Kleine reclame-uitingen ontzien bij vaststellen reclamebelasting

Bij de vaststelling van de nieuwe reclamebelasting worden ondernemers met kleinere reclame-uitingen ontzien, na een motie van D66-raadslid Erik Schmit. Hiermee wordt de lastendruk op – voornamelijk – het mkb niet verhoogd, en komt de nadruk te liggen op grote reclame-uitingen, die een grotere impact hebben op de openbare ruimte. Schmit: “Het is goed om te zien dat we de kleine ondernemer ontzien bij de vaststelling van de reclamebelasting, door de belasting op kleine reclame-uitingen niet te verhogen en te indexeren. Hiermee wordt de belasting voor reclame eerlijker verdeeld.” 

Onevenredig

Sinds 2022 betalen Amsterdamse ondernemers weer belasting voor reclame-uitingen in de openbare ruimte. In het vorige systeem betaalde men relatief meer voor een kleine reclame-uiting dan voor een grote, terwijl de impact op de openbare ruimte groter is. Ter illustratie: een ondernemer met 49m2 aan reclame betaalde maar 3,5 keer zoveel als een ondernemer met 2 m2, terwijl het ruimtebeslag bijna 25 keer zo groot is. Hiermee was de belasting een hard gelag voor mkb-ondernemers die vaak relatief kleine reclame-uitingen hebben – vaak een noodzakelijk onderdeel van de bedrijfsvoering – zoals menukaarten en openingstijden.

Differentiëren

Voor D66-raadslid Erik Schmit was dit geen acceptabele situatie, en hij diende een motie in om de druk op mkb-ondernemers te verlagen. Bij de begroting van 2024 geeft het college uitvoering aan de motie, en gaat het tarief differentiëren. De tarieven voor reclame-uitingen tot 5m2 worden niet verhoogd of geïndexeerd. Amsterdam kiest er hiermee voor om het accent meer te leggen op grotere reclame-uitingen, die een grotere impact hebben op de openbare ruimte.