Opinie Robert van Asten: De Haagse ziekte van Én-Én

Beeld: Martijn Beekman

“De raad zit vol met partijen die denken dat ze én de verkeersveiligheid kunnen verbeteren én de auto lekker hard kunnen laten doorrijden. Deze partijen weten dat ze liegen”, zegt Robert van Asten in een opiniestuk. “De vraag is of u erin trapt”.

De nieuwsberichten buitelden de afgelopen maanden over elkaar heen; het centrum van Berlijn autovrij, Parijs weert auto’s niet alleen van de Seineoevers maar ook uit het centrum en Barcelona breidt het autoluwe ‘superblock’ systeem wegens groot succes fors uit.

Berlijn, Parijs en Barcelona zijn steden die het hart van menig Nederlander heeft veroverd. Het zijn steden die tot onze verbeelding spreken en die ons iets kunnen leren over hoe wij onze eigen steden mooi, bruisender en leefbaarder kunnen maken.
 
Den Haag loopt vreselijk achter

Maar als we deze steden naast onze eigen Den Haag leggen zien we dat we vreselijk achterlopen. We hebben in de afgelopen decennia niet de auto een halt toegeroepen maar juist groen licht gegeven, ten koste van de leefbaarheid van de stad. Het resultaat is dat onze inwoners het nu normaal vinden om voor de kleinste zaken de auto te pakken. We zitten zo diep vastgeroest in ons idee dat je met een auto door een eeuwenoude stad moet kunnen rijden, dat we de problemen niet meer in perspectief zien. We hebben het over een tekort aan parkeerplaatsen, maar niet over een overschot aan auto’s. We willen gemakkelijk met de auto naar de winkel, maar vergeten dat hele woonwijken en winkelgebieden daarom worden doorklieft door halve snelwegen. We zeggen dat we “lekker willen doorrijden”, maar spreken niet over hoeveel gewonden en doden dat kost.
 
Het wordt tijd dat we als Den Haag ook echt de sprong naar de toekomst maken. Een autoluwe stad waarin Hagenaars voornamelijk te voet, te fiets en met het ov reizen. Waar alleen deelauto’s, mindervalideauto’s en noodzakelijke bedrijfswagens rondrijden. Waar nutteloze parkeerplekken op straat worden teruggeven aan de bewoners met groene straten tot gevolg.
 
Nul verkeersdoden is mogelijk
Het klinkt radicaal maar dat is precies wat Parijs, Berlijn en Barcelona doen. En zij niet alleen; Gent, Brussel, Oslo en Helsinki doen het ook. Steden waar het bedrijfsleven floreert omdat mensen langs de winkel lopen en naar binnen kijken, in plaats van met 50 kilometer per uur langsrijden. Waar in het geval van Oslo en Helsinki geen verkeersdoden vallen. Steden met meer sfeer op straat, met meer groen in plaats van parkeerplekken en met een betere gezondheid voor de bewoners.
 
Het klinkt als een kolossale verandering in onze manier van denken, maar dat is het niet. Om de stap te zetten hoeven wij, als Haagse politiek, maar één ding te doen: genezen van de ziekte van Én-Én.
 
De ziekte van Èn-Èn
Onze gemeenteraad zit vol met partijen die denken dat ze én de verkeersveiligheid kunnen verbeteren én de auto lekker hard door uw straat kunnen laten doorrijden. Partijen die denken dat we én voor meer groen kunnen zorgen én overal de ruimte geven zodat iedereen twee auto’s kan hebben. Partijen die denken dat we én een bruisende en gezellige binnenstad kunnen hebben én zoveel auto’s toelaten dat winkelend publiek niet veilig kan oversteken omdat er een halve snelweg door de straat loopt. Deze partijen weten dat ze liegen, de vraag is of u erin trapt.
 
Om een mooie, verkeersveilige en levendige stad te krijgen zijn echte keuzes nodig. De start heb ik de afgelopen jaren als wethouder kunnen maken met de Mobiliteitstransitie. We hebben de visie en samen met u wil ik die visie omzetten in werkelijkheid. Voor een mooier, veiliger en levendiger Den Haag.