De Haagse wijk Wateringse Veld is een groot ‘bomenmuseum’. Ruim vijftien jaar geleden werd het Bomenmuseum ontworpen door kunstenaar Herman de Vries en geopend door Ronald Plasterk, toenmalig minister van Cultuur. Bijna elke straat heeft zijn eigen soort boom, in de wijk staan nu zo’n vierhonderd soorten. De collectie is uniek in Nederland, heeft een eigen catalogus en er worden zelfs wandelingen georganiseerd.
“Veel mensen in de Haagse wijk Wateringse Veld zijn trots op het unieke karakter van het Bomenmuseum. Gelukkig houdt de gemeenteraad, net als Hart voor Den Haag, ook van gezonde bomen. Eerder werd mijn voorstel, om dode en zieke bomen zo snel mogelijk te vervangen, unaniem aangenomen. Ik reken erop dat dit voorstel ook snel opgepakt gaat worden”, aldus raadslid Arjen Dubbelaar.
“Het Bomenmuseum is misschien niet het meest bekende museum van Den Haag, maar wel het meest unieke museum van Den Haag”, aldus Anno Fekkes (D66). Als fractievertegenwoordiger zet hij zich in voor Wateringse Veld. “Het Bomenmuseum is een verborgen parel van onze wijk. Daar mogen we best beter voor zorgen als gemeente”.
D66 en Hart voor Den Haag: herstel Bomenmuseum in zijn oorspronkelijke glorie
Het Bomenmuseum in Den Haag bestaat uit een unieke verzameling bomen van over de hele wereld. Verspreid door Wateringse Veld zijn deze bomen te vinden, voorzien van plaquettes met informatie. Maar deze plaquettes zijn slecht onderhouden en verkeren soms onder erbarmelijke staat. D66 en Hart voor Den Haag vragen de gemeente om het openluchtmuseum beter te onderhouden.