Voorzitter,
De lont is in het kruit gestoken en Amsterdam staat in brand. Voetbalfans die te gast waren, zijn opgejaagd en mishandeld. Amsterdammers die al maandenlang beelden zien van dode vrouwen en kinderen in Gaza, tot op het bot getergd. Mensen zijn aangevallen, letterlijk, op grond van hun paspoort. Vlaggen vernield.
Wat gebeurt er in onze stad?
Toen ik vrijdagochtend het nieuws binnenkreeg dacht ik: hoe eenzaam is het als je alleen of met zijn tweeën in een vreemde stad loopt, en je wordt in het donker uit het niets aangevallen. Zal je dan ooit nog met je club mee willen meereizen?
Voorzitter, wat moet je doen als je machteloos toekijkt hoe in Gaza tienduizenden mensen worden gedood, waarvan het merendeel van hen vrouwen en kinderen zijn? Hoe reageer je dan als een groep mensen voor je neus zingt dat er geen scholen zijn in Gaza, omdat er geen kinderen meer zijn?
Onze stad is het decor geworden van een internationaal gevecht om het beeld en de waarheid van een oorlog elders.
Maar voorzitter, wij wonen hier.
In Amsterdam woont een Joodse gemeenschap, wiens vertrouwen in een overheid die je veilig houdt, aan diggelen is geslagen. In Amsterdam wonen veel mensen met een migratieachtergrond, die op dit soort momenten – traditiegetrouw – als collectief de schuld krijgen van acties van individuele criminelen.
Het mediacircus is straks weer vertrokken. En de internationale aandacht is verplaatst naar elders.
Maar wij, wij Amsterdammers, wij blijven hier achter.
Velen zijn beschaamd, als vrienden over de hele wereld vragen naar het antisemitische geweld: jij woont toch in Amsterdam? Wat gebeurt daar?
Sommigen zijn zo bang dat ze hun huis nu liever niet meer uitgaan. En ook de relschopper die gisteravond met een vuurwerkbom een tram in de fik steekt.
Voorzitter, dat is op dit moment Amsterdam. Tot op het bot verdeeld, met een grote zwijgende meerderheid die wel bereid is te luisteren naar een ander en die vooral wil:
Dat de rust terugkeert,
de rechtsstaat functioneert, en dat de daders eruit worden gepikt en berecht.
Mijn vraag aan de burgemeester is: hoe wil zij dit doen?
En om vooruit te kunnen, moeten wij weten hoe dit zo ongekend mis heeft kunnen gaan. Het feitenrelaas geeft al veel helderheid, dank daarvoor, maar mijn fractie blijft ook met vragen zitten.
Hoe kan het dat we dit niet aan zagen komen, met name die gerichte aanvallen?
Wanneer wisten we voor het eerst dat er georganiseerde gerichte aanvallen werden gepland, en wat hebben we met die informatie gedaan?
We lezen dat vanwege de veiligheid is overwogen om de wedstrijd te verbieden maar dat dit niet is gedaan. Wat verwachtte de driehoek precies als gevolg van het verbieden en waarom zou dat juridisch niet hebben gekund?
Is er overwogen om hier alsnog een hoog-risicowedstrijd van te maken?
Wat zijn de tactische overwegingen geweest over het wel/niet arresteren van racistische/gewelddadige mensen (bv vlag pakken, met pallets rondlopen etc.)?
De app- en telegramgroepen verharden met antisemitische woorden de middag van de wedstrijd aldus het feitenrelaas. Wat voor appgroepen waren het daarvoor? Was dit vooropgezet? En vooral: hoe monitoren we deze telegramgroepen?
Heeft de politie contacten in informele netwerken gebruikt om de situatie te monitoren? Wat was de reactie uit deze netwerken? Hebben de netwerken hun achterban benaderd om ze tot rust te manen? Wat was de reactie?
Voorzitter, D66 ziet ook dat er voor de joodse gemeenschap heel veel nodig is om het vertrouwen in hun veiligheid te herstellen. De angst voor een veilig bestaan van de Joodse gemeenschap bestaat al eeuwen; een intergenerationele angst.
Bij de herdenking van de Kristallnacht voelde ik dat die angst sinds 07 oktober acuut is toegenomen. Naar aanleiding van vorige week zijn er ouders die hun kind horen zeggen: “ik ben bang, want ik ben Joods”. We moeten nu een arm om de joodse gemeenschap heen slaan.
Mijn vraag aan de burgemeester, de hoeder van de openbare orde en veiligheid, en onze burgermoeder: hoe wil zij dit vertrouwen herstellen?
Voorzitter, een krachtige rechtstaat zorgt ervoor dat iedereen vrijheden heeft, ook als je behoort tot een minderheid. Zodat je vrij en zonder angst over straat kan lopen. Zodat je mag zeggen wat je vindt.
Ik constateer dat we van Den Haag een duidelijke set aan regels hebben, de Grondwet, het wetboek van Strafrecht, die aangeven wat wel en niet mag. Aan de driehoek is het dan om te handhaven.
Ik constateer ook dat de driehoek al meer dan 10 jaar tegen een gierend tekort aan agenten aankijkt om dit werk te doen. Terwijl de verantwoordelijke politieke partijen law and order-taal prediken
Ik constateer ook dat als iets vreselijk misgaat het openluchttheater Binnenhof klaar staat om schande te roepen. Als een opdrachtgever die zijn aannemer olie meegeeft in plaats van cement en vervolgens begint te janken en te schofferen als het gebouwde pand instort.
Wij hebben acuut en blijvend veel meer agenten nodig, dus ik dien een motie in om een groter aandeel van de beschikbare agenten in Nederland in te zetten voor Amsterdam.
Lieve Amsterdammers. We leven in moeilijke tijden. Haat, polarisatie en geweld nemen toe. Antisemitisme, islamofobie, racisme en discriminatie moeten worden bestreden.
Het enige tegengif tegen dit kwaad is liefde en empathie. Zoek elkaar op. Praat met elkaar. Laat je niet verdelen.
Spreektekst spoeddebat geweld Amsterdam
Hieronder vindt u de spreektekst van fractievoorzitter Rob Hofland tijdens het spoeddebat van vandaag.