Een toekomst- en generatiebestendig pensioen

De nieuwe pensioenwet is aangenomen in de Eerste Kamer. Zo wordt het Pensioenakkoord, gesloten door sociale partners onder leiding van oud-minister Wouter Koolmees, uitgevoerd. Vijftien jaar nadat de onderhandelingen over een beter pensioenstelsel begonnen. Carla Moonen: “Met deze wet behouden we de sterke kanten van ons pensioenstelsel – collectiviteit en solidariteit – en passen we de zwakke kanten aan. Zodat de ouderen van vandaag én van morgen kunnen genieten van een goede oude dag”.   

Beeld: Hans Kouwenhoven/Eerste Kamer

Een pensioen voor de toekomst

Het nieuwe pensioenstelsel is eerlijker, flexibeler, en wendbaarder. Nu worden er beloftes en toezeggingen gedaan over de pensioenen die niet worden waargemaakt. Die schijn van zekerheid over het pensioen wordt losgelaten. Daardoor hoeven pensioenfondsen geen grote buffers meer aan te houden en kunnen de pensioenen eerder indexeren als het goed gaat. Deelnemers zien de ingelegde premie, het opgebouwde pensioenvermogen, de behaalde rendementen, en de verwachte pensioenuitkering wanneer ze met pensioen gaan. Alle deelnemers bouwen een persoonlijk pensioenvermogen op, dat eenvoudiger kan worden meegenomen bij verandering van werkgever en dienstverband. Dat past beter bij een arbeidsmarkt waarin mensen regelmatig van baan wisselen en de ene keer in loondienst zijn en daarna zelfstandige. Het nieuwe stelsel is ook eerlijker: jongere werknemers betalen niet langer voor oudere werknemers en mensen met een lager inkomen niet meer voor mensen met een hoger inkomen. Tenslotte wordt de bestaande pensioenpot verdeeld over de persoonlijke pensioenvermogens, het ‘invaren’ in het nieuwe pensioenstelsel.

Rechtvaardig voor alle generaties

Het nieuwe stelsel moet rechtvaardig zijn voor alle generaties en voor alle belanghebbenden. Deelnemers die in de eerste helft van hun loopbaan relatief veel hebben ingelegd, maar daar in de tweede helft niet van profiteren door het afschaffen van de zogenoemde doorsneesystematiek, moeten worden gecompenseerd. Senator Moonen vroeg ook aandacht voor de grote pensioenkloof tussen mannen en vrouwen, een van de grootste in Europa. Jonge vrouwen werken in hun jonge jaren vaak minder of gaan pas later werken, en merken daar later te gevolgen van. In het nieuwe stelsel wordt het nog belangrijker om jong pensioen op te bouwen. Op verzoek van D66 gaat de minister onderzoeken hoe deze pensioenkloof kan worden gedicht.

Carla Moonen: “Voor rechtvaardigheid is het belangrijk dat alle groepen deelnemers vooraf en tijdig kunnen meepraten over de nieuwe pensioenregeling. Werkenden, jongeren, gepensioneerden, vrouwen, gewezen deelnemers – allemaal”. Jongeren zijn onvoldoende vertegenwoordigd in de organisaties die meebeslissen over het pensioen, zoals pensioenfondsbesturen, vakbonden en ondernemingsraden, en hebben in tegenstelling tot gepensioneerden geen hoorrecht. Dankzij een amendement van D66 in de Tweede Kamer moeten pensioenfondsbesturen ervoor zorgen dat hun medezeggenschap representatief is. Zo kan iedereen meepraten over de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.

“Voor rechtvaardigheid is het belangrijk dat alle groepen deelnemers vooraf en tijdig kunnen meepraten over de nieuwe pensioenregeling. Werkenden, jongeren, gepensioneerden, vrouwen, gewezen deelnemers – allemaal”

Iedereen mee in de transitie

Ook als belanghebbenden op tijd worden betrokken bij de transitie, kan iemand vragen hebben of vermoeden dat er iets niet klopt. Deelnemers kunnen altijd vragen stellen aan het eigen pensioenfonds. Als de antwoorden niet voldoende zijn, kan iemand een klacht indienen bij het pensioenfonds. Als die klacht niet goed is afgewikkeld, kan iemand naar de externe geschillencommissie. Deze geschillencommissie bestaat uit externe onafhankelijke deskundigen die beoordelen of de indiener of het pensioenfonds gelijkt heeft. Op verzoek van D66 wordt de regeling na een aantal jaren geëvalueerd. Los van de interne en externe geschillenprocedure kan de klacht worden voorgelegd aan de Ombudsman Pensioenen. Die probeert door middel van bemiddeling een oplossing te bereiken en als dat niet lukt, kan hij een advies uitbrengen. Tenslotte kan iemand altijd naar de rechter stappen. Individuele deelnemers kunnen niet het invaren voor alle deelnemers tegenhouden; dat is niet rechtvaardig. Daarom is collectieve betrokkenheid en inspraak zo belangrijk.

In juni 2019 is het Pensioenakkoord gesloten. Sindsdien bereiden pensioenfondsen zich voor op de transitie. Nu hebben de fondsen en de pensioenuitvoerders duidelijkheid om de transitie zorgvuldig uit te voeren.