meeste gevallen niet goed. Sekswerkers worden van het kastje naar de muur gestuurd, krijgen afwijzingen of worden verwezen naar hulpinstanties voor een bed en broodregeling of tas met boodschappen. Daardoor komen zij in een kwetsbare positie en worden soms zelfs gedwongen om onder onveilige omstandigheden te werken. Hierom pleitte Sekswerk Expertise voor een aangepaste TOZO-regeling. In Deventer is zo’n aparte regeling eerder al opgezet en Utrecht wordt deze onderzocht.

Daarom stelt D66 samen met de ChristenUnie schriftelijke vragen over tijdelijke inkomensondersteuning voor sekswerkers in Leiden. “Terwijl een ondernemer of zzp’er die nu verlies lijdt door weggevallen inkomsten compensatie kan aanvragen bij de overheid, hebben deze sekswerkers die mogelijkheid niet, en komen daardoor in financiële problemen”, licht D66-raadslid Eric Krijgsman toe. “Het is belangrijk dat je juist nu de meest kwetsbare beschermt”.