Column Bas Otting: De dans tussen raad en college

In de Kijk op Bodegraven-Reeuwijk verscheen vandaag onderstaande column van Bas Otting.

De raadszaal, het epicentrum van de lokale democratie, zit vol raadsleden die wachten op hun beurt om te spreken. Achter in de zaal zit het college, met hun gedetailleerde dossiers en plannen, klaar om verdedigd of toegelicht te worden. Het is een symbiose die vertrouwd is inmiddels: het college maakt plannen, de raad controleert en geeft richting. Maar is deze dans tussen raad en college nog altijd zo sierlijk?

In de recente raadsvergadering sprak ik namens D66, een partij die zijn wortels vindt in democratische vernieuwing, mijn zorgen uit over de dynamiek in de raad. Elk plan vanuit het college – zelfs de plannen die gebaseerd zijn op de door de raad gestelde kaders – worden steevast begroet met een stortvloed aan nieuwe voorstellen. Moties, amendementen, initiatieven; ze vliegen als confetti door de lucht, wat de helderheid van het besluitvormingsproces niet ten goede komt. 

Het stellen van vragen en het opstellen van moties en amendementen is natuurlijk het democratisch recht van elk raadslid. Maar wanneer het een constante stroom wordt die de uitvoerende rol van het college overschaduwt, moeten we ons afvragen of we nog wel in de juiste balans zitten. De dans tussen raad en college moet in harmonie zijn. Als raad moet je het college de ruimte geven om te besturen en de uitvoering op zich te nemen. Als college moet je zorgen voor duidelijke plannen die de gestelde kaders respecteren.
 
In deze delicate balans is het belangrijk om te onthouden dat we allemaal hetzelfde doel hebben: een politiek die zorgt voor onze inwoners. Laten we dus de pasjes van deze democratische dans blijven perfectioneren, zodat het spel van geven en nemen tussen raad en college harmonieus blijft.

Bas Otting, D66