Maidenspeech Fatimazhra Belhirch: “Koester onze grondrechten”

Fatimazhra Belhirch sprak haar maidenspeech uit in het debat over de Wet werken waar je wil. Een initiatiefwet van D66 en GroenLinks om de werkplek flexibeler te maken. Met deze wet kan een werknemer zelf aangeven wanneer die thuis of op kantoor wil werken. Lees hier de maidenspeech van Fatimazhra Belhirch.

Beeld: Eerste Kamer

Vertrouwen

“Het is een enorme eer om hier vandaag te mogen staan. Net als mijn collega Van Gasteren ben ook ik geboren in de mooie havenstad Rotterdam. Mijn moeder komt uit de oudste stad van Marokko, Fez, en mijn vader uit Marrakesh, uit de regio van de mooie, zandkleurige huizen. Afgelopen vrijdag werd die regio getroffen door een verschrikkelijke aardbeving van enorme omvang. Het leed is met geen pen te beschrijven. Huizen zijn verwoest, dorpen weggevaagd. Vele mensen hebben dierbaren verloren. Zij zijn het veilige dak boven hun hoofd kwijt. Ik vind het hartverscheurend en het doet mij heel veel pijn en verdriet. Mijn gedachten gaan uit naar alle nabestaanden en slachtoffers. Ik wens allen veel geduld en sterkte in deze zware tijd.

In onze opvoeding was het voor mijn ouders belangrijk dat wij, mijn drie zussen en ik, goed geworteld waren in Nederland, maar ook dat wij wisten waar mijn ouders vandaan kwamen, onze wortels. We moesten zelfstandig zijn, we moesten sterk in onze schoenen staan en we moesten een open blik naar buiten hebben. Aan de keukentafel spraken we vaak over mensenrechten en democratie, en passeerden verschillende kwesties van binnen- en buitenlandse politiek de revue. Ik was daardoor al op jonge leeftijd geïnteresseerd in politiek en mensenrechten. De waarden die ik van mijn ouders meekreeg, staan voor mij als sociaalliberaal nog altijd centraal. Ik geloof sterk in gelijkwaardigheid, medemenselijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit, en ik heb daarbij vertrouwen in de kracht van het individu. Dit zijn voor mij ook de kernwaarden van onze democratie. Voor een goed werkende parlementaire democratie is het van belang dat we onze grondrechten koesteren en beschermen. Onze democratie is gebaseerd op onder andere gelijke behandeling. Een ieder moet gelijk worden behandeld. Dat valt of staat met het vertrouwen van mensen in de democratie en dus ook met vertrouwen in de politiek.

Luisteren

De afgelopen jaren hebben wij het vertrouwen in de politiek zien dalen. Dit heeft verschillende oorzaken. Een daarvan is de afstand tussen politiek en samenleving. Mensen ervaren dat er niet naar ze wordt geluisterd, dat er niet écht wordt geluisterd naar de zorgen en de problemen die ze hebben. Mensen blijven achter omdat ze niet meer rond kunnen komen, hun rekeningen niet meer kunnen betalen en ongelijk worden behandeld. Jongeren maken zich zorgen over hun toekomst. Kunnen ze straks nog wel een woning krijgen? Ze maken zich zorgen om het klimaat. Dit kan en moet anders. Het is onze taak als politiek, als Eerste Kamer, om ervoor te zorgen dat mensen gelijk worden behandeld, dat we écht luisteren naar mensen, luisteren naar wat er in de samenleving speelt, en dat we deze verschillende belangen en perspectieven meenemen in onze afwegingen bij wetsvoorstellen. Wetgeving heeft namelijk een verschillende uitwerking op verschillende groepen.

Het is ook onze taak om zichtbaar te maken hoe we ons werk doen, hoe we tot onze afwegingen komen en hoe we de mensen hierbij betrekken. Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid als Eerste Kamer om het vertrouwen van mensen in de politiek terug te krijgen. Ik zal me de komende periode in deze Kamer inzetten om goed te kijken naar de impact en de uitwerking van wetsvoorstellen op onze samenleving. Dit moeten we meenemen in onze overwegingen, zodat we ervoor zorgen dat iedereen kan meedoen in onze samenleving en niemand achterblijft. Het onderhavige wetsvoorstel is een goed voorbeeld van echt luisteren naar de behoeften in de samenleving en zorgt ervoor dat meer mensen kunnen meedoen.

Voorzitter. Graag wil ik de initiatiefnemers Van Weyenberg, mijn partijgenoot, en Maatoug, die er begrijpelijkerwijs niet is vandaag, complimenteren met het wetsvoorstel. Achter een ogenschijnlijk kleine wetswijziging gaat ontzettend veel werk schuil: van de initiatiefnemers, hun voorgangers, medewerkers en ambtenaren. Daarnaast hebben de initiatiefnemers veel tijd gestoken in het overleg met werkgevers- en werknemersorganisaties; de sociale partners. Er wordt weleens gespeculeerd dat de Nederlandse polder dood is. Volgens mij laat dit wetsvoorstel zien dat de polder nog altijd springlevend is. De initiatiefnemers hebben geluisterd naar verschillende belanghebbenden, die deze wet in de praktijk gaan gebruiken. Ze hebben de wet daarop aangepast, waardoor wij nu een wetsvoorstel behandelen dat breed gedragen wordt door werkgevers- en werknemersorganisaties.

Het nieuwe werken

Iedereen kent de term wel: het nieuwe werken. Kantoortuinen, geen vaste werkplek, meer ontmoetingsplekken en meer thuiswerken. Dat was er al voor corona. De verandering in de werkcultuur was dus al ingezet, maar met corona is het in een versnelling gekomen. Het is steeds meer ingeburgerd. De termen “zoomen”, “teamsen” en “muten” zijn niet meer weg te denken uit het kantoorjargon. Velen van ons hebben de voordelen ervan ervaren: minder reistijd, sporten voor het werk, kinderen op tijd naar school kunnen brengen en uit school kunnen ophalen, en in de pauze een rondje wandelen met de hond. En, geen onbelangrijk voordeel: een hogere productiviteit.

Hoewel thuiswerken steeds meer ingeburgerd is, ontbreken er wettelijke kaders en is er onduidelijkheid over de rechten en plichten van werknemers en werkgevers. Zowel de SER als het Planbureau voor de Leefomgeving geven aan dat wettelijke kaders voor het behouden van de voordelen van het thuiswerken nodig zijn. Dit wetsvoorstel voorziet in de benodigde juridische kaders. Het heeft als doel de positie van werknemers te versterken en te bepalen waar zij hun werk kunnen verrichten. Het bevordert bovendien een goed gesprek tussen werknemer en werkgever. Meer vrijheid in het kiezen waar je werkt, past bij het werken van nu en bij het werken van de toekomst. Deels thuis en deels op kantoor werken maakt van de werknemer een gelukkiger mens. Uit onderzoek blijkt dat het een positieve invloed heeft op het mentale en fysieke welzijn van werknemers.

Daarnaast heeft het ook een bijzonder effect op vrouwen, die vaak minder betaald werk doen, omdat zij werk en zorg moeten combineren. Thuiswerken kan stimuleren om aan het werk te blijven en zo financieel onafhankelijk te zijn. Tegelijkertijd moet dit er niet toe leiden dat vrouwen meer druk ervaren. Uiteindelijk moeten werk en zorg gelijker worden verdeeld tussen ouders. Mijn fractie verwelkomt dan ook dat de gendereffecten van deze wet worden meegenomen in de evaluatie. Daarnaast wil ik onderstrepen dat deze wet er ook is voor mensen die meer op kantoor willen zijn om te werken.

Dialoog

Uiteraard zijn wij ook bekend met de zorgen van met name werkgevers over het hybride werken, zoals ook genoemd door de vorige sprekers. De vervagende scheiding tussen werk en privé, de gevolgen voor het ziekteverzuim en in het bijzonder de sociale cohesie op de werkplek. In haar brief van november 2022 heeft de minister naar aanleiding van vragen van D66 ingestemd met een onderzoek naar het effect van thuiswerken of hybride werken op het ziekteverzuim. Ziet de minister mogelijkheden om dit onderzoek al voor de evaluatie van de voorliggende wet uit te voeren, gezien de zorgen van werkgevers over de verschillende uitkomsten van diverse onderzoeken?

Voorzitter. Mijn fractie kan zich situaties voorstellen waarin een werkgever met een werknemer heeft afgesproken dat hij een aantal dagen thuiswerkt, maar hij door veranderde omstandigheden die afspraak wil wijzigen of intrekken. Dat kan bijvoorbeeld zijn omdat er nieuwe medewerkers ingewerkt moeten worden, of omdat de sociale cohesie in het gedrang komt, doordat er veel mensen thuiswerken. Een vraag aan de initiatiefnemer: klopt het dat een werkgever een beslissing tot toewijzing van een verzoek kan wijzigen of intrekken als er na de beslissing nieuwe zwaarwegende redenen zijn opgekomen om dat te doen?

De SER stelt dat hybride werken een basis van vertrouwen en verantwoordelijkheid eist. Bij D66 zeggen we vaak: vertrouw op de eigen kracht van mensen. Werkgevers en werknemers onderling moeten het vertrouwen hebben dat het werk wordt gedaan. Werknemers hebben de verantwoordelijkheid om zorgvuldig met dit vertrouwen om te gaan. Daarom vinden wij de dialoog tussen werkgevers en werknemers bij een verzoek om aanpassing van de arbeidsplaats zo belangrijk. In dat gesprek moeten de belangen van beide kanten worden besproken en afgewogen. Het gaat om een goede balans tussen zeggenschap en maatwerk.

Na het lezen van alle stukken heerst er bij mijn fractie nog wat onduidelijkheid over de vorm van het verzoek, het overleg en de eventuele afwijzing. Kan de initiatiefnemer de procedure van een verzoek om aanpassing van de arbeidsplaats nog eens een keer uiteenzetten?

Mijn fractie kijkt uit naar de beantwoording.”